Deel 26

"Afleiding? Waarvoor heb je een afleiding nodig?" Vroeg Regulus terwijl hij Lucius aankeek die hem verbaasd aankeek.

"Legilimentie." Zei hij terwijl Lucius zijn ogen rolde en Regulus sloeg. Regulus keek hem emotieloos aan en Lucy keek kort van Lucius naar Regulus.

Wat was hij nou weer van plan?

"Luister Malfoy, je kan nu weggaan en ongedeerd thuiskomen of je hebt een gigantisch probleem." Zei hij terwijl Lucius kort naar Braxton keek.

"Ik geloof dat we hier prima staan dankjewel Black." Zei hij terwijl Braxton een spreuk richting Regulus schoot die hem ontweek en boos naar hem keek.

"Mag ik vragen hoe jij spreuken kan gebruiken Rosier?" Vroeg James terwijl Braxton breed grijnsde. "Ik ben al een tijdje zeventien." Zei hij waarna James zuchtte en zijn ogen rolde. "Natuurlijk. Waarom zou de wereld ook ooit meewerken." Zuchtte hij terwijl Lucy hem aankeek.

"James, misschien moeten we Sirius om hulp vragen." Mompelde ze zacht terwijl Lucius fronste en naar de deur keek. "Is die bloedverrader ook hier?" Vroeg hij waarop Lucy haar hoofd schudde en hij kort naar haar keek. "Waar is hij dan?" Vroeg hij terwijl James snel naar Lucy keek die haar schouders ophaalde.

"Waarom zou je hem dan om hulp willen vragen?" Vroeg hij terwijl Lucy zuchtte en Regulus haar aankeek. "Misschien omdat jij het niet waard bent om mijn toverstok voor te verliezen." Zei ze terwijl Lucius haar verbaasd aankeek en naast haar ging zitten.

"Maar Lucy ik ben hier om je te redden." Ziet ij terwijl Lucy ongelovig haar hoofd schudde. "Ja tuurlijk. Ik ken je al langers als vandaag Lucius." Zei ze terwijl Lucius diep zuchtte. "Weet je echt alle goede dingen niet meer?" Vroeg hij terwijl Lucy hem kort aankeek en naar Regulus keek.

"Nee. Maar dat komt vast omdat het er niet veel waren." Zei ze waarna Lucius weer opstond. "Ik doe zo hard mijn best. Ik laat je telkens opnieuw in de familie komen zodat we weer blij kunnen zijn met zijn tweeën en telkens flik je me dit. Je verdient het helemaal niet om in de familie te horen!" Riep hij boos terwijl hij een duistere spreuk richting Lucy stuurde die een pijnlijk gezicht trok.

"Je lijkt bijna wel een parasiet. Je gaat nooit dood." Mompelde hij terwijl hij zich omdraaide. "Oh, en dankjewel voor de hint. Dat hadden we nodig." Zei hij waarna hij verdwijnselde gevolgd door Braxton.

Lucy keek verbaasd naar James die zijn schouders ophaalde.

"Jongens. Het was vandaag volle maan toch?" Vroeg Regulus terwijl hij naar de lucht keek en Lucy knikte. "Ja, hoezo?" Vroeg ze terwijl James fronste. "Nou, ik heb zomaar het gevoel dat er iets gaat gebeuren met Remus en dat we blij mogen zijn dat Sirius erbij is." Zei hij terwijl James geschrokken naar hem keek.

"Maar Sirius is nog steeds zestien! Hij kan nog helemaal niet toveren buitenom Hogwarts!" Riep James terwijl Lucy hem geschrokken aankeek.

Shit.

Lucy zuchtte diep en deed haar best om op te staan waarna James haar verbaasd aankeek.

Het deed geen pijn.

Ze kon weer lopen.

Ze liep voorzichtig naar de deur die ze opende met de sleutel die eruit was gevallen waarna haar benen weer genoeg hadden gedaan en ze tegen de deurpost leunde zodat ze niet op de grond viel.

"James, ga Remus helpen. Ik en Regulus blijven wel hier." Zei ze waarop Regulus knikte en James zacht glimlachte. "Ik probeer zo snel mogelijk thuis te zijn Luce." Mompelde hij terwijl hij haar een kus gaf en kort naar regulus keek die bezorgd naar de horizon staarde.

"Je kent Fenrir Greyback toch wel?" Vroeg hij terwijl James knikte en Regulus zuchtte. "Ik denk dat hij Remus' geur ergens heeft geroken en hem nu komt halen voor zijn roedel." Zei hij terwijl James geschrokken naar Regulus keek.

"En wat gebeurt er als hij nee zegt?" Vroeg hij terwijl Regulus zuchtte. "Ik denk dat je dat zelf wel weet." Mompelde hij terwijl James zuchtte en zacht glimlachte naar Regulus.

"Zorg voor Lucy. Ik probeer om zo snel mogelijk terug te zijn met hopelijk beide jongens." Zei hij waarna hij verdwijnselde naar het huis van de Lupins en op de deur klopte.

"Hallo James. Wat is er?" Vroeg Remus' moeder, Hope, waarna ze de deur opende en James naar binnen liet lopen.

"Oh, niets bijzonders. Ik kwam even kijken hoe het ging met Remus." Zei hij terwijl Hope glimlachte. "Ze zijn boven." Zei ze waarna James dankbaar glimlachte en de trap opliep.

"Moony? Padfoot?" Vroeg hij terwijl hij voorzichtig de deur van Remus' kamer opende en naar binnen liep.

Remus' hoofd was verstopt onder de dekens. Zijn haar was nog net zichtbaar en Sirius zat ernaast.

"James. Is er iets gebeurd?" Vroeg hij terwijl James zijn hoofd schudde en richting het bed liep.

"Is Remus aan het slapen?" Vroeg hij waarop Sirius knikte en James zuchtte. "Het is echt belangrijk. Kunnen we hem misschien wakker maken?" Vroeg hij waarop Sirius fronste en knikte.

"Moony. James wil je iets vragen." Zei hij zacht terwijl hij voorzichtig de deken van Remus' hoofd trok. Remus keek hem boos aan en trok de deken terug waarna Sirius zuchtte.

"Ik vertel het wel tegen hem als hij weer wakker is, oké?" Stelde Sirius voor waarop James knikte. "Nou, er is dus een weerwolf, Fenrir Greyback. Die weerwolf heeft Remus ooit gebeten en nu heeft hij Remus' geur opgevangen. Hij wilt Remus rekruteren voor zijn roedel en dat gaat hij hoogstwaarschijnlijk vandaag doen." Legde hij uit waarna Sirius hem geschokt aankeek en kort naar Remus keek.

"Nee. Waarom had hij Remus dan niet gewoon meegenomen toen hij kleiner was?" Vroeg hij, een korte blik op Remus gericht waarna hij terug naar James keek.

"Omdat weerwolven volwassen moeten zijn voordat ze in roedels kunnen tenzij hun ouders in de roedel zitten." Zei hij waarop Sirius zuchtte.

"Wat als ik nee zeg?" Vroeg Remus vanonder de dekens terwijl Sirius kort naar James keek die slikte. "Ik weet het niet. Maar ik geloof dat hij doelt om jou dan te vermoorden." Zei hij terwijl Sirius' pupillen vergrootte en hij geschrokken naar James keek.

"Nee. Nee. We beschermen je wel. Ze komen vast nooit door ons heen." Zei hij terwijl James zuchtte en zijn hoofd schudde. "Sirius, dat is zelfmoord. Weet je wel niet hoe groot Fenrirs' roedel is?" Vroeg hij waarop Sirius diep zuchtte en zijn hoofd schudde.

"Wat moeten we dan doen? We kunnen Remus onmogelijk gewoon laten vermoorden. Ik neem toch aan dat hij niet bij Fenrir's roedel wilt horen." Zei Sirius waarna James zuchtte en Remus de dekens van zijn gezicht afhaalde.

"Ik ga het doen. Ik wil jullie niet in gevaar brengen." Zei hij terwijl James fronste en hem vragend aankeek.

"Nee. We gaan bijna terug naar Hogwarts. Daar ben je veilig toch?" Vroeg James waarna Remus knikte en Sirius zuchtte. "Waar moet hij dan nu heen?" Vroeg hij waarop James even nadacht.

"Wissel de dagen af. Een dag bij Sirius, een dag thuis en een dag bij ons. Sirius gaat dan met je mee en dan ben je zo goed als gegarandeerd veilig. Totdat we naar Hogwarts gaan dan." Zei hij terwijl Remus zuchtte en zacht zijn hoofd schudde.

"Nee, dan breng ik jullie toch nog steeds in gevaar?" Zei hij waarop James zijn hoofd schudde en "nou en? Dat is onze keuze Moony" antwoordde.

Remus zuchtte en trok de dekens weer over zijn hoofd. "Oké. Maar als ze komen laten jullie mij meegenomen worden. Ik wil niet dat jullie jezelf zodanig in gevaar brengen voor mij." Zei hij waarna er zacht op de deur werd geklopt en James omkeek.

"Wat is er?" Vroeg Remus terwijl zijn vader, Lyall, de deur opende en zacht glimlachte naar de drie jongens. "Ik geloof dat er bezoek is voor je Remmy." Zei hij terwijl James zacht grinnikte van de bijnaam en Remus diep zuchtte.

"Pap, kan je me alsjeblieft niet zo noemen?" Vroeg hij terwijl Lyall zacht grinnikte en knikte. "Natuurlijk, zal ik ze naar boven sturen?" Vroeg hij waarop Remus fronste en "Ze?" Vroeg.

"Ja, het zijn er twee. Een meisje en een jongen." Zei hij terwijl Remus zuchtte en knikte. "Stuur ze maar naar boven hoor." Mompelde hij waarna zijn vader weer wegliep en de deur sloot.

Niet meer als twee minuten later liepen Lucy en Regulus naar binnen en keek James verbaasd naar de twee. "Lucy? Regulus? Wat doen jullie nou weer hier?" Vroeg Remus terwijl hij gaapte en iets dichterbij Sirius ging liggen.

"De afleiding was niet voor Remus." Zei Lucy waarna James fronste.

Maar waarvoor dan wel?

~~~
A/N: ja ja hallo ik leef nog :)

Niet boos worden dat ik gisteren niet heb gepost, school geeft gelijk zeventienhonderd opdrachten huiswerk op.

Vraag: Zijn jullie meer kasten of honden personen?

Ik ben zelf meer een katten persoon lol.

Dat was het weer.

Waarschijnlijk Tot morgen!

Groetjes Caya. 1477 woorden

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top