123. Rack
Wie kon ik vertrouwen? De baan van koning zijn bleek lastiger dan ik had verwacht. Waarom kon alles niet gewoon een keer duidelijk zijn? En dan verder nog, mijn rijk, een grote steppe... Ook vrij weinig bestrating. Misschien moest ik daar een keer iets aan doen, Fregardos zou dan een betere plek kunnen worden. Ook had ik het idee dat mijn raadgevers het misschien toch verkeerd hadden met Conley, misschien was hij toch te vertrouwen... Daar kwam overigens wel bij dat hij ongeveer meteen ontsnapte, misschien hadden ze toch wel gelijk. Veel vragen, weinig antwoorden.
Op een gegeven moment bedacht ik me dat er nog een of andere belangrijke tocht door de hoofdstad was ofzo. Waarom had ik eigenlijk geen idee maar een van mijn hoofdbevelhebbers dacht dat dat mensen intimideerde ofzo en aan in Fregardos hield. Iedereen werd al net zo paranoïde als ikzelf.
Ik was op weg naar die soldatenparade toen ik opeens tegen iemand aanliep. De persoon, een meisje, kwam me bekend voor. Waarvan, dat wist ik niet meer, maar dat boeide ook niet zoveel. We wisselden wat woorden maar toen zag ik de hoofdbevelhebber in kwestie, dus ik liep weg.
"Wat een mooie dag is het hè!" zei hij.
"Inderdaad. Ik snap alleen niet helemaal het nut hiervan..." zei ik.
"Het nut? Het nut?! Hoe zie jij hier het nut niet van in!"
"Nou om te beginnen zouden we ook deze soldaten gebruiken om bondgenoten te helpen. Het lijkt wel alsof er altijd oorlog is in deze wereld."
"Oorlog, overnames, ja daar heb je mij voor. En ga nou niet zeggen dat je het beter weet. Jij bent dan misschien de koning, maar ik ben de leider van het leger. En iedereen weet hoe passief je bent... Dat dit nog steeds een monarchie is! Al meerdere keren bijna dood en je hebt geeneens een troonopvolger." Misschien moest ik me inderdaad minder passief opstellen...
"Ik kan nu ook jou ter plekke ontslaan hoor."
"Alsof je dat doet."
"Durf je daarop te wedden?!" Ik keek hem met een boze blik aan.
"Nou, nee, nou, een fijne dag, Rack!" Hij liep weg. Dat zag hij niet aankomen. Eikel.
Ik liep terug naar de plek waar ik eerder dat meisje zag met nog een ander meisje. Niemand meer te bekennen. Helaas. Ik besloot terug te gaan naar het kasteel.
Aangekomen bij mijn (gelukkig) mooie kasteel zag ik Crafes, een hele oude man, praten met een ander iemand die ik niet kende. Crafes was degene die me een lange tijd heeft leren zwaardvechten.
"Hoi!" riep ik ze toe. Het oude gezicht van Crafes en het gezicht van de ander, een jonge blonde kerel, keken mijn kant op.
"Wat een toeval, we hadden het net over jou, Rack!" zei Crafes.
"Oh, wat is er dan aan de hand?"
"Nou, mijn vriend hier, Riggel, heeft een nieuw wapen voor je!"
"Oh wauw, naast mijn zwaard. Wat is het dan?"
"Dat zal ik je eens vertellen. Waarschijnlijk ken je me niet," begon Riggel "maar ik ben Riggel. Ik droom ervan een van de grootste avonturiers te worden. En daar duizenden verhalen over te schrijven... Misschien lees je wel een keer er wat van. Hoe dan ook, ik was met een collega op pad door een donkere tempel. Die was zo donker, joh, dat wil je niet weten! Maar mijn collega, die had een fakkel, een gloeiende toorts van succes, en toen zag hij het, HET LICHT! Oftewel, hij zag een muurschildering. Met daarop zes stenen. Van heeeeellleeee grote kracht. Een groenige, een grijze, een gele en een oranje. Oh, en deze twee," Riggel hield een witte en een rode steen vast "dit zijn hele sterke stenen. Deze rode hier, kan, vuur oproepen! En deze witte hier, die heeft de kracht van het licht. Letterlijk, mijn collega vond hem dus en keek erin en werd toen blind. En vervolgens viel hij in een afgrond. Treurig verhaal. Overigens verloor dat ding toen zijn kracht net zoals deze rode hier. Maar hoe ze werken, geen idee! Maar deze witte is dus voor jou want die rode wil ik zelf houden want die witte heeft al voor genoeg onheil gezorgd." Riggel stopte met ratelen en gaf me de witte steen.
"Oké oké, maar hoe laten we de stenen dan weer werken?" vroeg ik.
"Nou kom ik aan bod. Daarom praatte Riggel dus ook met mij. Zoals je weet, weet ik van alles en nog wat een beetje. Dus weet ik ook de mythes over de zeven gekleurde boeken. En laten die nou net rood, oranje, geel, groen, wit en grijs zijn! Oh en er is ook nog een paars boek maar ik vermoed dat die er niks mee te maken heeft." zei Crafes.
"En dus moet ik op zoek gaan naar het witte en rode boek." zei ik.
"Yep." zeiden Crafes en Riggel tegelijk.
"En jullie denken dat ik dat doe omdat," ik nam even een pauze met praten in de hoop op een reactie, "oké ik doe het ik verveel me hier echt dood en ik wil zelf een goed wapen hebben om zelf een grote plek te hebben in deze oorlog."
"Dat dacht ik al, beste leerling van me! Nou kijk, zie je dit rode kruis hier, bij die rotsen? Waar het precies is, geen idee! Maar ik denk dat die rare vorm een land is..." Crafes pakte een vergeeld papiertje en wees op een rood kruis. En ik herkende al welk land dat was.
Het werd tijd om mijn grote vriend Theren een bezoekje te brengen. Misschien wat adviezen vragen. Een keer een productief uitje!
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top