-3-
Terwijl papa achter wat nette kleren ging en en meneer Gibbs wat bestellingen ging gaan doen met Annie bleef ik samen met John achter in de privé kamer.
Hij peuterde met een mes punt in het slot van de boeien die ik nog steeds om had.
'Ben je er bijna?' Vroeg ik. John draaide weer eens aan het mes.
'Dit slot lijkt vast geroest,' zei hij.
'Ja, daar ben ik veel mee, kom maak het open.'
John maakte een forse beweging met het mes waarbij het slot het begaf het en de eerste ijzeren ring rond mijn pols open vloog.
'Ik krijg hier echt nog spijt van,' mompelde hij terwijl hij aan de tweede begon.
'Waarvan?'
'Dat ik met piraten optrek, of dat ik een piraat zijn boeien help af te doen,' zei hij.
'Je weet toch dat we je niet gauw zullen laten gaan he?' Vroeg ik.
'Ja, dat wist ik al ja,' mopperde hij.
'Wat deed je eigenlijk in die sloep?'
'Wel, iedereen was je achterna maar ik wist dat je terug naar de haven zou gaan. Ik had je zien kijken naar de zee. Dus probeerde ik te denken hoe jij een boot zou uitkiezen en verborg me in de sloep ik ik dacht dat jij zou kiezen.'
'Je denkt als een piraat, je zou best wel een goede piraat kunnen zijn.' Als zijn ogen konden doden was ik nu mors dood.
'Ik wil geen ziel loos wezen zijn, nu niet en nooit niet.'
'We hebben wel degelijk een ziel hoor meneer,' snauwde ik.
'Je hebt geen ziel als je onschuldige mensen vermoord.'
'Dat doe ik ook niet, stomkop!'
'Ik kan je ook voor de rest van je leven laten rondlopen met die ene boei aan je pols.'
Ik begon te grinniken, hij dacht echt dat hij me kon klem zetten.
'Haha, je denkt echt dat als jij het niet doet ik er niet van verlost zal worden he? Meneer Gibbs kent alles van zulke sloten, hij krijgt het open voor jij met je ogen kon knipperen.'
Hij wierp het mes op tafel, ging achterover leunen op zijn stoel en keek me uitdagend aan.
'Ok, laat hem het dan maar doen,' zei hij en hooide het mes op tafel, leunde achterover en keek me uitdagend aan.
Ik leunde voorover en keek hem recht in zijn ogen.
'Denkje dat papa het leuk zou vinden?' John verbleekte, verslagen nam hij het mes weer op en begon terug in het slot te prutsen. Er werd een tijdje niets gezegt.
'John?' Vroeg ik voorzichtig.
'Hmm,' antwoordde hij.
'Hoe oud ben je eigenlijk?'
'Zestien, mijn vader heeft een belangrijke rol in het bestuur van het Verenigd Koninkrijk, hij wilde dat ik al vroeg begon te werken. Zo kon ik de nodige ervaring van de gevaren leren kennen.'
'Wat? Zestien? Je leekt wel achtien,' zei ik verbaast.
Hij haalde zijn schouders op en gaf weer een forse draai aan het mes. De boei viel met veel lawaai op de grond. Ik wreef over mijn polsen.
'Dankje', zei ik.
'Bedank me niet,' snauwde hij. Ik stond op en deed de deur open in de hoop ik al iemand kon zien.
'Van waar zijn die littekens op je rug?' Vroeg hij.
Ik ging met mijn vingers over mijn schouders en voelde de drie bobbels over mijn huid.
'Zweepslagen, van de smidse.'
'Van waar heb je die verdient?'
'Niemand verdient het om als een beest te worden behandeld,' snauwde ik. Ik keek weer door de deur en zag mijn vader de trap op huppelen. Ik liet hem binnen en nam al snel de kleren aan.
'Hier, de beste die ik kon vinden,' zei hij.
'Dankje papa,' zei Nina. Ze nam de kleren aan en keek ons afwachtend aan.
'Ga je gaan omkleden, we hebben niet alle tijd.' Zei Jack Sparrow.
'Draai jullie om, we hebben niet alle tijd,' zei ze. Jack glimlachte, samen draaiden we ons om terwijl Nina zich omkleedde. Ik voelde hoe de kapitein naar me keek. Er ging een koude rilling langs mijn rug.
'Heb je al eens rum geproefd?' Vroeg hij.
'Wat?'
'Rum, heb je het al eens gedronken?'
'Eh...Nee, nee ik heb het nog niet geproefd.'
'Dan ben je hopeloos,' besloot hij. Hij draaide zich snel even om om te spieken bij Nina.
'Papa!' Riep ze luid. Snel draaide Jack zich weer om.
'Heb je al eens nagedacht over dat schip?' Vroeg hij.
'Eh...Wel, ik denk dat ik niet anders kan dan jullie helpen als ik ooit nog thuis wil raken.' Jack glimlachte naar me, zijn ogen fonkelden in het licht van de kaarsen.
'Ik wist wel dat je een slimme jongen was.'
'Het is goed,' zei Nina, 'draai je maar om.' Tegelijk draaiden we ons om en zagen een beeldschone jonge vrouw staan. Ze had een wijde bloes aan, met om haar nek lange kettingen gemaakt van gouden kralen en munten. Haar haar was gekamd en in een hoge paardenstaart. Ze had een blauw rode kapiteins jas aan met een weide broek en hoge botten. Haar gezicht en handen waren nog nat maar wel schoon.
'Die broek is te groot, hadden ze geen kleinere maat?'
'W...Wat vroeg je?' Stamelde Jack die zijn dochter blij aankeek.
'Hadden ze geen andere broek?' Vroeg ze nogmaals.
'Nee, dat was de enige, maar je ziet er prachtig uit.' De gouden ringen rond haar pols rinkelden. Ze zag er echt uit als een piraat. En daar schrok ik van, ik wist wel dat ze het was. Maar zonder de kleren had ik ergens gehoopt dat ze zou veranderen. Ik wist wel dat het belachelijk was. Ik schaamde me er ook voor.
'Ik ben klaar om te vertrekken,' zei ze.
'Gibbs staat beneden te wachten,' zei Jack behulpzaam.
Inderdaad, toen ik samen met papa en John de trappen afkwam lopen keek Gibbs me sprakeloos aan. Zijn mond ging een beetje naar beneden en zijn ogen sperden zich open.
'Is alles betaalt?' Vroeg papa aan Gibbs.
'Eh...J...Ja, wow Nina je ziet er prachtig uit,' stamelde Gibbs. Als hij het nu wouw verbergen of niet. Ik zag een jaloerse blik in de ogen van John. En daarmee was ik gevleid. Samen liepen we naar buiten, de zon kwam op en Singapore werd mooi verlicht door de eerste zonnestralen. Voor de kust van het enige cafe op vaste land in Singapore lag niet veel grote schepen. Het enige wat er lag was een heel klein schip. Er waren volop mensen aan het laden en andere goederen aan het verslepen. Het waren vast gewone vissers die terug kwamen van maanden op zee.
'Hoe gaan jullie dat aanpakken?' Vroeg John verwonderd.
'Je vergeet één ding John,' zei Papa, 'ik ben Jack Sparrow.'
'IN DE NAAM VAN DE V.O.C EN THE EAST INDIAN TRADING COMPANY BEVEEL IK, JOHNATAN WESTHALL, ZOON VAN THEO WESTHALL, DAT JULLIE WERKEN ONDER HET BEVEL VAN KAPITEIN JACK SPARROW EN ZIJN DOCHTER.' De vijftig mannen keken me met een geamuseerde glimlach aan. Nio ping, de kapitein van de Pan Ho kwam de trap op en naast me staan.
'Wel Johnatan, leuk geprobeerd,' zei hij in zijn beste engels, 'maar denk je echt dat de VOC en de EITC een bevel zouden geven een schip te geven aan een groep piraten? O ja, en jack zijn dochter,Nina? Was dat haar naam? Is dood volgens mij.' Ik zag Nina aan de overkant van de kade een touw nemen die was verbonden met de masten van het schip. Ze zette zich af en lande achter de kapitein op het dek. Ze nam haar geweer een plaatste het op het achterhoofd van de Kapitein.
'Wel, ik denk dat ik nog een reputatie heb om aan te werken, denk je niet John?' Zei ze. Nio Ping leek geschrokken bij Nina's stem. Hij draaide zich om en keek Nina aan die daar nonchalant stond.
'Ik geef toe, ze hebben niet echt het bevel gegeven om dit schip te geven. Maar het zou wel leuk geweest zijn toch? En doe even alsof je het gelooft, zo is John ook overtuigt van zijn acteer talenten,' dat laatste fluisterde ze erbij met een scheve glimlach.
'Iedereen doe wat Kapitein Jack Sparrow zegt anders gaat je lieve kapitein eraan!' Schreeuwde meneer Gibbs die ondertussen ook was opgedoken. Hij werd gevolgd door Jack.
'Iedereen neem een sloep en ga erin zitten, we nemen het schip over!' Zo vlug als maar kan gingen alle matrozen nettjes in een sloep zitten en lieten de boot op het water zakken. Nina duwde Nio Ping verder het dek op tot aan de sloep.
'En jij als laatste Kapitein,' zei ze terwijl ze met jaar ogen fladderde.
Nio Ping keek nog een laatste keer gemeen naar Nina,voor hij gemeen uithaalde met zijn armen naar haar nek. Zijn handen vonden greep maar konden niets uithalen. Een schot klonk tussen het tweetal. Nio Ping viel in de sloep tussen zijn mannen, dood. Er ontsnapte een kreet. Geschrokken sloeg ik mijn handen voor mijn mond en staarde naar de sloep de haastig weg roeide met het dode lichaam van Nio Ping. Toen Nina langs me passeerde nam ik haar hand en hield haar tegen
'Ne zei dat je geen onschuldige levens nam,' zei ik. Ze glimlachte alleen.
'Hij was niet onschuldig,' zei ze waarna ze de trap afliep naar een hut.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top