58. Yuwen
Hoofdstukje OnzinPower.
Nadat we waren hersteld van de overwinning in de elvengrot, keerden we terug naar onze dimensie, om de leiders te confronteren met wat we hadden gedaan.
Helaas moesten we opsplitsen. Glanola mocht niet samen met ins gezien worden. Dat moest later geregeld worden. Verdoemde politiek.
Zodra we waren aangekomen bij het stadhuis van de Godun, gingen we rechtstreeks naar onze leider toe. Dit was de eerste keer in een lange tijd dat één van onze plannen slaagde. De leider echter was druk bezig. Het scheen dat hij een probleem had. Wij gingen ondertussen in de Nevelen op zoek naar gevolgen van onze daad. We verwachten niet iets te vinden, andere volken kan een oorlog tussen de mensen en de Nevelwezens niet interesseren, maar we vonden toch iets. Iets groots, iets machtigs. We kregen er lucht van dat de oude Sáthu zich roerden. Dat konden we niet hebben. Die ondingen waren net als wij onsterfelijk. Helaas hadden ze een soortement van immuniteit tegen directe magische aanvallen. Indirect waren ze zo zwak als wat, maar direct waren ze onverwoestbaar. En ze waren veel te slim.
Natuurlijk vergt dit een beetje uitleg: het ontstaan van de wereld van de mensen. De wereld zoals de mensen die kennen is ontstaan na een zogenaamde oerknal. Toen hebben de Sáthu een immense bult magie op een hoop gegooid. Daarna heeft die magie de wereld gecreëerd. Het probleem voor de Sáthu waren hun tegenhangers. De Sàthéstòkn. Die vonden het leuk om ons te maken, de Godun en de Meistre, om de mensen en andere organismen te pesten. De Sáthu hebben dit zo gelaten.
Eeuwen later hebben de Sáthu de mensen het vermogen geschonken magie te gebruiken. De Sàthéstòkn hebben vervolgens een nieuwe dimensie gecreëerd om de Godun en de Meistre in onder te brengen. Die gaven elkaar de schuld in plaats van de Sáthu. Nu zitten we met politieke ongein, want "we mogen elkaar nog steeds niet". Natuurlijk zijn er wel Godun en Meistre die proberen om de wereld van de mensen terug te krijgen, eerst vredelievend, later met geweld, maar die zijn er tot nog toe nog niet in geslaagd. Het probleem van de Sáthu is dat ze de macht hebben om de Godun en Meistre voor meer dan 24 uur uit te schakelen. Ook hebben ze toegang tot zeer sterke magie om barrières tussen de dimensies te maken. Zolang de Sàthéstòkn ze niet tegenhouden, kunnen wij als Godun en Meistre niet veel. En ik heb niet het gevoel dat ze ons gaan helpen zolang we niet heel diep in de penarie zitten.
Natuurlijk, ik hoor niet te weten dat de Sáthu bestaan. Ik hoor het niet op te kunnen schrijven. Yawan en Glanola weten het ook niet. Jammer genoeg ben ik geen normale Godun. Ik ben überhaupt geen Godun. Toen ik en mijn broer werden geschapen, werden we geschapen als verschillende wezens. Ik ben namelijk een Sàthéstòkn. Gedoemd om alles aan te zien, want ik mag zonder toestemming niet als Sàthéstòkn ingrijpen, alleen als Godun.
Zodra onze leider ons binnenlaat besef ik dat ik iets verkeerds heb gedaan.
'Hallo imbecielen. Steken jullie vaker een compleet land in de brand? Zelfs al zijn jullie zo goed als onsterfelijk (en dan nog reïncarneren jullie, dus jullie zijn onsterfelijk), waardoor de giftige troep niet boeit, dan nog... WAAROM STEKEN JULLIE IN HEMELSNAAM FRIBELIUM IN DE HENS?!'
Oops. 'We moeten terugvechten! Die mensen vergeten hun angst voor ons! Straks word hun magie sterker! Deze zal nooit zo sterk worden als die van ons, maar die mensen zijn met weet ik veel hoeveel meer! We kunnen niet werkeloos toezien!' Mijn broer had een redelijk goede overtuigingskracht.
'We zouden dit vredevol oplossen! Eerst die broer van Giliusk, nu jullie... waar gaat het heen?'
'Links of rechts bedoel je?'
'ERUIT! WEGWEZEN!'
We maakten dat we naar buiten kwamen. Daarna zond Yawan Glanola een bericht. We zouden haar ontmoeten bij een grot. Als we samen gezien werden waren we er geweest. Waarom moest Yawan in hemelsnaam verliefd worden op haar?
Zodra we bij de grot aankwamen vertelde Glanola dat het bij haar ongeveer hetzelfde was gegaan. De leider van de Meistre wilde het conflict ook vredelievend oplossen.
Dat ging niet gebeuren. Fase twee van ons plan hadden we namelijk al in werking gezet. Fribelium, beschermt door het gif wat er in de lucht hing, kon een uitvalsbasis worden voor meer. Ik weet niet of Atlaantis jullie bekend voorkomt, maar dat is een piepklein eilandje met een populatie die ongeveer twee keer zo groot is als Fribelium, wat wil je ook, als in Fribelium bijna niemand woont. Atlaantis ligt naast Fribelium en lijkt een perfect eiland. Last van niets. Helaas is Atlaantis zeer kwetsbaar. Herinneren jullie je het geheime wapen van Glanola nog? Dat is een magische gigant. Tot leven gebracht met een tak van de necromantie. Deze gigant was op weg om zichzelf te vermoorden.
Giganten bestaan voor het grootste gedeelte uit magie. Zekere magische giganten. Zodra de gigant dicht genoeg bij Atlaantis is, laat hij alle magie uit zich vloeien en sterft. De magie zal een vloedgolf tot gevolg hebben en Atlaantis volledig verwoesten. Ondertussen konden wij, wezens van de Nevelen, rustig toekijken hoe een stuk of honderdduizend mensen dood gaan.
Het plan werkte perfect. Het enige wat nog nodig was, was een speciaal bericht om het iedereen mede te delen. Natuurlijk met een illusie vervormt.
Beste iedereen,
Ik deel u mede dat Atlaantis is getroffen door een vloedgolf. Deze is veroorzaakt door ons en iedereen op Atlaantis is dood. Houd op met jullie onderzoek naar magie! Dit is de laatste waarschuwing. Veel plezier met uw dag verder.
Jullie oude irritatiebronnen
Nu nog een speciaal bericht naar Black.
Black,
Ik weet dat je dichtbij bent. Probeer het niet! Het zal je dood betekenen! Je weet waar ik het over heb. Alsjeblieft, ik kan je niet tegen ze beschermen.
Je oude irritatiebronnen, beter bekend als de...
Mooi, dat ook weer geregeld. Helaas hield ons geluk daar op. We werden ontdekt door een Godun. En met was bij wet verboden om als Godun in het gezelschap van een Meistre te zijn.
Daarna gebeurde alles in sneltreinvaart. We werden meegenomen naar het plein tusseen het gebied van de Godun en Meistre. Daar werden de leiders van beide volken gehaald om een vonnis uit te spreken over ons. We konden onszelf nog verdedigen, maar we probeerden het niet eens.
Nadat de "zitting" ten einde was werd het vonnis uitgesproken. We werden verbannen uit deze dimensie. Verbannen totdat we de/het Nevelwezen(s) van het andere ras hadden uitgeschakeld.
Lekker dan. Terug bij de mensen.
Maar daar houd mijn verhaal op. Mijn lichaam word uit elkaar gerukt en ik hou op te bestaan. Ik had me niet aan mijn eed gehouden om mijn krachten niet te gebruiken en daarom werd ik gestraft. Ik word verdoemd tot een eeuwigheid van niet bestaan en toekijken wat er met de wereld gebeurt, zonder iets te kunnen doen.
Het laatste wat ik hoorde was de schreeuw van Yawan. 'Yuwen! Broer!'
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top