Hoofdstuk 9.2

Ik hoor hem weer zuchten, 'Laat me alsjeblieft binnen. Het is helemaal niet erg dat je ze mist.' Zegt hij. "Het is wel erg dat ik ze mis", wil ik zeggen, maar het lukt niet. Met tranen in mijn ogen open ik mijn mond om iets te zeggen, maar er komt niks uit. Ik doe mijn mond weer dicht en ga dan voorzichtig van mijn bed af. Ik leg de handdoek zo stil mogelijk op een van de stoelen en loop dan zachtjes naar de deur. Ik leg mijn rechterhand op de deurklink, alles in mijn hoofd draait. Als ik de deur nu open maak betekent dat dat ik Nate alles moet vertellen. Dan betekent het dat ik hem voortaan vertrouw en ik al mijn geheimen aan hem vertel. Er is dan geen weg meer terug. Maar als ik de deur niet open, blijf ik voor altijd alleen. Dan zal deze ondoordringbare muur altijd tussen ons in blijven staan en zal ik nooit iemand hebben met wie ik erover kan praten. Mijn hoofd bonkt al een gek, ik heb echt geen idee wat het slimste is dat ik nu kan doen.

Ik haal nog een keer diep adem en doe dan de deurklink omlaag. Ik doe de deur op een kier en ga weer terug naar mijn bed zodat hij niet mijn betraande gezicht hoeft te zien.

Hij loopt zonder iets te zeggen mijn kamer binnen en doet de deur achter zich dicht. Hij komt naast mij op het bed zitten en schraapt dan zijn keel. 'Het spijt me.' Zegt hij gemeend. Waarvoor? Hij heeft niks fout gedaan, ik daar in tegen. Ik geef geen antwoord, dus gaat Nate verder. 'Ik wist niet dat het zo moeilijk voor je was.' Zegt hij. Weer is er een lange stilte, maar dan na de minutenlange stilte zeg ik iets. 'Het is niet jou schuld.' terwijl ik een paar tranen van mijn gezicht wegveeg. 'Wat is er dan?' Vraagt hij voorzichtig. 'Kunnen we ergens anders misschien hier over praten?' Vraag ik bijna onverstaanbaar. Na een paar minuten denken weet Nate een plek, 'Ja, kom.' Zegt hij en pakt mijn hand vast. Ik schrik er even van en blijkbaar heeft hij dat ook gemerkt, want hij laat meteen mijn hand los. Hij doet voor mij de deur open en ik loop er doorheen. Ik kijk naar de grond zodat de andere mensen die we misschien tegenkomen mijn gezicht niet zien. Ik hoor de deur weer dicht gaan en loop samen met Nate zwijgzaam aan. We lopen naar buiten toe en ik heb nog steeds geen idee waar we heen gaan. We lopen langs het fort en gaan een trap op, nog steeds zeg ik niks. Dan staat hij stil bij een van de hoeken en weet ik het weer, ik ben hier al een keer eerder geweest. Hij laat mijn eerst gaan en ik klim de ladder op, Nate komt er achteraan en doet het luik weer dicht.

Even is het weer stil, ik veeg de tranen weg die al half opgedroogd zijn en kijk dan naar Nate. 'Dat waren mijn ouders en broers.' Zeg ik, pak de foto uit mijn zak en geef die aan Nate. Hij kijkt er eventjes naar, 'Hoe heette ze?' Vraagt hij zachtjes. Ik ga zo zitten dat ik ook de foto kan zien en wijs met mijn vinger naar mijn moeder. 'Dat is mijn moeder, dat mijn vader.' Zeg ik en wijs naar de persoon die naast mijn moeder staat. Nate knikt, 'Ze lijken veel op je.' Zegt hij lief. 'Dat is Hunter en dat is Cody.' Zeg ik en wijs ze allebei aan. Nate knikt aandachtig. Ik zie dat hij iets wilt vragen, maar het niet durft. 'Vraag maar.' Zeg ik en veeg de half opgedroogde tranen van mijn wangen af. 'Ho-hoe zijn ze... uhm...' Stamelt Nate. Ik kijk hem afwachtend aan, ik ga op elke vraag een heel antwoord geven. Alles wat hij wilt weten zal ik hem vertellen, alleen aan hem, niemand anders. Hij zucht een keer diep, 'Hoe zijn ze overleden?' Vraagt hij dan. Ik zie het beeld weer voor me van Hunter die levenloos op de grond ligt, van Cody die mama neerschiet, van Cody die recht op ze afrent, van onze buurman die lijkbleek ons verteld dat papa overleden is. Dat allemaal zie ik net zo goed als de dag zelf, het lijkt net of ik het weer helemaal meemaak, gelukkig is dat niet. 'Mijn moeder heeft Hunter vermoord, daarna heeft Cody onze moeder vermoord en mijn vader is in het ziekenhuis overleden.' Nog nooit heb ik het hardop gezegd, ik schrik een beetje van mijn emotieloze toon waarmee ik het vertel. Ik slik de brok een mijn keel weg en ga verder, 'Cody, hij... hij...' Ik kan het gewoon niet zeggen, ik wil het niet. Het mag niet zo zijn, maar ik weet dat het is. 'Cody is later nog overleden, hij heeft mij gered, maar zelf heeft hij het niet gehaald.' Zeg ik en zie weer het beeld voor me.

Hij draait zich nog een keer om, 'Angel je moet het halen, doe het voor pap en mam. Doe het voor mij.' Roept hij dan.

Dat is de laatste keer dat ik hem gezien heb, voor afscheid was geen tijd. Het ene moment had ik hem nog en het volgende moment was hij weg, voor altijd. Soms denk ik aan hoe het was afgelopen als ik niet wegrende maar gewoon samen met Cody tegen alle Nyx gevochten zal hebben. 'Wat erg.' Zegt Nate en legt zijn hand op mijn schouder. 'Wat wil je nog meer weten?' Vraag ik aan hem en kijk hem met betraande ogen aan. Hij kijkt mij met medelijden aan, normaal gesproken vind ik het echt irritant als iemand dat doet, maar nu voelt het anders. Nate zorgt ervoor dat ik weer een beetje zoals vroeger wordt, toen ik Cody nog had, toen ik Hunter nog had, toen ik iedereen nog had. 'En je vrienden?' Vraagt hij dan. Mijn vrienden? Nu ik erbij nadenk heb ik me dat eigenlijk nooit echt afgevraagd, wat als hun het ook overleefd hebben? Die kans is natuurlijk super klein, ik ga er wel gewoon vanuit dat hun ook allemaal dood zijn, dat is beter. 'Ik denk dat die ook dood zijn.' Geef ik als antwoord.

Ik wordt wakker en kijk om me heen. Ik en Nate hebben nog heel lang zitten praten, hij weet nu ongeveer mijn hele levensverhaal, maar dat maakt niet uit, het voelde goed om er eindelijk met iemand over te kunnen praten. En dit keer had ik ook al geen nachtmerrie, nog een pluspunt. Zelf had hij ook nog wat verteld van zijn eigen leven. Ik ben in slaap gevallen, net als Nate. 'Goede morgen.' Zegt Nate gapend en wrijft een keer in zijn ogen. 'Hey.' Zeg ik terug en ga zitten. 'Kom dan gaan we even eten.' Zegt hij en rekt zich uit. Hij maakt het luik weer open en we gaan de ladder af. Ik rek me ook een keer uit en loop dan samen met Nate naar de kantine. We komen aan in de kantine en ik zie Tayler, Lucy en Andrew al zitten. Ik zucht een keer geïrriteerd, ik mag Andrew dus echt niet. We lopen naar ze toe en gaan erbij zitten. 'Goede morgen.' Zegt Lucy glimlachend tegen ons. 'Hey.' Zeg ik gapend terug en ga naast haar zitten. 'Net pas wakker?' Vraagt ze en geeft mij een broodje. 'Jup.' Zeg ik en begin al met eten. 'Andrew misschien is het beter als jij gewoon niks meer zegt tegen Angel, heel de tijd als jij praat loopt ze weg.' Zegt Nate en gaat naast Tayler zitten. Andrew kijkt Nate verbaasd aan, 'Wat? Hoezo? Ik kan er niks aan doen dat ik nieuwsgierig ben.' Zegt hij en neemt een hap van zijn broodje. Ik rol een keer met mijn ogen, ik snap echt niet dat hun vrienden van hem zijn.

A/N
Ik ben ff heel het verhaal aan het verbeteren, dus het zou waarschijnlijk zo zijn dat alle hoofdstukken er opnieuw op komen te staan.
Dit deel is misschien iets minder saddd XD en ook iets langer :p
Hope u like itt! :)

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top