121. Feylin

Uiteindelijk komen we aan op een redelijke afstand van Wick.
'We kunnen niet te dichtbij landen, Nirvana valt teveel op, en dat is precies wat we niet willen,' zegt Vythe terwijl ze van Nirvana af klimt. Ze maakt haar paard los, en ook laat ik me van Nirvana afglijden.
Ik kijk naar mijn draak en zie dat ze uitgeput is. 'Rust maar even uit,' vertel ik haar.

'Zal ik doen. Ik vertrouw die stad daar niet helemaal, dus pas goed op jezelf. Als er iets is, geef een gil en ik kom eraan.'

Ik knik naar Nirvana en kijk Vythe aan, die hoog boven me uit torent omdat ze al op haar prachtige paard is gaan zitten. 'Gaan we?'

'Goed plan.' Ik klim achterop bij Vythe, en samen vertrekken we richting kasteel Wick. Als we er aankomen houdt Vythe even halt.

'Voor ik het vergeet. Zometeen komen we bij het kasteel, waar jij naar binnen zal moeten gaan in de vermomming van dienstmeisje,' zegt ze tegen mij.

'Waarom ik?' vraag ik verontwaardigd.

'Ik heb Theren al een keer gezien. Als hij mij ziet in het kasteel, vermomt als dienstmeisje, zal hij me nooit geloven.'

'Vooruit...' Ik haal mijn schouders op. 'Heb jij kleren voor me dan?'

'Natuurlijk. Je moet even kijken of het de juiste maat is, maar dat maakt niet zo heel veel uit aangezien kleding van dienstmeisjes die net nieuw zijn toch bijna nooit helemaal passen. Het dienstmeisjesuniform krijg je wel weer in het kasteel, voor nu moet je alledaagse kleding aan.' Vythe stapt van het paard en graait even in de tassen. Ze haalt een oude, versleten jurk tevoorschijn. 'Hier,' zegt ze terwijl ze het naar me toe gooit.

Ik kijk met een argwanende blik naar de jurk. Jurken waren niet echt mijn ding en dit stuk vod ziet er niet uit. 'Oef... Oké, ik trek het aan.'
'Mooizo.'

Ik kleed me snel om en bekijk de jurk. Ergens zit het ding nog niet zo verkeerd. 'Kan het zo?'

Vythe laat haar blik over me heen glijden. 'Ja. Nog een ding.' Ze grijpt weer in de zadeltas en haalt er een kleiner tasje uit. Een schijf met allerlei stugge haren komt tevoorschijn. Ze komt achter me staan en begint de haren door mijn haar te halen. Goedkeurend doet ze een stap naar achter en knikt tevreden.

'Uh, oké, wat nu?' vraag ik. Ik begrijp eigenlijk niet zo goed wat nu het plan is.

'We gaan naar het kasteel, waar jij werk gaat zoeken als dienstmeisje. Dienstmeisjes komen overal, en dus is het de perfecte positie om ongestoord in Therens kamer rond te kijken.'

'Mag ik legaal door al zijn spulletjes gaan snuffelen?' Ik krijg een grimas op mijn gezicht.

'Dat denk ik niet. Maar je kan, als je er alleen bent, het wel gewoon stiekem doen,' zegt Vythe.

'Dit gaat leuk worden. Laten we gaan!' Ongeduldig been ik voor Vythe uit naar het gigantische kasteel van Theren Black. Zodra we bijna bij de poort zijn houdt ze me nog even tegen.

'Ik ga terug naar je draak, en blijf daar wachten tot je terugkomt met eventuele belangrijke informatie. Als ik er op dat moment niet ben, moet je gewoon even wachten, waarschijnlijk ben ik dan eten aan het halen of iets dergelijks. Nog een paar laatste dingen. Ten eerste, zoek alsjeblieft geen ruzie. Met niemand, en al helemaal niet met belangrijke mensen. Ten tweede, zorg alsjeblieft dat je precies op de rand van fatsoenlijk en onverzorgd blijft. Het kasteel is voor knappe meisjes geen veilige plek.'

'Hoezo, is die Theren Black zo'n gladjanus?' Ik onderbreek zonder pardon haar hele uitleg.

'Gladjanussen zijn wel de mensen waar je je het minst zorgen over hoeft te maken. Die blijven tenminste aardig.'

'Bedankt voor de waarschuwing. Zal ik dan nu maar naar binnen stappen? Kan dat eigenlijk gewoon zo? Of moet er eerst iets voorafgaan? Dit voelt echt raar om te doen man.' Ik kijk even naar Vythe. 'Uhh, ik bedoel vrouw.'

Ze kijkt me even aan. 'Ik zal het woord wel doen.'

We lopen naar de wachters, en we stappen van het paard af.
'Heren. Mijn nichtje hier is op zoek naar werk, en in het paleis kan ze onderdak en voedsel krijgen. Zou u voor mij zo vriendelijk willen zijn haar voor te stellen aan het hoofd van de dienstmeisjes?' vraagt Vythe, die er opeens heel vriendelijk uitziet.

Ik begin zo hard te lachen dat ik haast stik. Vythe geeft me een stomp tegen mijn arm en direct stop ik, waarna ik naar de twee bewakers glimlach. Beiden kijken ze ons argwanend aan.

'Misschien kan dat nichtje van je binnenkomen als je ons een leuke fooi geeft.' De man knipoogt. Wat had ik graag die gast een blauw oog willen bezorgen. Gladjanus.

Vythe zucht en graait even in de binnenzak van haar mantel, en tovert twee zilverstukken tevoorschijn. Ze werpt het de mannen toe. 'Is dit zo genoeg?'

De mannen kijken elkaar aan en knikken tevreden. 'Treed binnen dames.'

De poort gaat open.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top