Deel 38

Laat in de avond kwamen de jongens pas terug. Ze kwamen zonder Remus terug waar Lucy een beetje geschokt van opkeek maar ze zagen er zelf relatief goed uit.

"Lucy. Lucy, jij weet vast wel een spreuk om iemand's bloeding te stoppen toch?" Zei Sirius terwijl Lucy hem geschokt aankeek en haar toverstok pakte.

"Ja, hoezo wat is er gebeurd met Remus?" Vroeg ze terwijl de drie de leerlingenkamer uitliepen en in een vlot tempo naar buiten liepen.

"Nou ja, er is niets gebeurd met Remus..." Mompelde Sirius een beetje nerveus terwijl Lucy hem geschrokken aanstaarde en bijna tegen een steen aanliep.

"Wie is er dan gewond?" Vroeg ze waarna Sirius krot naar James keek. "Ehh. Nou ja je weet wel, die ene inval professor toch?" Vroeg hij een beetje beschaamt terwijl Lucy hem scherp aankeek. "Zeg alsjeblieft dat het niet jullie schuld was." Zei ze, een hint van irritatie en schok in haar stem.

"Wat? Nee natuurlijk niet! Wij kunnen er toch niets aan doen dat die man midden in de nacht besluite en rondje te lopen buiten en dan letterlijk voor de grap naar Remus gaat huilen?" Zei hij terwijl Lucy hem droog aankeek en zacht grinnikte. "Ja oke dat is wel heel stom." Zei ze waarna ze aankwamen bij de beukwilg en Sirius in een hond veranderde waarna hij erdoorheen rende.

Lucy zuchtte en mompelde "opschepper" terwijl ze haar toverstok pakte en ze een spreuk uitsprak waarna de boom in zijn bewegingen bevroor.

James en Lucy liepen richting de boom waarna Lucy een beetje verbaasd naar James keek die zacht glimlachte en haar middel vastpakte waarna de twee naar beneden gleden. Lucy keek een beetje verbaasd naar James die glimlachte waarna de twee opstonden en de trap opliepen.

Ze kwamen in een soort woonkamer uit met kapotte meubels en een man die in het midden van de kamer lag dood te bloeden. "Jemig jongens. Jullie kunnen echt niets zelf he?" Zei ze een beetje geïrriteerd terwijl ze naast de man ging zitten en een spreuk uitsprak.

Het bloed stopte met vloeien en begon langzaamaan te verdwijnen terwijl de snede kleiner werd. "Is er nog iets anders?" Vroeg ze terwijl James zacht naar zijn been knikte waar diepe tand afdrukken instonden.

Oh shit.

"Shit, jongens jullie weten wat er gebeurd met mensen die worden gebeten door weerwolven toch?" Vroeg ze terwijl James haar een beetje geschrokken aankeek. "Ze worden verliefd op hem? Nee Lucy dat weet ik toch niet." Zei Sirius zuchtend terwijl Lucy hem droog aankeek.

"Dan veranderen ze zelf iedere volle maan in een weerwolf slimpie." Zei ze waarna Sirius haar geschrokken aankeek en zijn hoofd schudde. "Nee. Wat, echt waar? Waarom zijn wij dan nog geen weerwolven? Ik weet zeker dat Remus ons beide meerdere keren heeft gebeten." Zei hij terwijl James zuchtte. "Weerwolf beten werken niet als je in animagus vorm bent." Zei Lucy waarna Sirius een o gezicht trok en James zuchtte.

"En nu moeten wij de arme man gaan vertellen dat hij een weerwolf is." zei hij terwijl Lucy kort naar de man keek. "Hoe wist jij die spreuk eigenlijk?" Vroeg Sirius terwijl Lucy hem aankeek. "Nou weet je, ik lig nog weleens in de ziekenzaal." Zei ze terwijl James zacht grinnikte en Sirius zacht lachend zijn hoofd schudde.

"Waar is Remus eigenlijk?" Vroeg ze terwijl Sirius haar een beetje verbaasd aankeek en zijn glimlach verdween. "Weten we niet. Hij is weggerend en nog niet teruggekomen ook al is de volle maan bijna voorbij." Zie hij terwijl Lucy op de kapotte, tikkende klok aan de muur keek.

Half zes.

Het was inderdaad bijna zonsopgang.

"Sirius ga hem zoeken. James, help me alsjeblieft om de man hier weg te krijgen." Zei ze waarna James knikte en Lucy haar toverstok pakte. "Jij houdt de deuren open." Zei ze waarna James naar de deur liep en Lucy de arme man in de lucht liet zweven.

Ze liepen de ziekenzaal in waar madame Pleister al zat te wachten en geschrokken naar de man keek. "Oh jeetje wat is er gebeurd?" Vroeg ze terwijl Lucy de man voorzichtig op het bed liet landen en James zuchtte.

"Laten we het erop houden dat niemand hem had ingelicht dat er op de volle maan een weerwolf buiten loopt en dat je nooit moet reageren als je een wolf of weerwolf hoort huilen." Zei hij terwijl Madame Pleister hem een beetje geschokt aankeek en ze knikte. "Wie heeft de spreuk uitgevoerd?" Vroeg ze terwijl ze voorzichtig haar vingers over de helende wond liet gaan.

"Ik. Sorry als ik het verkeerd heb gedaan maar we moesten toch iets doen." Zei Lucy terwijl madame Pleister haar onder de indruk aankeek. "Nou Lucy, ik ben eerder blij dat je het hebt gedaan anders was de arme man al dood geweest." Zei ze terwijl Lucy zacht glimlachte en madame Pleister een soort witte pasta over de wond smeerde.

"Jullie zijn oké toch?" Vroeg ze terwijl Lucy en James beide knikten en madame Pleister even naar de deur keek die krakend openging. "Oh. Sorry bent u bezig?" Vroeg Regulus terwijl hij kort naar de man keek en toen pas realiseerde dat het volle maan was.

"Oh." Het was even stil terwijl madame Pleister richting hem keek. "Wacht waar zijn Remus en Sirius?" Vroeg hij waarna hij een beetje bezorgd naar Lucy keek. "Sirius is Remus zoeken. Hij was weggerend." Zei ze waarna hij kort naar James keek. "Hij is wel oke toch?" Vroeg hij terwijl James knikte. Regulus zuchtte opgelucht.

De volgende die binnen kwam rennen was Sirius die uitgeput zuchtte en bijna op de grond viel van de uitputting waarna madame Pleister hem bezorgd een glas water gaf.

"Ik. Kan. Hem. Nergens. Vinden." Hijgde hij terwijl Lucy kort naar James keek. 'We helpen wel met zoeken." Zei ze waarna Regulus knikte. "Ik help ook." Zei hij waarna Sirius snel zijn hoofd schudde en Regulus hem verontwaardigd aankeek.

"De maan is toch al weg. Ik kan net zo goed gewoon helpen Sirius. Des te eerder hebben we hem gevonden." Zei hij terwijl Sirius zuchtte. "Goed, maar doe alsjeblieft voorzichtig." Zei hij waarna Regulus zacht glimlachte. "Altijd." Mompelde hij terwijl de vier de ziekenzaal uitliepen en richting het bos liepen.

"James, jij komt met mij mee." Zei Sirius terwijl Lucy en Regulus in stilte keken hoe de twee het bos inliepen. "Oke..." Mompelde Lucy terwijl ze een lichtje maakte met haar toverstok en de twee ook het bos inliepen.

"Remus? Ben je ergens hier?" Vroeg Sirius terwijl James zuchtte. "Pads ik geloof niet dat hij echt gevonden wilt worden." Zei James terwijl Sirius hem droog aankeek en zuchtte. "Nee dat snap ik zelf ook wel."

"Oh jeetje Remus.." Mompelde Lucy geschrokken terwijl ze naast de opgekropte Remus ging zitten. Hij zat ergens achter een boom met zijn hoofd verstopt tussen zijn knieën. Hij was zacht aan het snikken.

Lucy gaf hem een knuffel waarna hij haar wegduwde. "I-ik ben w-wel een m-monster." Snikte hij terwijl hij iets harder begon te huilen en Lucy hem verbaasd aankeek. "Je bent helemaal geen monster Remus. De man is oké en het was niet jouw schuld." Zei ze terwijl Remus haar kort aankeek.

De nieuwe littekens op zijn gezicht brandde en het deed Remus pijn om zijn vrienden aan te kijken.

Hij was een monster.

Hij had bijna een man vermoord.

"He Remus. Het komt wel goed. Je bent geen monster, het was niet jou schuld." Zei ze terwijl Remus haar kort aankeek en zijn hoofd schudde terwijl hij weer begon te huilen.

"I-ik b-ben w-we-wel een m-mons-ter." Snikte hij terwijl zijn adem patroon steeds onregelmatiger werd en het begon te lijken alsof hij bijna stikte van het weinig ademhalen.

Lucy keek hem verstomd aan en keek kort naar Regulus die naast Remus aan de andere kant ging zitten en zijn handen weghaalde van zijn gezicht. "Hey, Remus. Shhh, het is oke. Tel tot tien met me oké?" Zei hij zacht terwijl Remus zacht knikte en zijn best deed om zijn tranen te stoppen zonder geluk.

Regulus telde op een rustig tempo tot tien terwijl Remus hem zwakjes nasprak en na een tijdje een stuk minder huilde. "D-dankje." Mompelde hij zacht terwijl Lucy dankbaar maar Regulus keek maar haar brein niet kon stoppen van alle gedachtes.

Had hij dit zelf ook vaker gehad?

Was dit een coping-mechanisme?

~~~
A/N: Nee Lucy, dat is het niet. Dit is geen manier om je trauma's te verwerken mensen!

Maar goed hallo iedereen en sorry dat ik weer eens lekker laat ben lol.

Ik had het druk met een gek mini verhaal in m'n hoofd te bedenken wat ik waarschijnlijk nooit ga schrijven.

Wat doet Caya altijd wanneer ze zich verveelt...

Vraag: hebben jullie een iPhone of Samsung of iets anders qua telefoon?

Ik heb een iPhone maar ik was benieuwd en had geen idee voor een andere vraag dus ja lol.

Maar dat was het weer voor vandaag.

Groetjes Caya! 1500 woorden

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top