7) In veiligheid.

De poorten tussen Yangola en Ulinië vlogen open en duizenden mannen op paarden, te voet of in een strijdwagen kwamen eruit.

'Ga terug naar het paleis, Ardala!' schreeuwde Alessio. Zo snel als ze kon liet Ardala Snow, haar paard, omkeren. Het brave beestje begon als een gek te galopperen. Ardala glibberde bijna van de gladde paardenrug af en pakte Snow bij zijn manen. Door de wind waaide haar haren in haar gezicht en ze keek om om te kijken waar Alessio was, maar hij was nergens te bekennen. Het enige wat ze zag was een grote strijdmacht die haar achterna kwam.

Ze spoorde Snow nog harder aan, maar het arme dier was moe van de lange tocht en zou dit tempo niet veel langer meer volhouden. In een opwelling stuurde Ardala naar links, de rotsen in. De voorste van de strijdwacht, die haar al bijna te pakken hadden gehad, waren er niet op voorbereid en stormde verder, weg van haar.

Snow was een slim beestje, hij zwenkte om de rotsen heen en ging kleine spleten in om de mensen, die hen wel gevolgd waren, af te schudden. Het hielp; de strijdwagens en lopende mannen waren allang achtergebleven en ook vele mannen te paard hielden het niet meer bij. Maar enkele hadden een paard dat net zo slim was als Snow, en Ardala wist dat die haar op ten duur in zouden halen en ze moest er niet aan denken wat er dan zou gebeuren.

Koortsachtig dacht ze na wat ze moest doen, de trouwe Snow in gedachten bedankend. Toen schoot het o zo makkelijk antwoord haar te binnen: snow. Sneeuw natuurlijk! Ze moest gewoon haar gave gebruiken!

Onmiddellijk draaide ze zich half om en stak haar handen naar de mannen uit. Het effect was geweldig; de mannen bevroren en werden omwikkeld met stevige draden van ijs. Als ze ontdooit waren, zouden ze nog niet los kunnen komen.

Iets langzamer maar nog steeds vrij snel reed Ardala, op Snow, terug naar het paleis, dat ze wonder boven wonder nog kon vinden. Of eigenlijk: Snow kon het nog vinden.

Het paleis leek merkwaardig verlaten, iedereen was in de kamers en de gangen, waar normaal veel bediendes rondliepen, waren leeg. Ardala leidde Snow naar de binnenplaats waar ze haar gave had leren gebruiken, niet wetend waar ze hem anders moest laten. De stalknechten waren nergens te bekennen.

'Hallo?' riep ze zo hard als ze kon, toen ze weer binnen was. 'Is er iemand?' Er kwam niemand en verslagen liep ze naar haar kamer. Stiekem hoopte ze misschien wel dat Nyree er zou zijn, maar dat was niet het geval. Ze was moe geworden van de lange tocht en de achtervolging, dus deed ze haar nachtjapon aan en kroop in bed. Niet lang daarna viel ze in een diepe slaap.

***

Ardala had een hele tijd een rustige, gewone slaap gehad, maar toen kwam de droom. In de droom was ze gewoon zichzelf, ze had een donkerblauwe jurk aan en een kroon en sieraden van ijs sierden haar.

'Ardala...' klonk een stem uit het niets. Een vaag gezicht leek in beeld te floepen, als in een film. Ardala probeerde haar beter te bekijken en wist dat het een vrouw was met lichtblond haar, maar kon niet meer onderscheiden.

De droom viel weg en weer zonk Ardala weg in een rustige slaap, om een aantal minuten later het gezicht weer te zien.

'Ardala, luister naar me, ik heb niet lang...' de stem zou mooi zijn geweest als hij niet zo vaag en krakerig was, alsof er iets mis was met de verbinding. 'Je denkt dat je aan de goede kant vecht, maar dat is niet zo, Ardala, kom naar mij...'

***

Ardala schok wakker en wist toen pas wie de gedaante was, die ze had gezien tijdens haar slaap. Het was de koningin van Ulinië, dat moest wel. Was het echt geweest, had de koningin tegen haar gesproken?
'Doe niet zo raar.' zei Ardala hardop. 'Het was maar een droom.'
'Ardala!' klonk Nyree's geschokken stem. Ardala opende haar ogen en wiep zich omhoog, om Nyree een stevige knuffel te geven. Ze had het zelf niet eens door gehad, maar toen ze de vorige dag niemand had aangetroffen, was ze doodsbang geweest.
'O, Nyree!' snikte ze en ook bij Nyree stroomde de tranen. 'Ik was zo bang dat iedereen...iedereen...'
Ze maakte zich los uit de lnuffel en veegde haar tranen weg. Toen pas zag ze dat er nog iemand in de kamer stond. Alessio.
'We waren bang dat ze je te pakken hadden gekregen.' zei hij en hij glimlachte. 'Ik bad gehoopt dat ze achter mij aan zouden komen, hoe heb je ze verslagen?'
'Wat denk je?' zei Ardala terwijl ze uit bed stapte. 'Snow heeft eerst een heleboel afgeschud en de rest heb ik bevroren.'
Alessio keek haar grijnzend aan.'We gaan dit winnen.'
'Ik hoop het...' zei Ardala teneergeslagen.
'Is er iets?' vroeg Alessio. Ardala slikte en besloot dat ze beter de waarheid kon vertellen.
'Ik heb nog nooit een oorlog meegemaakt - wat als er mensen sterfen?'
'Ik ben bang dat dat inderdaad gaat gebeuren.' zei Alessio. 'Maar wij zullen niet sterfen, dat beloof ik je.'
Ardala slikte nogmaals. Ze wilde niet vechten in een oorlog, ze wilde geen mensen doden. 'Kunnen jullie niet gewoon in vrede leven? Waarom is er eigenlijk oorlog?'
'Ulinië krijgt te veel macht over de andere landen, Rinuqu en Alinoi.' liet Alessio weten. 'We moesten wel een oorlog beginnen, anders zou de Wereld van de Raaf nog maar twee landen hebben.'
***
Na een lang gesprek ging Alessio weg. Ardala kleedde zich aan, het was alweer ochtend. Ze besloot dat ze even alleen wilde zijn en liep naar de binnenplaats. Snow stond er nog, ze aaide het trouwe beestje en kamde zijn manen met haar vingers.
'Zullen we een ritje maken, Snow?' vroeg ze aan haar paard en ze leidde hem naar buiten. Ze wilde Ulinië met haar eigen ogen zien, hoe bang ze ook was. En het was niet erg, toch? Ze mocht heus wel weten waartegen ze vocht!
Ze steeg op en Snow gallopeerde vrolijk weg.

***
Volgens mij heb ik nog nooit zo snel een nieuw hoofdstuk geplaatst...laat me weten wat je ervan vind!
Ik zal iets verklappen. Ergens in dit verhaal zit een geheim. Kijk goed in mijn tipboek (Schrijftips) als je een hit wilt...

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top