112. Feylin
Terwijl ik richting het kasteel van de koning van Fribelium vloog, wat nog een hele taak was aangezien ik geen idee had waar ik was en waar ik moest zijn, dacht ik terug aan de dingen die allemaal gebeurd waren.
Ik herinnerde me dat ik samen met Nirvana ter plekke naar beneden was gestort, omdat ze door iets geraakt was, door wat en wie wist ik alleen niet. Dat was dan ook iets wat k nooit te weten zou komen, dacht ik.
Wat er daarvoor gebeurde was nogal vaag. Het leek erop dat ik een akkevietje had gehad met de koning van Fregardos, omdat hij mijn draak had gestolen. Echter voelde ik die gevoelens van woede niet meer, maar maakte ik me wel zorgen over hoe ik naar hem toe kon stappen. Hij zou mij waarschijnlijk nog wel apart aankijken als ik weer bij hem op de stoep zou staan. Een zorg voor later.
Nu was het van belang dat ik goed en wel aan zou komen bij de koning van Fribelium. Alleen was de weg daar naartoe nog een probleem. Vragen was een optie, dus daalde ik naar beneden bij het eerste en het beste stadje, wat ook nogal moeilijk was omdat alles afgebrand leek te zijn en er niet bepaald veel mensen woonden.
Uiteindelijk had ik een dwerg gevonden die me de weg wist te wijzen naar het kasteel. Na nog een paar uur vliegen, was het kasteel dan ook eindelijk in zicht. Voor het kasteel stonden wachters in grijze bepantsering.
'Wat mot je hier?' vroeg een van hen.
'Uh... Ik ben hier voor de koning van Fribelium. Ik moet hem iets vertellen omtrent de situatie Theren Black.'
'Ik zal even aan hem vragen wanneer hij tijd voor je heeft.'
De wachter liep weg en liet Nirvana en mij achter met de rest van de wachters.
Al snel kwam de wachter weer terug. 'Tuurlijk heeft hij tijd voor je! Kom maar binnen.'
Ik was verbaasd dat ik zo makkelijk binnengelaten werd. Zin om vragen te stellen had ik echter niet, dus liep ik gewoon naar binnen. Op zoek naar de koning van Fribelium.
Hem had ik al snel gevonden. Hij zat in de troonzaal, wat de eerste zaal was die je zag als je het kasteel inliep.
'Hallo jongedame, wat is je naam en wat wil je me komen vertellen?'
'Mijn naam is Feylin en ik heb een aparte droom gehad over ene Theren Black.'
'Ah, Theren Black, mijn alliantie. Wat is er met hem?'
'Ow, uw alliantie? Nou, in mijn droom leek het erop dat Theren Black uit is op macht en wereldheerschappij. De droom ging over een enorm gevecht tussen verschillende rijken, die niet op iets goeds leek uit te lopen. Alleen maar verwoesting en dood en dat alles voor het verkrijgen van macht. Vind u dat niet belachelijk dat het erop lijkt dat uw alliantie zo ver wilt gaan?'
'En waarom zou ik dit onzinverhaal moeten geloven.'
'Daar heeft u een goed punt. Ik zelf zou het ook niet weten. Het enige wat ik weet is dat ik de Theren Black hemzelf helemaal niet ken, nog nooit heb gezien, maar toch ineens een vreemde droom over hem gekregen heb. Het was de vrouw waar ik bij verbleef die me vertelde dat er iets groots te gebeuren stond en dat ik de koningen en koninginnen moest inlichten door het vertellen van mijn droom. Heeft Theren Black laatst geen aparte dingen gedaan, die zouden kunnen duiden op het feit dat hij snakt naar wereldheerschappij?'
'Ja, dat is waar. Nadat wij onze alliantie hadden gesloten, leek hij iets te blij voor een normaal persoon. Ook heeft hij laatst in mijn land rondgeneusd en dingen gestolen, nadat we onze alliantie hadden gesloten. Dus misschien heb je wel een punt.'
Ik dacht even na, wist niet zo goed hoe ik hem nog van mijn droom zou kunnen overtuigen.
'Weet je misschien waar het slachtveld precies plaatsnam?' vroeg hij er nog achterna.
'Nee meneer. De droom was voornamelijk gefocust op Theren Black en niet op de omgeving waar het plaatsvond en daarnaast, ken ik de wereld niet uit mijn hoofd dus had ik het dan nog steeds niet kunnen weten.'
De koning stond op uit zijn troon en nu pas viel me op dat hij best wel klein was. Hij ijsbeerde heen en weer. Na ongeveer een minuut begon hij weer met praten.
'Ik vertrouw je niet. Misschien ben je een Preulaanse diplomaat die Wickerxot zwart wil maken.' Hij plofte weer neer op zijn troon en keek me aandachtig aan.
'Ik snap dat u me niet vertrouwd. Ik zal mezelf ook niet vertrouwen als ik u was. Ik weet ook niet wat er precies aan de hand is, maar mijn onderbuikgevoel zegt wel dat er iets niet pluis is met die Theren Black en dat er wat gedaan moet worden tegen zijn tirannie.'
'Oké, als hij een oorlog start, dan zal ik geloven wat je zegt en tegen hem keren. Wil je nog even blijven overnachten? Ik heb nog wel wat kamers vrij in het kasteel.'
'Dat zal ik heel erg waarderen. Dank u wel.'
Met een rare knoop in mijn maag liep ik terug naar buiten, naar mijn draak en vroeg me af of ik me wel in een goede situatie had gemengd, of mezelf juist die in de nesten had gewerkt door met dit verhaal naar de koning te gaan.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top