2) Ongelovelijk.

De volgende ochtend werd Ardala al vroeg wakker - dit keer zonder de hulp van Daniël. Ze wierp een blik op de klok, het was pas zes uur. Snel trok ze haar kleren aan en liep naar haar bureau. Snel schreef ze een briefje aan haar ouders. 

Hoi pap en mam, 

Ik ben naar het bos, voor een vroege wandeling. Sorry als ik lang weg blijf, dan is het net zo mooi als gister. Had ik al vertelt dat er toen een raaf op mijn schouder is gaan zitten? Ik vertel het als ik terugkom. 

Doei, Ardala!

Ze liep naar beneden en legde het briefje op de tafel. Rap deed ze haar jas aan en liep naar buiten. De straten waren nog uitgestorven. Logisch natuurlijk, het was nog zó vroeg. Met snelle pas liep ze naar het bos en na een halfuurtje was ze bij de plek waar ze de vorige dag de raaf had gezien. De tijd tikte voorbij en na een uur wilde ze het opgeven. Net op dat moment deed een geluid haar opschikken. 

'Hallo, Ardala.' klonk een stem achter haar. Razendsnel schoot ze overeind van de boomwortels waar ze op was neergezakt en draaide zich om. Een jongen, die zo te zien iets ouder dan zij was, stond daar. Hij had pikzwart haar en heel donkere ogen. Zwarte broek, zwart shirt, zwarte laarzen, zwarte cape. Aan zijn riem hing een lang zwaard. Een lang litteken en een arrogante grijns sierden zijn gezicht. 

'Hallo, weet ik veel wie.' zei Ardala en ze probeerde haar angst te verbergen, wat gelukkig goed lukte aangezien ze een ster was in liegen. In zijn ogen zag ze vermaakte lichtjes oplichten.  

'Ik ben Alessio, aangenaam kennis te maken.' zei hij en hij boog en stak zijn hand uit. Wantrouwend pakte Ardala zijn in (zwarte) handschoen gehulde hand vast. De jongen, Alessio, kwam weer overeind. 

'Hoe weet je mijn naam?' vroeg Ardala nieuwsgierig. 'We kennen elkaar niet, toch?' Niet dat ze zich kon herinneren, in elk geval. 

'Nee, we kennen elkaar niet...' zei Alessio geamuseerd. 'Maar ik weet wel veel over je. Je heet Ardala Ivory Raaf, je bent veertien jaar oud en woont in de Dennenlaan op nummer 3. Verder ben je gister een boswandeling gaan maken en heb je op deze plek een raaf gezien, die op je schouder ging zitten. Ik ben trouwens zestien.'

'Hoe weet jij dat allemaal? Ben je een stalker of zo?' zei Ardala, die wel eens verhalen over stalkers had gehoord. Hoe kon dit? Ze vertelde niemand dat haar tweede naam Ivory was. 

'Een stalker? Welnee.' zei Alessio met een glimlach. 'Maar het is wel belangrijk dat ik een paar dingen over je wist. En ik wil je een aanbod doen.'

'Een aanbod?' vroeg Ardala verbaast. Waar ging dit allemaal over?

'Ik zal je alles vertellen. Ben je bereid te luisteren?' vroeg Alessio en Ardala knikte. 'Deze wereld, de Aarde, is niet de enige wereld. Het is misschien moeilijk te geloven, maar ik kom uit een andere wereld. De Wereld van de Raaf. In deze wereld is het heel anders dan hier. Het grootste verschil is dat je geen jaargetijden hebt. Ze zijn er wel, maar niet zoals hier. Er zijn vier landen, elk met een jaargetij. Yangola met de winter, Roniqu met de herfst, Alinoi met de lente en Ulinië met de zomer.' Ardala luisterde aandachtig naar zijn verhaal. Even stopte hij. 'De landen zijn in oorlog. Ik vertel er zo nog wel wat over. In de Wereld van de Raaf draait alles om de Raaf. Dat is ook de raaf die bij jou op je schouder ging zitten. Dat doet hij elk jaar, bij één persoon op Aarde. Als de Raaf op je schouder gaat zitten, krijg je een gave.' Ardala keek hem raar aan en wilde iets zeggen, maar Alessio gebaarde dat ze stil moest zijn. 'Die gave krijg je om een rede. Om de Wereld van de Raaf te helpen, met wat dan ook. Jij kreeg ook een gave, Ardala, en ik weet wat.'

'Wat dan?' vroeg Ardala, die het eigenlijk niet geloofde.

'Je kan sneeuw besturen. Dingen laten bevriezen. Water besturen.' somde Alessio op. 'En dat brengt jou in het verhaal. Mijn verhaal. Ik heb al gezegd dat de landen in oorlog zijn. Dit gaat alleen over Yangola en Ulinië, de andere twee hebben nog geen partij gekozen. En ik...' Hij haalde diep adem. 'Ik ben de prins van Yangola. Mijn ouders zijn al een tijd geleden gestorven, dus ik doe nu alles, maar pas als ik een vrouw krijg mag ik koning heten. Yangola is, zoals al gezegd, met het jaargetij winter. Jij hebt als gave sneeuw. Daar om denk ik - nee, wéét ik - dat je door de Raaf bent gekozen om te zorgen dat Yangola de oorlog wint.'

Ardala hapte naar adem. Het was allemaal ongelofelijk, het kon gewoon niet echt waar zijn. Maar Alessio deed een stap naar voren en begon weer te praten. 'Ardala, wil jij met mij mee gaan naar Yangola en mij helpen om de ondergang van ons land te vermijden?'

Ardala slikte en zonder dat ze het zelf doorhad knikte ze. 'Ja.' Het klonk als een fluistering die van haar lippen ontsnapte, maar ze moest en zou zien of het waar was wat die prins vertelde. En hij was zo aardig, hij vroeg haar alleen om hulp.

Voorzichtig nam Alessio haar pols vast en trok haar mee, verder het bos in. Ze liepen van het pad af en Ardala vroeg zich af waar ze heen gingen, maar liet zich gewillig meetrekken. Als dit alles waar was, was ze in een sprookje beland. Samen met een prins. Een knappe prins. 

Hij trok haar verder mee en na een hele poos stonden ze stil voor een reusachtige eik. Alessio verbrak de stilte. 'De Eik verbind de Aarde en de Wereld van de Raaf.' Hij deed zijn handschoen uit en raakte de stam aan. Vanaf daar scheurde de Eik open. Voorzichtig duwde Alessio Ardala in de Eik en stapte er zelf ook in. 

Alles begon te draaien en Ardala hoorde de prins nog net "ogen dicht" zeggen. Ze deed het en een flits van rood ligt drong door. Bang pakte ze Alessio's hand vast.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top