Hoofdstuk 4.1
Het is vrijdagochtend en ik ben net wakker geworden door het vreselijke gezoem van een mug. Niet mijn favoriete manier om wakker te worden, maar over tien minuten gaat mijn wekker dus het heeft geen zin om nog te gaan slapen.
Vandaag ga ik eens aan Theo's opdracht werken.
Het klonk zo simpel: neem de namenlijst mee. Maar ik heb geen idee hoe ik het ga doen. De beste manier is denk ik Carice weer aanvallen. Maar tegelijkertijd klinkt dat ook als het slechtste idee wat ik maar kan bedenken.
Vooral omdat ik dan geschorst kan worden.
Ik besluit er nog even over na te denken en rol mijn bed uit. De slaap uit mijn ogen wrijvend sta ik op en loop richting mijn kledingkast. Ik heb niet veel kleding. Maar ik hoef het ook niet, waarom zou je honderd kledingstukken willen als je ook een hele week met vijf paar kan doorbrengen. En schoenen heb ik al helemaal nooit begrepen. Als je slippers voor de zomer en dichte schoenen voor de winter hebt is het toch helemaal prima?
Ik haal een lange, zwarte, gerafelde broek met bretels en een wit T-shirt uit de kast en glimlach klein. Het kan me niks schelen wat anderen van mijn kleding vinden. Ik draag gewoon wat ik fijn vind zitten.
Ik kleed me snel om en trek mijn zwarte gympen erbij aan. Ik kijk heel even ik de spiegel en knik tevreden. Alleen nog mijn zwarte leren jasje en ik ben blij.
Ik haal een paar keer mijn vingers door mijn lichtbruine haar en trek een pijnlijk gezicht als mijn vingers blijven steken. Oké, kammen is te vermoeiend ik vlecht het wel weer.
Na tien minuten ben ik klaar en loop ik naar beneden. Nog een halfuur en dan staat Lucas voor de deur om samen naar school te fietsen.
Zo te zien heeft Dennis de tafel gisteravond al gedekt want alles staat al klaar, inclusief een briefje met nauwelijks leesbaar handschrift. 'Donuts voor school liggen in de koelkast,' staat erop. Normaal zette mijn moeder 's avonds altijd het ontbijt klaar, maar nu ze weg is voelde Dennis zich zo te zien verplicht om haar taak op zich te nemen.
Net als ik de laatste hap cracker naar binnen werp komt Dennis beneden. Hij glimlacht schaapachtig en gaat tegenover me zitten. Hij lijkt iets te willen zeggen maar houdt zijn mond en smeert een boterham met jam. Ik kijk hem twijfelend aan en besluit de stilte te doorbreken. 'Lucas komt zo.'
Hij knikt 'hm,' mompelt hij met volle mond. 'Gedraag je vandaag,' hij slikt het eten door. 'We willen niet nog meer aandacht dan we al hebben. Straks denken ze nog dat je thuis mishandeld wordt.'
Ik zucht geïrriteerd en slik het stuk cracker met moeite door. Ik voel het door mijn keel heen schuren alsof er een stekelbal door glijdt. 'Ik heb laatst al een mail gekregen van de school. Klopt het dat je die Wolters in elkaar geslagen hebt?' Zucht hij.
Ik kijk naar beneden en sta op het punt om weg te lopen. Om dat te voorkomen zet ik mijn voeten stevig op de grond, alsof ik ze dwars door de vloer heen wil duwen. 'Carice bedoel je? Nee, alleen geduwd en ze vroeg er om,' zeg ik rustiger dan ik me daadwerkelijk voel.
Dennis knikt, 'heel goed, doe het de volgende keer zonder dat de leraren en heel je klas het zien. Dat zorgt voor minder problemen,' hij grijnst klein en schenkt rustig wat drinken in.
Ik lach zacht en ontspan mijn benen weer, opgelucht dat hij niet meer boos doet en kijk hem aan. 'Wat ga jij vandaag doen, nu je niet meer naar je werk hoeft?'
Dennis is een paar maand geleden ontslagen van zijn werk als politieman omdat... nouja om redenen. Ik denk er liever niet over na en druk snel mijn gedachtes over de gebeurtenissen afgelopen maanden weer weg.
Dennis haalt zijn schouders op. 'Ik ga beetje van je moeders troep opruimen denk ik. Zit er nog iets tussen wat jij wilt hebben?' Ik schud mijn hoofd, 'misschien een ketting of armband,' mompel ik.
Als ik door het raam kijk zie ik Lucas al in de verte aan komen fietsen, dus ik besluit alvast naar buiten te gaan.
Ik pak mijn tas van de grond en kijk naar Dennis. 'Ik ben vandaag ook weer wat later thuis. Ik ga de laatste boeken bij mevrouw de Bruin opruimen,' leg ik uit. 'Doe haar de groeten, ik heb vroeger nog bij haar in de klas gezeten,' glimlacht hij.
Ik knik en lach zacht 'zal ik doen,' ik kijk uit het raam en zie dat Lucas al voor het raam staat te zwaaien. Dennis zwaait terug en glimlacht breed. Alsof het zíjn beste vriend is, in plaats van de mijne.
'Ik ga, tot vanmiddag,' zeg ik snel en ik loop naar buiten.
Lucas glimlacht zodra ik naar buiten stap. 'Hoi Nix, hoe gaat het?'
'Het gaat wel,' zucht ik zonder verdere uitleg. Niet omdat ik geen zin heb om het uit te leggen, want ik vertel Lucas bijna alles. Maar omdat ik zelf niet eens meer begrijp hoe het gaat. Alles is zo verwarrend de laatste tijd en al dat gedoe rondom Theo en mijn moeder maakt het niet beter.
Mijn moeder...
Lucas ziet mijn blik versomberen en slaat voorzichtig een arm over mijn rug heen. Ik glimlach klein en leg mijn hoofd tegen zijn schouder.
Lucas kijkt me aan en hoeft niet lang na te denken voordat hij weet wat me dwars zit, 'eigenlijk is het best wel gaaf, vind je niet? Volgens mij heeft je moeder heel wat veranderd. Ze is een soort revolutie gestart.'
Lucas poging om me op te vrolijken maakt me niet veel vrolijker en ik slaak een diepe zucht.
'Nee dat is het niet, mensen haten haar om alles wat ze gedaan heeft.'
'Maar op lange termijn gaan er waarschijnlijk meerdere dingen veranderen,' protesteert Lucas.
Ik haal mijn hoofd van zijn schouders af en werp hem een blik toe waaruit wel blijkt dat ik klaar met deze nutteloze discussie ben. 'Stop Lucas. Ik wil er niet over nadenken. Het is gebeurd en het is klaar nu.'
Hij zucht en laat zijn arm weer langs zijn eigen lichaam zakken. Hij stapt op zijn fiets en ik stap, te lui om mijn eigen fiets te pakken, achterop. 'Ik loop wel terug,' zeg ik snel als ik zijn geïrriteerde blik zie.
'Weetje Nix,' begint Lucas het gesprek weer terwijl hij naar school fietst. 'Toen je Carice aanviel werd ik oprecht bang van je. Ik schreeuwde nog dat je moest stoppen maar volgens mij hoorde je dat niet eens.'
Ik ben blij met de verandering van het onderwerp, maar van mij had hij wel een betere onderwerp mogen bedenken.
Ik zucht diep en kijk hem aan, 'oh. Sorry, ik was gewoon boos.'
Ik klem mijn armen wat steviger om zijn middel als we over een hobbelig zandpad rijden.
'Ja sorry, inderdaad, zeg dat wel. Echt waar als je geschorst wordt doe ik je wat, ik wil niet elke dag alleen zitten en uitgelachen worden omdat ik met jou omga hoor.'
Ik kijk hem verontwaardigd aan, 'rot toch op, vallen ze jou daar echt mee lastig?'
Hij knikt 'ja natuurlijk, het is ook niet alsof je je best doet om te zorgen dat mensen je mogen.' Er valt een nare stilte en een schuldgevoel bekruipt me. Het enige wat nog te horen is, is het gepiep van de wielen en het gekraak van het zand waar we overheen fietsen.
Ik staar tussen de bomen door voor me uit. De fiets hobbelt alle kanten op maar Lucas lijkt er geen last van te hebben.
Zou hij echt uitgelachen worden omdat hij met mij omgaat? Dat is belachelijk.
Waarom gaat hij dan überhaupt nog met mij om?
Ik bedoel, het is Lucas. Hij is een geweldige jongen en absoluut niet lelijk. Als Lucas andere vrienden wilt krijgen is de enige verandering die hij moet ondergaan, zijn sociale skills. Tot nu toe heb ik hem alleen nog maar met mij, Dennis en mijn moeder zien praten. Tegen de rest praatte hij alleen als het noodzakelijk was of als hij mij moest helpen. Verder heeft hij nooit zijn mond veel opengetrokken.
Ik durf als mijn geld er op te wedden dat Lucas meerdere vrienden kan krijgen als hij een keer zijn best doet om met anderen te praten.
Maar dat lijkt teveel gevraagd.
Eigenlijk ben ik wel blij dat Lucas voor mij als vriend koos en niet voor de anderen. En hoewel ik het niet altijd laat merken, ben ik hem zó dankbaar voor alles wat hij voor me gedaan heeft.
Grof omschreven heeft hij me gered van het loser bestaan. Dankzij hem voelde ik me sterk genoeg om terug te vechten als klasgenoten of anderen me lastig vielen. En met terugvechten bedoel ik letterlijk en figuurlijk vechten. Soms knokken en schelden en andere keren met opgeheven hoofd en rechte schouders verder lopen zodat de mensen verbijsterd achter bleven.
Ze zouden zich wel afvragen wat er met me was gebeurd. Want voordat Lucas in mijn leven kwam deed ik nooit wat terug. Ik liet het allemaal maar over me heen glijden.
De laatste tijd krijg ik vooral te horen dat ik dat weer vaker mag doen. Maar sinds ik het slaan aardig onder de knie heb en het tot nu toe meer effect had dan zwijgen, ga ik er mooi niet mee stoppen. Het voelt eigenlijk zelfs wel goed om mensen zoals Carice af en toe een flinke mep te verkopen. En als de kers op de taart hebben de problemen die mijn nieuwe tactiek me oplevert me naar Theo gebracht.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top