37. Feylin
Na twee hoofdstukjes van Linerail achter elkaar, heb ik toch besloten om ook twee hoofdstukken van CuriousGirl2509 online te zetten.
Ik liep de woonkamer in en keek verbaasd naar de twee mannen die op de bank zaten. Ze waren gekleed in nette kleding, met het teken van ons land erop. Dit waren vast mensen van de koning, maar wat deden ze hier?
Ik plofte in de stoel neer, tegenover de mannen en keek ze verwachtingsvol aan. Mijn moeder kwam naast me zitten en legde haar hand op mijn schouder. Dat kon niet veel goeds betekenen.
'We hebben gehoord dat jij in het bezit bent van een draak.' De eerste man spraak op een duidelijke toon en zonder ook maar een schrijntje emotie.
'Uhm, ja...' mompelde ik. 'Dat klopt, hoezo?'
'We hebben van de koning de opdracht gekregen om alle draken in Fregardos bij elkaar te halen, zodat zij mee kunnen vechten in de oorlog,' zei de andere man. 'We zijn hier om het beest op te halen.'
Ik raakte geïrriteerd. Hoe hadden ze ten eerste het lef om Nirvana een beest te noemen en ten tweede het lef om haar überhaupt mee te willen nemen? Ze was mijn draak en tevens beste vriendin. Deze twee sukkelige mannetjes konden haar niet zomaar van me afpakken.
'Ik sta het niet toe dat jullie Nirvana meenemen, zodat ze mee kan vechten in een of andere nutteloze oorlog!' Ik voelde mijn kaken langzaam verhitten, wat betekende dat ik elk moment kon uitbarstten.
'Helaas is het niet aan jou om te beslissen wat wij wel of niet mogen doen. We doen dit in opdracht van de koning en jij hoort daarbij te gehoorzamen. Is dat duidelijk jongedame?' De man grijnsde.
Ik wilde opstaan vanuit mijn stoel en hem een knal tegen z'n harses verkopen, maar mijn moeder hield me gelukkig op tijd tegen.
'Je kunt er niets aan doen lieverd.' Mijn moeder streelde zacht door mijn haren, waardoor ik me even weer het kleine meisje van vroeger voelde en me kalmeerde. 'Neem die draak mee mannen. Ik houd haar wel tegen.'
De twee mannen stonden snel op en renden naar buiten toe, naar Nirvana. Ik probeerde me uit de greep van mijn moeder te rukken, maar ze hield me echter zo stevig vast dat ik geen kant op kon.
'Mam! Dit kun je niet maken!' schreeuwde ik in haar oor. Een golf van frustratie en boosheid schoot door mijn lichaam heen en ik deed nog beter mijn best om me los te rukken.
Uiteindelijk lukte het en sprintte ik naar buiten toe. Ik zag hoe de mannen Nirvana koest probeerden te houden en hoe hard Nirvana tegenstribbelde om gevangen te worden.
'Feylin, help me!' hoorde ik haar in mijn gedachtes tegen me roepen.
Ik wilde haar helpen, alleen werd als snel door mijn moeder bij de arm gepakt en terug naar binnen gesleurd.
'Laat me los jij kreng!' schreeuwde ik razend, wetende dat het mijn moeder was tegen wie ik praatte. 'Laat me mijn vriendin helpen! Ik wil haar niet kwijt!'
'Feylin, Feylin, help me! Ik red het niet lang meer.' Nirvana's gedachtestem klonk zwak en vermoeid.
Mijn moeder keek me boos aan en verkocht me een klap in het gezicht, waardoor mijn wang bonsde van de pijn en langzaam rood verkleurde. 'Jij gaat nu heel snel normaal tegen mij doen!' riep ze kwaad.
Ik negeerde haar en probeerde me nogmaals los te rukken uit haar greep. Dit keer ging het makkelijker dan voorheen. Adrenaline gierde door mijn lichaam en de drang om Nirvana te helpen was groter dan ooit.
Ik rende nogmaals naar buiten toe. Ik was te laat. De mannen waren weg, evenals mijn draak, mijn beste vriendin. Ik kon de haar snuit in de verte nog zien, vastgebonden aan een groot houten geval, dat voorgetrokken werd door de twee mannen en ik hoorde Nirvana in mijn hoofd om hulp schreeuwen.
'Help! Waar brengen ze me heen, wat gaan ze met me doen?'
'Je zult mee moeten vechten in de oorlog, maar geen zorgen want ik kom je redden.'
Mijn moeder kwam naar buiten gelopen en begon tegen me te schreeuwen. 'Jij ondankbaar kreng! Hoe durf je je zo tegen je moeder te gedragen! Ik ben er altijd voor je geweest en dan gedraag je je zo tegen me!' Stampvoetend kwam ze mijn kant op gelopen.
Duizenden dingen raasden door mijn hoofd. Ik kon wegrennen, achter Nirvana aan om haar te redden. Ik kon een ruzie aangaan met mijn moeder, waar ik persoonlijk niet zo veel zin in had. Ik kon weer naar binnen rennen en mezelf opsluiten op mijn kamer, niet dat dat iets zou oplossen. Ik kon het met mijn moeder uit gaan praten, nee dat ging niet werken.
Ik keek haar aan en had al snel mijn besluit genomen. 'Mam, vind je het gek dat ik zo doe? Als eerst dwingen ze papa om mee te vechten in de oorlog en nu nemen ze ook nog eens Nirvana van me af. Dit pik ik niet!'
'Je kunt er niets aan doen lieverd.' Haar boze houding was al een beetje veranderd in een bezorgde, moederlijke houding. Niet dat het mij iets kon schelen.
'Ja, dat kan ik wel!' Mijn stem klonk zwaar zelfverzekerd. 'Ik ga achter Nirvana aan en ga haar redden en het maakt me niets uit wat jij daarvan vindt!'
Ik draaide me om en maakte me klaar om weg te rennen. De hand van mijn moeder greep naar mijn pols, die ik echter snel wegtrok en ik rende ervandoor. Weg bij mijn moeder, in de hoop mijn vriendin te kunnen redden.
Na voor mijn gevoel uren te hebben gerend, zakte ik uitgeput tegen een boom aan. Dit was zinloos. Het was inmiddels pikkedonker en de omgeving waar ik doorheen rende was nog amper zichtbaar. Als ik nu mijn reis zou vervolgen naar de hoofdstad van Fregardos, zou dat een grote kans op falen met zich meebrengen. Verdwalen in de bossen van Fregardos was namelijk niet zeldzaam, vooral niet in het donker. Dus ik besloot mijn reis te staken en het morgen voort te zetten, wanneer er weer meer licht was.
Ik staarde even naar de sterren, voelde een siddering van de kou door mijn lichaam trekken en dacht terug aan vandaag. Het werken, alle gewonden, de fijne vlucht terug naar huis en toen het slechte nieuws. Alles bij elkaar was te veel. Ik nestelde me dichter tegen de boom aan en dacht terug aan mijn moeder. Zou ze bezorgd zijn? Zou ze me achterna zijn gekomen? Zou ze me gewoon hebben laten gaan? Ik slikte even en besefte me zojuist dat ik echt alles kwijt was momenteel. Mijn moeder, Nirvana, een warm huis. Het enige wat ik nog had, was een baan. Wacht, ik moest morgen gewoon weer op het werk komen opdagen.
Ik zuchtte en viel tegen de boom in slaap.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top