Deel 18

"Jongens ik wil toch terug naar huis."

Sirius zuchtte diep en ging rechtop in zijn bed zitten. Remus trok aan zijn shirt waarna Sirius zijn hand vastpakte en James uit bed stapte.

"James. Het is half twaalf in de avond." Zei Sirius die probeerde om Remus te laten slapen zodat hij rustig James kon vertellen dat het stom was om nu te gaan.

"Dus? Ik voel me schuldig." Zei hij terwijl James een trui over zijn pyjama aantrok en de kamer verliet.

"Ja, nee. Je gaat niet zo laat nog weg James." Zei Sirius terwijl hij ook uit zijn bed stapte waarna Remus een beetje geërgerd wakker werd en Sirius weer terugtrok in bed.

"Nee, sorry Moony. Iemand kreeg het idee om nu nog terug naar huis te gaan." Zei Sirius terwijl Remus boos naar James keek die onschuldig zijn handen in de lucht stak.

"Jullie mogen mee als jullie willen maar ik ga weg." Zei ze waarna Remus diep zuchtte en kort naar Sirius keek. "Goed. We gaan mee." Zei hij terwijl hij een gaap tegenhield en uit bed stapte. Hij trok een trui aan en pakte Sirius' hand vast waarna ze met zijn drieën weer verdwijnselden.

Eenmaal in het huis glimlachte James zacht en liep hij naar boven. Hij liep eerst Lucy's kamer binnen die leeg was en liep daarna zijn kamer binnen die ook leeg was. Hij fronste en keek in Regulus' kamer. Hij liep richting het bed en trok de dekens weg van over de kussens.

"The fuck?" Mompelde hij terwijl hij richting de slaapkamer van zijn ouders liep.

Ook leeg.

"Shit. Pads! Zijn ze beneden?" Vroeg James terwijl hij de trap afliep en Sirius fronste. "Nee. Hoezo?" Vroeg hij waarop James gefrustreerd zuchtte en een hand door zijn hand haalde.

"Waar the fuck zijn ze dan?" Zei hij terwijl Sirius hem een beetje verbaasd aankeek. "Sinds wanneer vloek jij zoveel?" Vroeg hij waarna James hem even geïrriteerd aankeek.

"Sinds dat ik niet weet waar mijn ouders en vriendin zijn." Zei hij terwijl Sirius opstond.

"Misschien zijn ze juist nu onderweg naar ons." Zei hij maar James schudde zijn hoofd. "Mijn ouders zouden nooit zo laat met de auto weggaan."

De auto.

Fuck.

"Waar is de auto dan?" Vroeg Remus die naar buiten keek.

"Oh. Hoi jongens." Zei Regulus verbaasd. "Waar kom jij nou weer vandaan?" Vroeg James terwijl hij ging zitten en Regulus grinnikte nerveus.

"De keuken..." mompelde hij terwijl Sirius naar het glas melk in zijn hand keek en zacht glimlachte.

"Wacht, waar zijn Lucy, Euphemia en Fleamont?" Vroeg hij terwijl James fronste en weer opstond waarna Sirius hem terug duwde. "Zitten jij." Mompelde hij terwijl James zuchtte.

"Waarom zouden wij dat weten? We hebben ze niet gezien." Zei Remus verbaasd terwijl Regulus' ogen groot werden en James hem geschrokken aankeek.

"Ze zijn drie uur geleden vertrokken naar Sirius' appartement."

James sprong op en liep snel de deur uit terwijl Remus zuchtte en hem terugtrok zodat hij niets stond ging doen.

"Zijn ze met de auto gegaan?!" Vroeg hij, tranen in zijn ogen verschijnend. "Ja, hoezo?" Vroeg Regulus terwijl James kort naar Remus keek en zijn arm lostrok maar Remus was sterker en hield hem vast.

"Laat me los! Klootzak, laat me los ik moet ze gaan zoeken!!" Riep hij terwijl hij begon te huilen en gefrustreerd zichzelf probeerde los te trekken.

Laat mijn droom niet waar zijn.

Het was maar een droom.

"Nee. We gaan met je mee James, maar je moet beloven dat je bij ons blijft." Zei hij terwijl James knikte en Remus zijn arm losliet.

"Hoe denk je dat ze zijn gereden? Er zijn honderden wegen naar mijn appartement vanaf hier." Zei Sirius terwijl hij ook opstond en gevolgd door Regulus door de voordeur liep achter Remus en James aan.

"Ik heb een idee en ik hoop dat ik geen gelijk heb." Mompelde James terwijl hij Regulus' hand vastpakte die hem geschokt aankeek waarna hij Remus kort aankeek die hem begreep en Sirius' hand vastpakte.

James greep zijn andere hand vast en de vier verdwijnselden allemaal naar de brug waar hij telkens nachtmerries over kreeg.

"James, waarom zijn we hier?" Vroeg Sirius verbaasd terwijl Remus richting de brug liep.

"Sirius, haal James hier weg, nu!" Riep hij terwijl Sirius knikte en James' arm vast wilde grijpen maar hij was sneller en trok zijn arm los waarna hij richting Remus liep.

De hele brug was kapot gegaan en vanonder aan de brug lag iets wat leek op een geëxplodeerde auto.

James keek geschrokken naar Remus die zacht zijn hoofd schudde en James vastpakte maar hij verdwijnselde naar beneden en liep naar de schroot wat nu steeds meer op zijn vaders auto ging lijken.

"Nee. Nee! Nee!!" Riep hij terwijl hij naar de auto rende en op zijn knieën ging zitten bij de hoop schroot.

Zijn vader had zijn ogen open. James begon te huilen en chekte zijn hartslag.

Niks.

Hij keek op naar Remus die naast hem ging zitten en hem een knuffel wilde geven.

Hij schudde zijn hoofd en schudde hem van hem af waarna hij opstond en naar waar ooit de passagiers stoel zat liep.

Zijn moeder had haar ogen gesloten. Remus ging naast hem zitten en chekte haar hartslag.

Niks.

Hij keek geschrokken naar James die snel weer opstond en wegliep van het schroot.

"Nee!! Waarom nou mijn ouders!!" Riep hij hard uit en Sirius die nog op de brug stond met Regulus keek geschrokken naar James.

James liet zichzelf op de grond vallen en begon te huilen.

Waarom.

Het was allemaal zijn schuld.

Als hij niet zo egoïstisch was en niet weg was gelopen waren ze nu niet dood.

Remus sloeg zijn armen om hem heen en James worstelde om hem van hem af te slaan maar het lukte niet waarna hij opgaf.

Sirius en Regulus gleden beide naar beneden van de grasheuvel en liepen richting James en Remus.

"Laat me los Remus!" Riep James gefrustreerd terwijl hij snikte en Sirius keek geschrokken naar de auto.

"Nee. Zeg me dat dat niet hun auto is. Nee!" Riep Sirius terwijl hij naar de auto rende en zichzelf op de grond liet vallen bij de auto waarna hij ook begon te huilen.

Regulus keek geschrokken op en liep in een rap tempo naar Sirius waarna hij naar de auto keek.

Waar was Lucy?

Hij sloeg zijn armen om Sirius die tegen hem aankroop en begon te hikken van het vele huilen. Hij keek naar de schroothoop maar keek weg bij het zien van het levenloze lichaam van Euphemia.

"W-waar is L-Lucy?" Vroeg James die richting de twee liep en naar de schroothoop keek.

Remus keek rond en keek geschrokken naar James die hem verbaasd aankeek.

"Misschien leeft ze nog?" Vroeg hij terwijl James fronste en Remus in de richting knikte van waar ze lag.

Regulus keek op en stond op, snel gevolgd door Sirius. James' ogen waren rood geworden van het huilen en hij had zijn bril in het gras gelegd waarna Remus hem had opgepakt en meegenomen.

James was de eerste die bij Lucy aankwam en ging op zijn knieën bij haar zitten.

Ook zij had haar ogen gesloten. Hij begon weer te huilen en chef-kok haar hartslag.

Niet doodgaan.

Niet doodgaan.

Niet doodgaan.

Niet doodgaan.

Niet doodgaan.

Niks.

Misschien ben ik er wel gewoon niet goed in en leven ze alle drie gewoon nog.

Sirius ging naast hem zitten en checkte haar hartslag waarna hij opgelucht naar James keek die fronste.

"James, ik krijg het gevoel dat je niet weet hoe je een hartslag moet meten." Zei hij terwijl James zijn middelvinger opstaken Lucy een knuffel gaf.

"Oh wat ben ik toch blij dat je nog leeft." Zei hij terwijl hij Lucy's lichaam wilde optillen.

"Nee! James leg haar neer. Dat is de eerste regel van muggle ziekenhuizen en dat is nog slim ook. Nooit een patiënt bewegen als je niet weet wat het kan zijn." Zei Remus die naast hun ging zitten gevolgd door Regulus die opgelucht zuchtte en Sirius een knuffel gaf.

"Straks is haar rug gebroken en weten wij het niet. Dan kan je haar permanent verlammen als je haar te veel beweegt." Zei hij waarna James hem aankeek.

"Wat moet ik dan doen? Haar hier dood laten gaan? Ze moet naar een ziekenhuis Remus." Zei hij terwijl Remus zuchtte en Sirius' arm vastpakte.

"Nee. Je gaat zelf maar, ik wil niet weg." Zei Sirius waarop Remus diep zuchtte en verdwijnselde naar het ziekenhuis.

"Wat gaat hij nou weer doen?" Vroeg Regulus waarna James zijn schouders ophaalde en Sirius zuchtte. "Hij gaat naar een tovenaars ziekenhuis om ze hierheen te halen." Zei hij waarop James zacht knikte.

Hij keek even kort om naar de auto en kon de tranen niet meer stoppen.

Nu wist hij hoe Lucy zich voelde.

En dan had zij niemand die er voor haar was.

"Hè James-" "Nee. Niet nu gaan zeggen dat het goed komt want dat gaat het niet Sirius! Ze zijn dood en het is mijn schuld!" Riep hij terwijl Regulus verbaasd naar Lucy keek die stabieler begon te ademen.

"Het is niet jouw schuld James. Je hebt hier niets aan kunnen veranderen." Zei hij waarna James gefrustreerd zijn hand door zijn haar haalde en Sirius huilend aankeek.

"Als ik niet was weggelopen dan kwamen ze nooit achter me aan." Zei hij terwijl Sirius diep zuchtte en hem een knuffel gaf maar hij duwde hem weg en stond op.

"James!" Riep hij maar James liep alweer weg van hem.

"Sirius?" Vroeg Regulus die zacht op zijn schouder tikte. "Ja wat is er Regulus?" Vroeg hij terwijl Regulus op Lucy wees.

Oh jeetje.

Ze was bij zinnen.

"Wa-Au jemig!" Zei ze terwijl ze haar kiezen op elkaar klemde maar het hielp de pijn niet echt. "Lucy. Blijf alsjeblieft liggen." Zei Sirius die haar verbaasd aanstaarde. Lucy fronste en keek naar de schroothoop achter Sirius.

Oh nee.

"Z-zijn ze dood?" Zei ze terwijl Sirius kort naar de schroothoop keek en zacht knikte.

Lucy keek hem ongelovig aan en er begonnen tranen te vormen in haar ogen.

"Nee. Nee, dit is een stomme nachtmerrie. Ze verdienen het helemaal niet om nu al dood te gaan!" Diep ze terwijl ze begon te huilen.

"Fuck." Mompelde ze terwijl ze probeerde om te stoppen met huilen wat niet echt werkte.

Zelfs huilen deed pijn.

James keek haar bezorgd aan en Lucy glimlachte zwakjes terwijl de tranen over haar wangen stroomde. Ze snikte zacht en na ieder snik trok ze een pijnlijk gezicht. James keek naar Sirius die zijn blik op de horizon had gericht. 

Ze waren allemaal niet voorbereid hierop.

"Het gaat prima zo ma. Ik ben volwassen, ik heb niet overal je hulp voor nodig."

"Oh? Nou als je dan zo volwassen bent, wordt het misschien tijd dat je uit huis gaat toch? Dan kan je voor jezelf zorgen!"

"Goed idee. Weet je wat? Ik ga nu wel weg!"

Regulus keek geschrokken naar James die weer begon te huilen. Hij gaf hem voorzichtig een knuffel waarna hij even stopte met huilen en zacht snikkend naar Regulus keek. "Sh. houd je mond dit is eenmalig." Mompelde hij terwijl James dankbaar glimlachte en weer begon te huilen.

Hij kon het niet stoppen.

Ze waren weg.

En het laatste wat hij tegen haar had gezegd was niet eens een beetje aardig.

Het was mijn schuld.

~~~

A/N: Ja ja. Echt hoor. Ik had gisteren effe een break maar nu hebben jullie weer genoeg om te lezen haha.

Vraag: Wat is denken jullie dat het moment was dat James verliefd werd op Lucy en wat was het moment dat Lucy verliefd werd op James?

Het is jullie mening!

Maar ja. 

Ik ga nu een begin maken voor het hoofdstuk(ken) van morgen, dus tot morgen!

Groetjes Caya. 1962 woorden 

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top