Deel 2
Regulus keek vragend naar zijn raam waar een uil op kraste.
Hij kreeg een opgelucht gevoel toen hij merkte dat het de uil van de Potters was en hoopte dat het een brief van Lucy was waarin stond dat ze niet dood was.
Hij opende het raam en de uil vloog naar binnen terwijl Regulus de brief losmaakte.
Lucy's handschrift.
Hij opende de brief maar bij het lezen verdween zijn glimlach snel.
Ze was dood.
Ze was dood en Regulus had geen afscheid kunnen nemen.
Hey Reggie.
Ik hoop zeer erg dat James de brief heeft verstuurd.
De brief brengt helaas geen goed nieuws.
Als je deze brief krijgt, ben ik dood.
Ik hoop dat ze niet stom genoeg zijn om je niet uit te nodigen voor mijn begrafenis.
Ik wil dat jij mijn ring krijgt. Of nou ja, jou ring.
Ook wil ik dat je samen met Sirius en James uitzoekt wie van jullie de rest van mijn spullen krijgt.
Ik ben hier niet de beste in. Maar ja, wie is wel goed in een brief schrijven voor als ze dood zijn.
Ik houd zielsveel van je en ik zou alleen maar blij zijn als je een nieuwe beste vriendin vindt.
Liefs, Lucy.
Regulus begon te huilen en liet zichzelf op de grond zakken waarna hij met zijn rug tegen zijn bed aan ging zitten.
Hij hoopte zo erg dat Lucy niet dood zou gaan als ze het niet zou doen.
Hij wist dat ze nooit een dooddoener wilde worden en hij wenste haar dat nooit toe. Maar nu ze echt weg was had hij er spijt van dat hij haar niet had overgehaald om het toch te doen.
Gewoon zodat ze nog zou leven nu.
Hij merkte nu pas dat de uil nog een enveloppe vasthad. Hij haalde hem van zijn pootje af en haalde het kaartje uit de enveloppe.
'Je was een lichtpuntje in onze levens.'
Lucy Avalynn Malfoy.
Overleden op 25 juni om twaalf uur.
Met dit kaartje willen we u laten weten dat u bent uitgenodigd voor de begrafenis op 4 augustus. Het begint om twaalf uur en zal tot twee uur ongeveer duren.
Regulus las het kaartje niet eens af.
Hij gooide het door zijn kamer en begon weer te huilen.
Lucy was dood.
Ze was gewoon dood.
En hij miste haar nu al.
~~
Drie dagen later was de begrafenis gepland.
James kon de laatste dagen verschrikkelijk slecht slapen en was ook vandaag de hele nacht al wakker.
Hij zou vandaag afscheid nemen van Lucy.
Voorgoed.
Voordat hij het merkte begonnen de al te bekende tranen weer te vloeien en James verborg zijn hoofd in zijn kussen.
Er werd op zijn deur geklopt.
James antwoordde schor met "ja?" en de deur ging voorzichtig open.
"Sorry, ik weet niet of je aan het slapen was maar ik kon echt niet slapen..." Zei Sirius terwijl hij zacht glimlachte en James rechtop ging zitten in zijn bed. "Je denkt dat ik nu nog kan slapen?" Vroeg hij terwijl Sirius zacht glimlachte.
"We hebben Regulus ook een uitnodiging gegeven. Voor als hij wilde komen. Lucius niet. Lucy mocht niet eens op haar vaders begrafenis komen." Zei hij terwijl James uit het raam staarde.
"Hoe gaat het met Remus? Het spijt me heel erg dat ik hem niet heb geholpen vorige week..." Mompelde James terwijl Sirius zuchtte. "Het gaat goed. De meeste sneden zijn weer weg gelukkig. Euphemia wist nog wel het een en het ander van helende spreuken." Zei hij terwijl James zacht knikte.
"Jij weet zeker dat je ouders niet zo'n stunt hebben gedaan bij jou toch? Ik wil jou ook niet gaan verliezen." Zei James terwijl Sirius zijn hoofd schudde. "Ik weet niets bij mijn ouders. Maar ik ben al zestien geworden dus ik denk niet dat ze nog zo'n stunt zouden doen."
Oh ja.
Sirius werd dit jaar pas zeventien.
"Was je dat nou vergeten?" James keek verbaasd op maar schudde zijn hoofd weer toen hij Lucy helemaal niet zag staan.
Hallucinaties.
Het leek steeds erger te worden.
Net alsof James' brein hem nog even wilde laten weten hoe het zou zijn als ze er wel was en er dan inwreef dat ze er niet meer was.
~
Blijkbaar was James toch in slaap gevallen want hij werd wakker geschud door Sirius die uit het bed stapte.
"Kom James." Zei hij terwijl hij de slaapkamer uitliep en ging aankleden.
James stond ook op en liep de badkamer in. Hij trok zijn kleren aan een deed een poging om zijn haar te kammen maar gaf snel op en liet het maar doen.
Hij liep naar beneden en werd gegroet door Euphemia die hem omhelsde en een kus op zijn wang drukte.
"We moeten wel gaan als we op tijd willen zijn." Zei Fleamont. Hij leek op dit moment verassend veel op James. Ze droegen beide een zwarte blouse met een zwarte broek en Fleamont's haar zat net zo warrig als James' haar.
De vier stapte de auto in en begonnen te rijden.
Eenmaal aangekomen werden ze door de familie ingang begeleid richting een kleine kamer waar ze voor het laatste moment afscheid konden nemen.
Sirius was de eerste die ging, daarna gingen Fleamont en Euphemia samen naar binnen.
James wist niet wat hij moest doen.
Hij liep naar binnen en ging naast de lichtbruine kist zitten.
Lucy droeg een kort, wit jurkje. Ze had een enkele rode roos in haar handen en er lagen een paar brieven naast haar.
"Hey."
"Ik weet dat je wilt dat ik doorga Luce, maar het gaat gewoon niet. Ik, ik houd zo ontiegelijk veel van je. Ik weet bijna zeker dat ik nooit zoveel van iemand anders zou houden." Hij begon te huilen en deed zijn best om tevergeefs te stoppen.
"Ik kan het gewoon niet."
Zijn stem was schor. Het klinkt bijna als een fluistering.
Hij stond op en gaf Lucy een kus op haar voorhoofd.
Wacht.
Ze was aan het ademen.
Was hij nou alweer aan het hallucineren?
Hij knipperde een paar keer maar ze leek nog steeds te ademen.
De deur ging zacht open en Euphemia liep erin.
"Mam." Zei James terwijl hij richting Lucy keek. "Ligt het aan mij of is ze toch echt aan het ademen?" Vroeg hij terwijl Euphemia richting hem liep en verbaasd naar Lucy keek.
Ze legde voorzichtig haar vingers tegen haar nek aan en keek ongelovig naar James.
"James, haal je vader en Sirius. Ik denk dat ze nog leeft."
James knikte kort en liep de kamer uit.
Hij begon weer te huilen. Dit keer van hoop.
"Jongens... Lucy leeft nog." Zie hij terwijl Fleamont hem verbaasd aankeek en Sirius opstond en de kamer inliep.
"Ze ademt. Ik, ik weet niet hoe maar toch." Zei James terwijl hij en Fleamont ook naar binnen liepen.
"Iemand, haal iemand van de organisatie en vertel ze dat Lucy nog ademt. Ze moet naar een ziekenhuis misschien word ze nog wakker. James, kan jij de gasten vertellen dat er geen begrafenis is?" Vroeg Euphemia terwijl James knikte en hij samen met Fleamont uit de kamer liep.
"Ze doet het gewoon weer." Mompelde Sirius terwijl hij keek naar Lucy's borstkas die rustig op en neer bewoog.
Ze leefde gewoon nog.
"Jongens. Ik heb verassend nieuws." Zei James terwijl hij de gastenkamer inliep en de aandacht van de weinig mensen die er waren trok.
Remus, Lily, Marlene, Alex, Regulus. Zelfs Minerva en Poppy waren gekomen. Er waren nog een aantal andere mensen die Lucy nog kende vanwege haar vader.
"Lucy leeft nog."
Iedereen keek James verbaasd aan. Remus en Regulus stonden op en liepen richting James die ze richting de familie kamer nam.
"Ze leeft nog. Ze ademt. Ik weet niet hoe, of waarom, maar ze leeft nog." Zei hij terwijl de twee samen met James de kamer inliepen en Sirius verbaasd opkeek.
"Regulus. Je bent gekomen." Zei hij met een kleine glimlach en Regulus knikte zacht.
"Waarom zou ik niet komen?"
Hij liep richting de kist en begon te huilen van blijdschap.
Dit mocht ze toch niet nog een keer flikken.
Jemig wat was hij blij dat ze nog leefde.
Het was ongelooflijk.
Lucy leefde nog.
~~~
A/N: Oké, kom op.
Jullie dachten toch niet echt dat ik Lucy dood zou laten gaan?
Nou misschien in de toekomst wel want dat is voor nu tot hoever ik het verhaal heb uitgedacht maar ik weet het nog niet hehe.
Maar ze leeft nog! Jass.
Ze is nog niet wakker of bij bewustzijn, maar ze leeft nog!
Vraag: Wat drinken jullie het liefste?
Ik ijskoffie of cassis.
Of siroop, heel vreemd ik weet het.
Maar wel alleen de raak frambozensiroop. Anderen niet.
Dat was het weer.
Groetjes Caya! 1453 woorden.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top