4) Een vriendin.

Om klokslag negen uur werd Ardala wakker van wat gestommel in haar kamer. Ze opende haar ogen en verbaasde zich om de tijd, want meestal werd ze om zeven uur of half acht al wakker. Ze ging overeind in haar bed zitten en keek waar het gestommel vandaan kwam. 

Nyree stond aan de andere kant van de kamer, bij een ouderwets wastafeltje. Met een kan goot ze water in de bak die ernaast stond, er niet van bewust dat Ardala wakker geworden was. 

'Goedemorgen!' zei Ardala vrolijk. Geschrokken draaide Nyree zich om. 

'Goedemorgen, juffrouw. Het spijt me als ik u wakker heb gemaakt.' zei ze, wat gemorst water opvegend. 

'Geeft niet hoor.' zei Ardala. 'En alsjeblieft, noem me geen juffrouw en u. Ik heet Ardala en zo wil ik ook genoemd worden.' 

'Als je dat wenst, juffr- Ardala.' zei Nyree en Ardala vond het al veel beter zo. 'Wil je je al aankleden? Het ontbijt staat om tien uur klaar.' 

'Ja, graag!' Nu ze zo laat op was, kon ze er beter gelijk uitkomen in plaats van nog een uur te blijven liggen. Ze sprong uit bed, waste zich en werd daarna door Nyree in een donkergroene jurk geholpen. De schoenen waren dezelfde als gister. 

'Laat mijn haar maar zo.' zei Ardala toen Nyree het op wilde steken. Haar haar had er mooi uit gezien, die vorige avond, maar toch gaf ze de voorkeur aan haar warrige, losse haar. Ze leek anders net een prinses, en zo'n prinsseserig type was ze helemaal niet.

'Oké.' zei Nyree, die wat begon te ontdooien. Anders had ze wel "zoals je wenst" gezegd, of nog netter: "zoals u wenst, juffrouw". Gelukkig was het een doodgewone, ietwat stijve "oké" geworden. 

'Werk jij hier in het paleis?' vroeg Ardala nieuwsgierig. 

'Ja.' zei het dienstmeisje. 'Voor prins Alessio werken is een grote eer, hoor. Ik woon in de stad, in een klein huisje in een van de zijstraatjes. We zijn niet zo rijk, weet je. Ik probeer door hier te werken wat extra geld te verdienen voor mijn familie.'

'Dat is ontzettend aardig van je!' zei Ardala gemeend. 'Maar zijn jullie dan zó arm? Is iedereen in de stad arm?'

'Nee hoor, dat valt reuze mee.' vertelde Nyree hakkelend. 'Niemand lijd echt aan armoede, maar erg rijk zijn maar een paar mensen. Wij hebben genoeg geld voor eten, huishouden en dat soort noodzakelijkheden. Maar als er iemand ziek word, komen we meteen in de problemen. De helft van het geld dat ik verdien gaat naar ons spaarpotje, voor dat soort noodgevallen, en van de andere helft kopen we soms iets extra's. Bijvoorbeeld iets voor mijn broertjes of zusje, of iets lekkers.'

'Daar zullen ze vast heel blij mee zijn!' zei Ardala, die genoot van het verhaal. Het leek op iets uit een van de boeken, die ze zo graag las. Maar nu was het echt, de werkelijkheid waar zij middenin zat. 

'O jee, het is al tien uur! Je moet snel naar prins Alessio, hij wacht op je in de kleine ontbijtzaal. Volg mij maar.' Nyree beende weg en Ardala liep haar achterna. Toen ze, na weer een aantal gangen, bij een deur stilstonden, pakte Nyree Ardala's arm opeens vast en keek haar strak aan. 

'Ik zou je vriendin heel graag zijn maar het mag niet, begrijp je dat? Zeg dit tegen niemand.' ratelde ze en ze liet met een geschrokken blik los. Snel liep ze de gang uit. Ardala keek haar verbaast na, maar was blij te horen dat ze haar vriendin zou willen zijn. 

Ze besloot er later over na te denken en deed de deur open. Ze kwam in een kleine, vierkante kamer. De vloer was van hout en een mooie tafel van zwart hout was gedekt in het midden van de kamer neergezet. De ramen waren maar aan één kant van de kamer. Aan de tafel zat, zoals verwacht, Alessio. 

Ze liep naar hem toe en ging zitten. 'Goedemorgen.' Alessio schok op en op zijn gezicht verscheen een grijns.

'Goedemorgen! Heb je lekker geslapen?' vroeg hij en hij schoof een stoel op, zodat hij naast haar zat. Ardala knikte lachend.

'Heerlijk! Het bed lijkt wel een wolk, zo zacht.' zei ze. 'Je paleis is echt geweldig - hebben de mensen in de stad het ook zo goed?' Voorzichtig bracht ze het onderwerp waar ze het ook met Nyree over had gehad, in het gesprek. 

'Niet zo goed als hier, maar goed genoeg.' zei Alessio en hij begon ergens anders over. 'Ik heb eieren laten koken, maar als je liever en gebakken ei of een roerei hebt, moet je dat zeggen.' Hij keek haar vragend aan. 

'Nee hoor, ik vind gekookte eieren altijd lekker!' zei ze, alhoewel haar gedachten niet echt uitgingen naar eieren. Ze pakte een wit bolletje en een ei en Alessio begon ook te eten. Een tijdje aten ze zwijgend en toen Ardala het bestek op haar bord legde, begon Alessio weer te praten. 

'Ik weet niet wat je verwacht dat je hier moet doen.' zei hij langzaam, niet wetend waar te beginnen. 'Maar ik denk zelf dat het verstandiger is als we niet meteen vandaag achter je gave proberen te komen. Het zal moeilijk en misschien vermoeiend worden, en ik denk dat dat niet handig is. Omdat je de reis naar hier niet goed aankon, bedoel ik. Ik zat eraan te denken om je vandaag de stad en omgeving te laten zien, vind je dat leuk?' 

'Ja, graag!' zei Ardala, die stik nieuwsgierig was naar alles hier. Misschien zouden ze morgen haar gave wel gaan zoeken. Ze kon het nog steeds niet geloven dat ze een gave had. 

'Ga maar naar je kamer, Nyree zal je wel warme kleren geven. Laat je daarna maar naar de grote poort brengen.' zei Alessio. Ardala knikte en ze liep terug naar haar kamer (die ze vond na drie verkeerde gangen). 

Ze stapte naar binnen en Nyree stond er al. Waarschijnlijk had iemand haar hier al heen gestuurd. In haar armen had ze een bundeltje kleren, die ze aan Ardala gaf. Snel trok Ardala het aan. Het was een lange rode mantel, met een grote capuchon.

'Ik wil ook graag vriendinnen worden.' zei Ardala toen. 

'Dat vind ik fijn.' 

'We doen het in het geheim.' 


Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top