Hoofdstuk 3.2

Gelijk daarna sta ik weer in mijn hoofd, nog geen tien centimeter van Theo verwijderd. Ik spring achteruit. 'Fijn je bent er weer,' hij grijnst klein en stopt wat weg in zijn zak. 'Ik wachtte al op je, wat vind je van je tattoo?'

Gelijk is mijn mood verpest.
Ik bal mijn vuisten en kijk hem kwaad aan. 'Haal het weg,' zeg ik bot.

Hij schudt zijn hoofd. 'Dit is belangrijk. Je moet blijven onthouden dat dit echt is, dat je niet droomt. Anders word je gek en dan zit ik weer honderd jaar vast.' Dat laatste zegt hij heel zacht en hij bijt even op zijn lip waarna hij opkijkt.

Ik knik en besef me dat hij gelijk heeft. Zonder de handtekening had ik gedacht dat ik had gedroomd, of erger. Zonder dat had ik misschien wel gedacht dat ik gek werd, omdat ik het boek wel in huis heb. Ik ben over het algemeen erg slecht gelovig en snel achterdochtig.

Hij gaat op de grond zitten in kleermakerszit, zijn donkerblauwe ogen kijken me onderzoekend aan. 'Kom ook eens zitten en vertel hoe het met je gaat.' Ik ga tegenover hem zitten en kijk hem vragend aan. 'Hoe wat gaat?'

Hij lacht even. 'Hoe gaat het thuis, is er nog wat gebeurd, hoe voel je je? Vertel gewoon wat, ik ga niet al je herinneringen langs weet je. En jij helpt mij om hier weg te komen dus ik wil wat voor je terug doen.'

Ik denk even na. 'Het gaat goed,' zeg ik kortaf. Ik ben nooit goed geweest in het omschrijven van mijn gedachten en gevoelens. Niemand heeft er ooit naar gevraagd en niemand hoeft het te weten. Het verwart me dat Theo er wel naar vraagt, ondanks dat hij me nog maar net kent lijkt het alsof hij om mij geeft. Dat zou ook wel zo zijn, aangezien ik hem ga bevrijden. Ik kijk hem aan en hij schudt zijn hoofd. 'Wat gaat er goed dan?' ondervraagt hij mij.

'Verdomme Theo, wat gaat jou dat aan,' zucht ik een beetje geïrriteerd.

Hij lacht kort en stopt midden in zijn lach als ik hem nog een keer kwaad aan kijk. Het is net een klein, giechelend kind dat een waarschuwing krijgt van de leraar.

'Sorry, ik heb al lang niet meer met mensen gepraat. Maar weet dat ik je echt wil helpen, oké?' vraagt hij serieus. Hij glimlacht gemoedelijk maar de lach bereikt zijn ogen niet.

Ik knik. 'Bedankt,' zeg ik zacht.

'Ik heb misschien wel iets waar je mee kan helpen, een school dingetje,' grijns ik klein.

Zijn gezicht klaart weer wat op en er verschijnt een twinkeling in zijn ogen. 'Oh meen je die? Je vindt een tovenaar die je hulp aanbiedt en je vraagt hem om je huiswerk te maken?' Ik grinnik. 'Ja, waarom zou ik dat niet doen? Ik ben benieuwd of je je na al die jaren nog iets kan herinneren,' zeg ik uitdagend. Hij schuift dichter naar me toe zodat hij vlak bij mij zit en buigt zijn hoofd een stukje naar voren. Zijn donkere ogen staren me uitdagend aan en zijn linker wenkbrauw is hoog opgetrokken. 'Kom maar op Nergen, wat moet ik doen?'

Ik sla mijn armen over elkaar en kijk zo arrogant als ik kan terug. 'Ik denk niet dat het je voor morgen gaat lukken,' zeg ik serieus. Ik merk aan alles dat hij zich niet makkelijk laat verslaan dus nu ik de kans heb moet ik hem zoveel mogelijk laten doen.

Hij pakt een zwarte bril uit zijn broekzak en doet die op. Door de bril springen zijn blauwe ogen en scherpe gezichtsvorm er nog beter uit. Hij grijnst klein en zelfverzekerd.

'Ik moet een verslag van vier bladzijden over de tover opstand maken, het mag niet van internet gehaald zijn. Én ik moet nog heel wat huiswerk maken,' som ik op.

Theo schraapt zijn keel, 'Professor Theodoor accepteert de uitdaging,' zegt hij met lage stem. Ik grijns. 'Handtekening gra-' hij onderbreekt me. 'Máár, jij moet ook iets kleins voor mij doen.'

Ik schud mijn hoofd. 'Geen denken aan.'

Hij rolt zijn ogen en geeft me een speelse duw met zijn voet tegen mijn benen. 'Het is maar iets heel erg kleins, veel heb ik niet nodig.'

'Wat is het dan?' zucht ik geërgerd.

'Oh en toen wilde je opeens wel,' kaatst hij terug.

Ik knik met tegenzin, wetend dat ik anders zelf mijn huiswerk moet maken. 'In de school, waarschijnlijk op het kantoor van de directrice, ligt een map. In die map ligt een lijst met alle namen van de leerlingen die ooit in Atlas op school gezeten hebben, inclusief in welk jaar dat was. Zou je die lijst kunnen meenemen?'

Ik denk even na. 'Ik denk niet dat me dat zomaar lukt, het is veel te goed bewaakt en ze geeft dat niet zomaar weg.' Theo knikt. 'Dat dacht ik al, maar je kan vast wel een smoes verzinnen toch? Dat je het nodig hebt voor je verslag bijvoorbeeld.'

Ik twijfel even. 'Mevrouw Siebel laat zich niet zomaar alles wijs maken.'

Theo denkt diep na en kijkt mij aan. 'Ik wilde dat ik iets voor je kon toveren, maar mijn krachten zijn hier veel te beperkt,' zegt hij geïrriteerd.

'Kan je de camera's niet uitschakelen?' vraagt hij dan.

'Ik ben geen hacker als je daarop doelt.'

Hij schudt zijn hoofd. 'Ken je iemand die dat kan?'

Ik grinnik en schud mijn hoofd.

Theo slaat zichzelf voor zijn hoofd en zucht overdreven diep. 'Ik geef het op, je bent hopeloos. Zoek zelf maar een manier. Dan maak ik je huiswerk.'

Ik knik. 'Ik vind wel een manier, ik kom wel vaker in dat kantoor omdat ik een 'probleemkind' ben.'

Theo grijnst en kijkt me geïnteresseerd aan. 'Vertel eens wat meer over jezelf, zo te horen ben je niet zo saai als ik dacht. Laten we om de beurt een vraag stellen,' stelt hij voor.

Ik knik. 'Ik begin, wanneer ga je me vertellen welke ingrediënten ik moet halen?'

'Alles op zijn tijd, eerst wil ik die lijst.'

'Dat was niet wat ik bedoelde,' zeg ik licht geïrriteerd. Hij haalt nonchalant zijn schouders op. 'Dat is wel mijn antwoord, nu ben ik.' Nog voordat ik kan protesteren stelt hij zijn vraag. 'Hoe oud ben je?'

'Zeventien,' zeg ik opgelucht. Ik had een diepere vraag verwacht of een vraag over mijn liefdes leven, zoals de meeste mensen doen op feestjes als ze weer eens doen, durf of waarheid spelen.

Of spellen die nog vervelender zijn, zoals; fuck, marry, kill.

Die spellen zijn één van de vele redenen waarom ik nooit naar klassenfeesten ga.

'Hoe oud ben jij eigenlijk?'

Theo denkt even na. 'Bedoel je de leeftijd waarop ik gestopt ben met ouder worden of het aantal jaar dat ik leef?'

'Beiden.'

Hij fronst en kijkt me spijtig aan. 'Ik was achttien toen ik niet meer ouder werd maar de andere leeftijd weet ik niet.'

'Oh,' mompel ik. Zou hij al zo lang vast zitten dat hij de tijd niet meer bij kon houden of zou het hem gewoon niet uitgemaakt hebben welke dag het was?

We praten nog een hele tijd door en ik ben aardig wat over hem te weten gekomen. Hij is geboren in de familie Theodoor. Een hechte familie die erg veel om elkaar geeft. Hij heeft heel zijn leven in Atlas doorgebracht. Meestal zat hij verstopt want de meeste tovenaars waren bang voor mensen. Maar Theo was vooral bang voor de tovenaars die je wat aan deden als je aandacht van de mensen trok.

Tovenaars moesten geheim blijven en voor de mensen in niets meer dan verhalen veranderen, dat is inmiddels wel gelukt. Tot de dag van vandaag had ik er namelijk niet in geloofd.

Al vanaf het moment dat Theo naar school ging werd hij gepest en getreiterd door Shane Franklin Barnaby. De witharige jongen die ik in zijn herinnering gezien had. Shane kwam ook uit een sterkte familie en ze hebben levenslang tegen elkaar opgebokst.

Om te weten of iemand een sterke tovenaar is, hoef je niet eens de namen te kennen of andere gekkigheid te leren. Je kan het gewoon voelen, als het instinct van een hert in het bijzijn van een roofdier. Je kan voelen dat er iemand in je buurt is die sterker dan jou is.

Sommige mensen voelen dat een beetje. Tovenaars onder elkaar ervaren dat nog sterker.

Dat moet de kou en het nare gevoel geweest zijn die ik elke keer rondom Theo voel. Een onbewuste angst voor zijn kracht. Ik merk dat de angsten die ik voel als ik bij Theo in de buurt ben al vrij groot zijn en vraag me af hoe erg tovenaars onder elkaar dat wel niet ervaren.

'En Shane?' Stel ik als laatste vraag. 'Hoe voelt hij?'

Theo's gezicht betrekt en wordt duister alsof er een waas over zich heen gaat. 'We staan gelijk, we voelen niks anders dan de behoefte elkaar af te slachten omdat we beiden de sterkste willen zijn. Bij tovenaars die zwakker dan ons zijn voelen we een drang om hun leider te worden en ze te beschermen als ze zich bij de 'kudde' gevoegd hebben.' Hij legt extra nadruk op het woord kudde en blijft even stil.
Theo denkt na hoe hij alles het beste kan verwoorden en lijkt dan zijn woorden gevonden te hebben. 
'Je kan het vergelijken met een dierlijk instinkt. Alles draait om leiden, leven en overleven. De sterkste van de groep is de leider en als er een sterkere tovenaar komt zal die de huidige leider een kopje kleiner maken en verdrijven.
Dit is de grootste reden voor de eeuwige strijd tussen mij en Shane. Er kunnen gewoon geen twee leiders zijn. Ooit zou één van ons de ander moeten verslaan, Shane heeft het geflikt door mij in dit boek op te sluiten.'
Die laatste zin zegt hij zachter en dreigender dan de anderen.
Er ligt een boze, geïrriteerde ondertoon in zijn stem die elke keer als hij de naam 'Shane' uitspreekt erger lijkt te worden.

Na een korte stilte verteld Theo verder. Ik luister aandachtig mee en probeer elk woord in me op te slaan.
'Ik heb mijn best gedaan om de Barnaby's te negeren, maar hun dreigementen zorgden ervoor dat ik dat niet langer kon volgehouden. Shane had lang geleden al kunnen weten dat dit slecht ging aflopen. Want binnenkort ben ik weer vrij. Ik kan immers niet eeuwig in dit boek opgesloten blijven.' Hij kijkt me hoopvol aan, vragend om bevestiging van zijn eigen verhaal.

Ik knik en kijk hem bemoedigend aan. Ik weet niet zeker of het me gaat lukken en daarom wacht ik even, ik verzamel al mijn moed bij elkaar en probeer zo overtuigend mogelijk te klinken. De hoop en lichte twijfel die in zijn ogen te zien is zorgt ervoor dat ik nog beter mijn best wil doen.
Ik mag deze mysterieuze jongen niet teleurstellen.

Ik denk nog een laatste keer na over mijn woorden, waarna ik ze vol overtuiging uit weet te spreken. 'Waarom twijfel je nog, volgens mij is het nu wel duidelijk dat ik je ga helpen.'
Mijn eigen vastberadenheid verbaasd me en ik kijk hem aan om zijn reactie te pijlen.

Aan zijn gezichtsuitdrukking te zien gelooft hij in ieder geval dat ik mijn best ga doen.

Hij grijnst klein en knikt. 'Stel me niet teleur Nergen.'

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top