Proloog

'Wat ga je met haar doen?' klonk er. Twee jonge vrouwen liepen door een besneeuwt bos. Een van de twee, met lange bruine haren, droeg een pasgeboren baby. Een paar tranen gleden over haar wangen.

'Ze gaat naar de Aarde. Op haar twaalfde zal ze hierheen komen, gekozen door de Raaf.'
Ze liepen verder en steeds meer tranen rolden over het gezicht van de vrouw met de bruine haren. Ze keek vertederd naar het baby'tje in haar armen. Het meisje maakte een geluidje in haar slaap. Met een blik vol medelijden keek de andere vrouw, met blonde haren, naar haar vriendin. Ze stapten stevig en zwijgend door. 

'Ga je haar met de Eik naar de Aarde sturen?' vroeg de blonde vrouw voorzichtig. De andere vrouw knikte, niet in staat ook maar één woord te zeggen. Een traan drupte naar beneden, op de wang van het meisje. Glimlachend streek de vrouw het zachte wangetje droog. Haar gezichtje was bleek, haar haartjes waren al net zo donkerbruin als dat van haar moeder. Als ze haar oogjes open had gehad, zou je kunnen zien dat ze ook de zeegroene ogen had geërfd. Al sinds ze, twee weken geleden, geboren was, had ze groene ogen gehad. Dat duidde op een speciaal kind. Normale baby's hadden bij hun geboorte blauwe ogen. 

Na nog een tijdje lopen stonden ze stil, voor een reusachtige, oude eik. De tranen van de bruinharige vrouw gleden intussen onophoudelijk uit haar ogen, over haar wangen en ze drupten op het pakketje dekens met het meisje erin. Ook haar vriendin pikte een traantje weg, maar probeerde het te verbergen om de andere vrouw niet nog meer verdriet te doen. De bruinharige vrouw raakte de Eik aan en hij scheurde open, vanaf de plek waar haar vingers de stam hadden geraakt. De vrouw legde haar meisje in de boom. 

'Alles komt goed.' De blonde vrouw sloeg haar arm troostend om de ander heen. 'Dit is je laatste kans om haar een naam te geven. Hoe heet ze?'

De moeder knipperde haar tranen weg. 'Ardala.'



Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top