96. Black

Wickerxot-Hankropia heeft nog een alliantie te pakken. Het oostelijke continent is me bijna volledig goed gezind. Alleen Anilito, dat afwezig is van de wereldpolitiek, en Drimba, waar we net vrede mee hebben gesloten, niet. Op het thuiscontinent echter, is veel meer ruimte voor oorlog.

Niet interessant voor nu. Ik wil voortgang maken met mijn project. Yawan en aanhang zijn denk ik de enigen die me tegen kunnen houden, maar alleen als ze me stoppen voordat ik mijn project voltooi. Daarna ben ik niet te stoppen. Dan kan zelfs de dood me niet trotseren.

Nu ik toch in de buurt ben, relatief gezien, ben ik op weg naar Atlaantis. Volledig verwoest is het misschien, maar ik heb geen Atlaantanen nodig, enkel wat hout van een struik, en dat moet er nog wel te vinden zijn.

Het is niet makkelijk geweest een boot te vinden die me brengt. Iedereen heeft er van gehoord, dat het van de ene op de andere dag, nee, dat is een te grote tijdspanne, is verwoest. Enkelen zeggen dat het met magie is gedaan, wat het met mijn reputatie natuurlijk niet makkelijker maakt. Gelukkig kent ook Fribelium, of Vre Ange, wat het ook is, aardige mensen, en zit ik nu op een boot, richting een vernietiging waarvan ik de schaal niet in kan schatten.

'Hoe ver is het nog?'

De kapitein pakt een sterrenkaart en sextant erbij.

'Laat me een meting doen.'

Hij is wat aan het hannesen.

'Nog wat correcties. Ja, ik weet op welke hoogte we zijn.'

'Een paar meter boven zeeniveau.'

'Heel grappig, nee, we zijn ter hoogte van waar Atlaantis zou hebben moeten liggen.'

'Nou, nergens te zien.'

'Nee, inderdaad.'

'Houd de boot hier stil. Ik ga een duik nemen. Ik weet jullie te vinden als jullie wegvaren.'

Ik trek mijn pantser uit. Mijn handbagage houd ik wel bij me, in een waterdichte buidelriem.

Ik gebruik wat beschermende spreuken en een spreuk om onder water adem te kunnen halen, allemaal Alteratie, voordat ik me in het diepe gooi en achterover val, het water in.

Ik ben nooit een goede zwemmer geweest. Ik heb moeite met naar beneden zwemmen, maar dat kan ik oplossen. Met een spreuk maak ik me zwaarder, alsof ik een blok steen aan me heb hangen dat me naar beneden trekt.

Nog een spreuk, licht.

Hier was ooit een eiland, nu is er alleen nog maar een iets minder diep stukje zee.

Ik zoek lang naar een enkel stukje struik. Ik vind niets. Ik moet essence bijvullen. Water geleidt essence veel slechter dan lucht. Gelukkig heb ik wat flesjes verdunde essence bij me. Pure essence zou zelfs voor mij te veel zijn om via de spijsvertering in te nemen.

Ik neem een slok, waarbij ik zoveel mogelijk voorkom dat er essence het water in vloeit.

Ik kan weer even voort.

Ik vind op de zeebodem alleen rotsen en zand. Zelfs geen koraal.

Nou, dan laat ik me maar weer stijgen.

Moet ik een andere keer maar bij een zeegeest een mes op de keel leggen om hem te dwingen me Atlaantis te laten zien.

Gelukkig, voor de kapitein, ligt de boot er nog. Ik klim over de reling.

'Als jullie zo aardig willen zijn me naar Wickerxot te varen.' 'Gaat niet lukken, Wickerxot heeft geen kust.'

Ik duw de nieuwe kaart in zijn gezicht en verzoek hem vriendelijk naar Wickerxot te varen.

'Nee wacht, ik wil dat deze expeditie geen complete mislukking was, zeil uit naar Anilito!'

'Ehm, u weet dat wij oorlog hebben?'

'En als ze een schip aanhouden, of slopen, waar ik de koers bepaal, is dat een oorlogsverklaring, en ik denk niet dat ze een oorlog willen met de grootste grootmacht van de wereld, die bovendien al een alliantie is van twee van hun vijanden.'

'U zult zelf een boot vanuit Anilito moeten vinden.'

'Dat is geen punt.'

'Vertel eens, beste man, waar in dit land heb ik de beste kans een Anilitaanse driekopsslang te vinden?'

Ik weet door zijn antwoord dat ik één van de onderwereldtypes heb gevonden.

'Simpele vraag, simpel antwoord, wat is je prijs?'

'Jij behoudt je hoofd.'

'Een eerlijke onderhandeling. Wat ik zeg, simpel antwoord, het koninklijk paleis, in de tuinen. De koning heeft prachtexemplaren.'

Onderwereldtype.

En dus sla ik een wachter op zijn kop, jat zijn uitrusting en sleutels en breek in in het paleis.

Ik heb niet echt verkend, geen slim idee, want daardoor kom ik in de tuinen één of andere prinses tegen.

Mijn dodental is weer gestegen. Verlamming was voldoende geweest, maar ik ben Theren Black, wat kunnen ze me nou doen? Geen cel gaat me stoppen en oorlog tegen mij kunnen ze niet veroorloven. Niemand kan dat. Zelfs niet als ze allemaal samenspannen, zelfs mijn bondgenootschappen.

Zo'n slang is snel genoeg gevonden.

Een snede verder en een slang ligt dood. Die crimineel had me wel mogen vertellen dat die beesten enorm hard gillen als ze sterven. Er komen nu sowieso wachters mijn kant op. Als ze hier komen zit ik in de problemen.

Ik gris de ziel van de slang uit zijn rustige leventje in de zielenwereld en prop hem weer in het lichaam. Oké, hij beweegt weer.

Ik melk wat gif en pak dat beest bij het uiteinde. De eerstvolgende die ik tegen kom krijgt hem in zijn gezicht gesmeten.

Bonuspunten als dat de koning is en daardoor heel Anilito in anarchie valt. Geen slecht idee eigenlijk. Ik ben toch al lekker bezig met acties die oorlogsverklaringen kunnen zijn als ze aan mij gekoppeld worden, één meer kan geen kwaad, en Fribelium en Fregardos waarderen dat vast wel. Vast wel...

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top