-14-

Ik gromde, het laatste wat we nodig hadden was een koets vol belangrijke mensen die zich kwam moeien.
Ik sleurde James mee naar de deur waas John en zijn zus in verdwenen waren. Zonder te kloppen deed ik de deur open. De zus van John keek me geschrokken aan alsof ik een of ander monster ben.
'We krijgen bezoek, zijn jullie bijna klaar?' Vroeg ik.
'Wie komt er?' Vroeg John gebiedend. Ik grimaste, 'weet ik veel...Er komt een koets, en als we hier blijven staan eindigen ik en James aan de galg.' Ik hoorde de zus van John iets zeggen wat lijkt als:'waar je thuis hoort.' Maar ik beslis er niet op te reageren.
'Faye, misschien kunnen ze naar je kamer,' stelde John voor. Faye keek hem geschrokken aan.
'Nee! Nee, niet naar mijn kamer, dat kan niet. Jou kamer is er ook nog.' John haalde zijn schouders op en liep bij zijn zus vandaan. Haastig liep ze achter hem aan.
'Maakt ook niet uit, Nina, volg me.'
'Een rondleiding, daar zaten we met zen allen op te wachten,' wierp James tegen.
'Het lijkt erop dag je alles in de hand hebt he Sparrow,' zei hij.
'Elk risico heeft zijn gevaren,' zei ik waarna ik de eerste gang op de bovenverdieping insloeg.
John stopte bij de tweede deur en deed hem met een ruk open. 'Hier, ga naar binnen n hou jullie stil!' Hij deed de deur terug dicht en liet de deur in het slot vallen. Ik liet James los met de gedachte dat hij niet kon ontsnappen. Ik hoopte dat hij niet kon ontsnappen. Ik keek de kamer rond, hij was nettjes, het leek er totaal niet op dat er iemand sliep. Er waren nergens persoonlijke spullen aan het rondslingeren of schilderijen aan de muren. De kamer had een raam die uitkeek op de baan naar de villa toe. Ik drukte me tegen de muur aan de zijkant en gluurde er voorzichtig door.
'Zorg dat je gezien word,' snauwde James.
'Zorg dt je je tong kan houden,' wierp ik tegen. Hij verbleekte even, ik kon mezelf niet tegenhouden. Het gevoel van triomf overviel me. De koets stopte voor de deur van de villa. Een man, stevig gebouwd stapte uit. Hij leek heel erg op John, hij had dezelfde haarkleur en uitdrukking.
'Het spijt me van deze haast, meneer. Maar hier kunnen we beter onderhandelen zonder kans op ontdekking. Mijn mannen kammen de hele buurt af opzoek naar mogelijke piraten. Er is zelf al een tip binnengekomen.' Zei meneer Westhall tegen de man die nog in de koets zat. Het viel me op dat niemand terug naar de koets durfde. Meneer Westhall stond zelf op een ruime meter van het voertuig vandaan. Ik wierp een snelle blik op James die nerveus leek rond te kijken. Hij keek even naar de deur en toen naar mij.
'Wat?' Siste ik.
'We zijn niet alleen,' zei hij. Ik keek hem ongelovig aan, 'hoe bedoel je?'
James keek terug naar de deur. Ik ving nog net een glimp op van het slot die bewoog.
Ok, ik word gek, dacht ik.
'Dat slot bewoog...Zag jij dat ook?' James knikte angstig. Zijn handen waren nog steeds op zijn rug geboeid. Hij draaide zich met zijn gezicht naar de deur toe.
'G-A--K-I-J-K-E-N,' mimede hij naar me. Ik gaf hem een bevestigende knik.
'Hou jij het raam in de gaten,' fluisterde ik hem toe. Snel verwisselden we van plaats. Ik trok mijn revolver uit en hield hem klaar. Er moesten normaal nog vier kogels in zitten. Genoeg dus. Als een kat sloop ik naar de deur toe. Ik meende de deurknop opnieuw te zien bewegen. De angst begon erger te worden. Maar die onderdrukte ik snel. Komaan Nina, het zal wel niets zijn. De deur zat natuurlijk jog steeds op slot. Ik ging naast de deur staan met mijn geweer in de aanslag. Alweer bewoog de klink. We bleven er zo stil mogelijk naar staren.
'Klik,' zei het slot. De deur was open. Het had zich vanzelf geopend. Ik keek geschrokken naar James. Hij had het ook door. Uit angst slikte hij maar knikte dapper. Mijn hand ging naar de klink en bleef er op rusten. De klink bewoog heel langzaam naar beneden. Er stond echt wel iemand aan de andere kant. Ik hield mijn adem in. De revolver klaar om te schieten als dat moest. De klink kon nu niet meer naar beneden. Heel voorzichtig ging de deur open. Ik zag door de geopende kier een oog kijken. De pupil was zwart maar de irissen grijs. Verwonderd bleef ik kijken. De deur ging niet meer verder open. De gedaante op de gang bleek even veel geschrokken te zijn als ik.
'Nina!' Fluisterde James zo luid. De deur wilde zich opnieuw sluiten maar ik stak er mijn hand tussen om dat te voorkomen. De man liet het los en liep haastig weg. Ik keek een laatste keer op James voor ik hem achterna ging.
'Jij blijft hier,' snauwde ik waarna ik de gangen in liep. Ik had vele rare dingen gezien maar iemand zonder been die toch nog rap kon lopen had ik nog niet gezien.
'Sta stil!' Bromde ik maar natuurlijk luisterde hij niet. Ik greep naar het hemd die hij aan had. Even kon ik de stof voelen, het voelde broos. Maar toen had ik niets meer dan lucht vast. Mijn hand zwaaide door de man geen. Mijn hart stopte. Geschrokken stopte ik met lopen. Ik kon hem alleen maar achterna kijken.

---
Hey, sorry dat het zo lang duurde. En dat het zo kort is, maar ik heb echt totaal geen inspiratie meer. Dus als jij iets leuks weet, zet het in de reacties. Want ik zit echt muur vast.

Groetjes

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top