110. Yamra

Nieuw karakter OnzinPower

Waarom luistert er nooit iemand naar een meisje als die dreigt je te vermoorden? Zeer spijtig. Het zou een hoop schelen als ik niet iedereen een kogel van mij slinger door het hoofd hoef te gooien. Ik schijn ook al een keer of twintig ter door veroordeeld te zijn. Je zou toch zeggen dat Raffalala vredelievend is.
Ik werk in dienst van de koning, als huurmoordenaar. Niemand verwacht het, niemand ziet het aankomen. Iedereen die de koning niet goed gezind is gaat eraan. Misschien is dat de reden dat er vrede is, er heerst gewoon een strenge monarchie die niemand durft te doorbreken.
Rustig sluip ik over de kantelen van het kasteel, slecht gebouwd trouwens, ik kon er makkelijk op klimmen door alle richels en spleten. Mijn doelwit zou ergens in de raadszaal moeten zitten. Hij scheen onze "lieve" koning Nopoco niet genoeg te hebben betaald. Ik moest het geld innen.
De raadszaal was niet op slot, maar ik gebruik toch liever de achteringang. Van achter grijp ik de man vast en druk een mes door zijn been. De slinger was wel favoriet, maar dit was intimiderender. De man schreeuwde het uit van pijn en viel op de grond. De rest is niet interessant meer. Ik laat de schuldeis achter en verdween even stil als ik gekomen ben.
Waarom ik naar de koning luister weet ik niet. Misschien omdat ik dat al van jongs af aan doe. Ik schijn bijzonder te zijn. Een of andere profetie vertelt dat ik "met het licht van de sterren de duisternis zal verjagen". Zo algemeen! Heb ik niks aan!
De koning heeft mijn ouders gedood en mij in een hutje bij een vrouw gedropt. Vervolgens heb ik mezelf leren vechten. Toen ik een keer in protest ging tegen de wachters en er per ongeluk eentje doodde zag de koning het potentieel en nam me aan als huurmoordenaar.
Ik heb ondertussen tallozen verwond, gedood of gewoon vernederd. Hoe gruwelijker hoe beter volgens de koning. Tegenwoordig probeer ik alles zo snel en pijnloos mogelijk te doen om de koning een hak te zetten. Die kan dit niet waarderen, maar wat maken doet hij me ook niet. Hij kijkt wel uit.
De mensen in het kasteel mijden me, al was het maar omdat ze gestoord worden als ze alleen al naar me kijken. Ik schijn "oogverblindend mooi" te zijn. Nou, het zal wel. Als het voorkomt dat ik een mes in mij rug krijg vind ik het goed!
Er zijn maar een paar mensen die me recht aankijken: de vrouw die voor me zorgde, Vorda, de koning en de zoon van de koning, met wie ik samen ben opgegroeid, Yurt.
Yurt is een jaar ouder dan ik en kan verassend goed met pijl en boog overweg. Hij is de jongste van veel te veel, de koning is... hoe zeg je dat? Actief? Hoe dan ook, de koning ziet hem niet staan en zijn erfenis is zo klein dat een muis er nog niet voor een dag kaas voor kan kopen. Yurts band met de koning is dan ook niet al te goed.
De rit terug naar huis duurt niet lang, onze vliegende paarden zijn vrij snel. (Ook als kost het wel een hoop extra verkeersregels. Rechtsonder gaat bijvoorbeeld voor rechtsboven.) Thuis wacht Yurt me al op en geeft me een vlugge kus op de mond. 'Waar bleef je?' 'Knooppunt Pitstop zat dicht, ik moest via knooppunt badeend.' 'Nopoco ook altijd met zijn verkeersopstoppingen. Ik ben benieuwd hoe dat er elders aan toe gaat.'
We gingen richting kasteel, ik moest verslag uitbrengen aan Nopoco. 'Verder nog problemen gehad?' 'Nee, niet echt. De muur was nog ruwer dan een spijkerbed en de deuren stonden gewoon open.' 'Dat bedoelde ik niet. Dat andere ding.' Hij praatte niet graag over mijn uiterlijk. 'Niets ongewoons. Er zijn er altijd een paar die staren en die schiet je als ze vervelend worden een beetje lood in het oog, niets bijzonders.' 'Hou eens op zo nonchalant te doen! Ik probeer me hier te bekommeren om je leven!' 'En ik probeer mij eigen leven te leven! Ik hoef niet 24-7 beschermd te worden, ik ben Draia niet!'
Draia was dood, de rest van het verhaal over Draia komt nog wel.
We liepen de grote zaal van de koning binnen. De zaal was rijkelijk versierd met bloemen, wandkleden en allerlei andere dure kitsch. De troon was gemaakt van zuiver goed met meer edelstenen dan hoogte in centimeters.
'Yamra, hoe ging het?' 'Niets bijzonders. Hij betaalt zijn belasting nu vast wel.' 'Mooi. Je kan meteen door naar de andere kant van het land. Er spreid er eentje geruchten over mij. Maak hem van kant en geef me zijn hart voor mijn verzameling, liefst uit een levend lichaam.' Zucht. 'Ja Nopoco.'
Teleurgesteld ging ik terug naar Yurt. Hij zag het meteen. 'Waar nu dan weer heen?' 'De andere kant van het land. Dat gaat zeker een week duren!' 'Dat klopt. Misschien als je ergens een beter paard confiskeert ben je er sneller?' 'Je weet dat ik dat zonder nood nooit zou doen.' 'Laat me dan meegaan!' 'En je overblijfselen mee terug nemen, zeker. Dank je vriendelijk! Ik ben over een week wel terug, als alles meezit.'
We liepen naar de poort van het kasteel en van daar verder naar het krot dat als mijn huis wordt bestempeld. Het was een armzalig, half ingestort bouwwerk van hout. Ik was er dan ook nooit. Ik sliep altijd ergens anders. Yurt gaf me nog een afscheidskus en ik pakte mijn vliegende paard. Ooit, ooit zou ik Nopoco confronteren met zijn daden. Maar dat hoeft nu nog niet. Laat hem maar denken dat ik alles doe wat hij zegt, dan kan ik hem later makkelijker van de troon stoten. Al moet ik ook zorgen dat er een goede troonopvolger is.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top