Hoofdstuk 3.1
[A/N tips/tops en spellingscontrole zijn altijd welkom!]
Ik word weer wakker en krabbel snel overeind. Duf schuif ik de tas naar me toe en open het. Ik kijk op de klok en frons. Ik heb maar een paar minuten geslapen maar het voelde als een paar uur. Rosalinde komt weer binnen. 'En? Al wat gevonden?' vraagt ze met een glimlach. Mijn blik valt weer op het rode boek en ik knik. 'Zou ik er een paar mee naar huis mogen nemen?' vraag ik zo normaal mogelijk. Ik hou me in om het rode boek niet gelijk weer vast te grijpen, wat zou ze wel niet denken als ik opeens zo geobsedeerd over dat boek doe?
'Tuurlijk, neem maar zoveel mogelijk boeken mee.'
'Bedankt,' glimlach ik.
Verward pak ik het rode boek van de grond.
Ik schrik op als ik iets op mijn hand zie staan en laat het boek voor de zoveelste keer vallen.
Aan de zijkant van mijn hand staat iets geschreven: mijn handtekening. Ik lik even snel aan de duim van mijn andere hand en probeer het weg te wrijven. Het blijft koppig zitten, er veranderd niks. Ik kijk er gefrustreerd naar en tot mijn grote ergernis verdwijnt het niet. Het zit als een tattoo in mijn huid gegraveerd.
Rosalinde loopt naar me toe en tilt wat boeken op. 'Kom ik help wel even.' Ze heeft er een plastic tas bij gepakt en stopt de boeken er voorzichtig in, bang om de kaft te breken.
Gespannen kijk ik toe hoe ze het rode boek op pakt. Het lijkt haar echter niks te doen. Ze stopt het rustig in de tas en legt er nog wat andere boeken bovenop tot de tas het bijna door het gewicht begeeft. 'Alsjeblieft.'
We gaan beiden staan en ze geeft me de tas aan. Ik glimlach even. 'Dank u wel.'
Op het moment dat ik de tas vastpak, kijkt de oude vrouw naar mijn hand. Ze trekt een wenkbrauw op en lacht zacht. 'Wat mooi zeg, betekent het iets?'
Ik knik alleen maar. 'Het is nogal persoonlijk,' mompel ik bijna onverstaanbaar. 'Ik heb heel wat tattoos gezien maar deze is toch wel erg bijzonder.' Haar stem klinkt zowel gemoedelijk als nieuwsgierig. Ik haal mijn schouders op. 'Daarom koos ik deze ook,' verzin ik snel. Mijn rugzak sla ik over mijn schouder en de andere tas houd ik met twee handen vast. Het ijzige, koude gevoel van het boek trekt zelfs nu nog door mijn hele lichaam.
Rosalinde lacht weer even. 'Ga maar naar huis, zolang je de boeken morgen maar opruimt.'
'Heel erg bedankt,' zeg ik weer snel en ik zucht opgelucht. Rosalinde loopt weer weg verder de bibliotheek in.
Even later ben ik thuis. Ik laat mijn tassen op de grond vallen en zak languit neer op de bank. Ik sluit mijn ogen en adem diep in. Mijn hoofd tolt en de ene na de andere vraag stroomt mijn hoofd binnen. Het was echt. Het kan niet anders, de droom moet echt geweest zijn. Maar het sloeg nergens op, het kan helemaal niet.
Wat zou ik nu moeten doen?
Dennis loopt binnen. 'Wat ben je laat?' zegt hij vragend, alsof hij verwacht dat ik de reden waarom ik laat ben ga uitleggen.
Ik knik en open vermoeid mijn ogen. 'Ja dat klopt.'
Hij kijkt me geïrriteerd aan met zijn typische, strenge 'vader' blik. 'Hoe komt dat?'
'Ik help mevrouw de Bruin in de bibliotheek, kijk maar.' Ik hou de tas met boeken open zodat hij erin kan kijken. 'Voor een verslag.'
Dennis knikt goedkeurend. 'Hebben ze op school nog iets over mij of je moeder gezegd?' hoort hij me geduldig uit.
Ik knik. 'Allemaal bullshit, ik negeer ze gewoon.' Hij zucht diep en knikt 'ja dat is het best.' Ik knik. Ik ben master in negeren, als ik er mijn geld mee kon verdienen was ik nu al miljonair.
Ik doe mijn ogen weer dicht en denk aan wat er vandaag allemaal gebeurd is. School was niet anders dan normaal. Behalve dat Lucas heel wat keer weer in zichzelf gemompeld heeft dat hij me de volgende keer gaat tegenhouden als ik Carice weer aanval. Of dat hij zelf de aanval gaat beginnen. Ik kon er alleen maar op knikken en het met hem eens zijn, voordat hij nog meer plannen ging bedenken, over hoe hij de oorlog tussen mij en Carice gaat beëindigen.
En dan is hij nog niet eens over mijn cijfers begonnen die van negens naar tweeën en drieën gezakt zijn.
Ik heb gewoon geen zin meer in school en in mijn klas. Ik kan het wel, dat heb ik aan het begin van het jaar bewezen. Maar met al dit gedoe rondom mijn moeder en de geruchten die daarvoor al rondgingen, had ik wel andere dingen aan mijn hoofd.
Zeker nu er nog meer bij gekomen is, ga ik dit jaar niet halen. Het boek, de droom die waarschijnlijk levensecht is, de tattoo... als Dennis achter de tattoo komt wil ik niet weten wat hij gaat doen.
Misschien is hij wel oké met tattoos, maar hier in Atlas is op 10 kilometer afstand nog geen tattoo-shop te vinden. En als hij daar geen vragen over stelt, zou hij wel naar de betekenis vragen. Of over hoe ik aan het geld kom. Want iedereen weet dat we niet de rijkste mensen zijn. Zeker nu Dennis geen baan meer heeft zou hij tattoos verbieden. Geld uitgeven aan tattoos en andere nutteloze dingen zou dom zijn.
Voor mijn oom zijn werk verloor hadden we ook al nauwelijks geld. En dat allemaal dankzij mijn moeders dure hobby. Ze heeft ons meer geld gekost dan we willen toegeven.
En wie laat er nou zijn eigen handtekening in zijn hand graveren?
Dennis gaat me dus nooit geloven.
Voor de zekerheid kijk ik zo onopvallend mogelijk of het nog steeds op mijn hand staat, of ik niet gek geworden ben en of het echt geen droom was. Maar het zit er nog steeds.
Er is maar één manier om er een verklaring voor te krijgen.
'Ik ga naar boven.' Snel en vol nieuwe energie spring ik overeind en pak de boekentas op. Dennis kijkt op vanaf zijn mobiel en knikt. 'Succes met je gewéldige huiswerk, als je hulp nodig hebt kom je maar bij mij,' plaagt hij. Ik rol mijn ogen en steek mijn middelvinger naar hem op terwijl ik de trap op ren.
Dat levert wat afkeurend gemompel op maar ik trek me er niks meer van aan. Ik wil veel te graag weten of ik nou wel of niet gek geworden ben.
Even wacht ik bij de deur om zeker te weten dat hij beneden blijft, en draai voor de zekerheid de deur toch op slot. Dat doe ik wel vaker als ik me moet concentreren op school, of andere dingen. Dus hij gaat er waarschijnlijk niet raar van opkijken.
Mijn kamer is niet groot. Maar groot genoeg voor een bed, bureau, een kleine kleding kast waar ik een spiegel bovenop gezet heb en wat loopruimte. De kleuren in mijn kamer bestaan vooral uit boskleuren zoals; groen, bruin en lichtblauw. Op mijn bureau liggen wat pennen, foto's die ik zelf gemaakt heb met mijn camera en in de hoek staat een vaas met een bos hangende bloemen erin, die bijna aan het eind van hun leven zijn.
Ik zet de tas neer naast mijn bureau en schuif mijn spullen aan de kant om een plekje vrij te maken. Mijn camera berg ik voorzichtig op in zijn zwarte hoes. Ik heb niet veel maar aan de meeste spullen die ik heb ben ik erg gehecht, meer heb ik ook niet nodig.
Ik heb altijd al politie willen worden. Als dat niet gaat lukken door alle problemen die ik op school heb is fotograaf een tweede optie. Volgens Dennis en Lucas heb ik daar echt talent voor. Ik weet niet of ze gelijk hebben en of ze het wel menen. Het zou me niks verbazen als ze dat alleen zeggen omdat ze me niet willen kwetsen. Dat doen vrienden nou eenmaal. Soms liegen ze de hele dag door, zodat je je beter voelt en de harde waarheid niet hoeft te weten. Vooral Lucas heeft daar last van. Maar hij bedoelt het goed.
Als ik al mijn spullen heb geordend, leg ik de tas met boeken voorzichtig op mijn schoot. Ik zie het rode fluwelen boek erin liggen en probeer me voor te bereiden op wat er dit keer gaat gebeuren.
Zou het echt, echt zijn?
Mijn blik valt weer op mijn hand en ik slik. Misschien moet ik Lucas even een berichtje sturen, want wat als er iets ergs gebeurd? Ik schud die gedachte snel van me af. Wat kan er nou misgaan? Het is maar een boek en ik moet Lucas niet onnodig ongerust maken.
'Eén, twee...' zacht tel ik in mezelf af, nog voordat ik drie zeg haal ik snel het boek uit de tas en gooi het op mijn witte bureau.
Het koude, beangstigende gevoel stroomt weer door heel mijn lichaam, maar ik begin eraan gewend te raken.
Ik zucht diep en open het boek weer.
Alle twijfels over of ik dit wel moet doen verdwijnen meteen. Ik voel me opnieuw vreemd tot het boek aangetrokken, wat me blijft verbazen en mijn nieuwsgierigheid dwingt me om dichterbij te leunen. Zodra ik mijn hand op de bladzijde leg en mijn neus bijna in het boek gedrukt heb, word ik weer opnieuw naar het boek toe getrokken en raak ik mijn bewustzijn kwijt. Mijn hoofd valt slap boven op het boek alsof mijn spieren het begeven.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top