Hoofdstuk 4.1
"What screws us up the most in life is the picture in our head of what it's supposed to be."
- Socrates
Ik zit ergens, geen idee waar. Ik probeer wat kalmer te worden, ik heb nu al een hekel aan deze plek. Al die mensen die het nog niet eens één dag kunnen volhouden daarbuiten. Al die mensen weten niet eens wat het is om een Nyx te vermoorden, ik durf erop te wedden dat sommige niet eens weten hoe ze eruit zien. Bij die gedachte lach ik, was ik maar zo iemand, dan lag ik tenminste niet elke nacht wakker van alle nachtmerries die ik heb. Ik sta op en ga van het dak af, dan loop ik weer naar binnen. Ik zie meteen Nate staan die naar mij toe komt, 'Wat was dat nou?' Vraagt hij. Ik rol een keer met mijn ogen en loop de andere kant op, geen idee waar ik heen ga. Ik negeer hem en blijf doorlopen, 'Hey ik praat tegen je.' Zegt hij en pakt mijn arm vast. Ik draai me om en trek mijn arm uit zijn greep. 'Wil je weten wat dat was? Nou dat was dus een reactie van iemand die alles verloren heeft, haar vrienden, haar familie, alles.' Zeg ik boos en loop weer aan. 'Hey, wacht alsjeblieft.' Zegt Nate en rent naar mijn toe. 'Wat.' Zeg ik en draai me naar hem om. 'Dat wist ik niet.' Zegt hij dan. Nee natuurlijk weet hij dat niet, niemand weet dat, of ja niemand wist dat, want nu weet hij het helaas. 'Kun je misschien wel naar de les komen. Ik zorg dat niemand meer zulke dingen gaat zeggen.' Zegt hij aardig tegen mij. Ik glimlach kort, ik kan daar zelf ook wel voor zorgen maar ik denk niet dat hun het goed zullen vinden als ik iemand het ziekenhuis in sla. 'Oké, waar is het.' Zeg ik en we lopen aan.
Ik kom samen met Nate het klaslokaal binnen en ik ga naast hem op de derde rij zitten. Ik kijk naar Gina en zie dat ze een rode streep op haar nek heeft zitten, dat komt dus door mij. Even glimlach ik door wat ik gedaan heb, dat zal haar leren zo over mijn familie te praten. De leraar, ik gok dat het de leraar is, komt het klaslokaal binnen. 'Hallo iedereen.' Zegt hij en kijkt de klas rond, 'Ik zie dat we een nieuw iemand hebben.' Zegt hij glimlachend. 'Nou Nate kun jij haar misschien een beetje helpen in het begin, ik denk niet dat ze meteen alles snapt.' Ik haal een wenkbrauw op, volgens mij weet ik echt wel hoe school werkt hoor. Dan begint de docent met de uitleg. 'Dus weet iemand nog de naam van de wezens?' Vraagt hij, een aantal kinderen steken hun hand op. 'Ja Lucy zeg het maar.' Zegt de docent. 'Ze heten Nyx.' Geeft ze als antwoord. 'Wist je dat?' Vraagt hij en kijkt mijn kant op. 'Ik?' Vraag ik ongelovig en wijs naar mezelf. 'Ja. Wat is je naam trouwens?' Zegt de docent heel gemeend. Ik kijk hem vragend aan, denkt hij dat ik onder een steen heb geleefd of zoiets dergelijks? 'Natuurlijk wist ik dat al, ik ben niet achterlijk.' Zeg ik een beetje geïrriteerd.
De docent kijkt mij geschrokken aan en gaat dan verder. 'Nou oké misschien als je het zo goed weet kun je ook even vertellen waar ze vandaan komen.' 'Het virus.' Zeg ik verveeld. Ik mag deze docent nu al niet. hij begint een beetje te lachen, 'Nee dat klopt dus niet.' Zegt hij hoofdschuddend. Ik kijk hem stomverbaasd aan, wat zei hij nu net? Serieus, ik weet 100% zeker dat het het virus is, ik heb het zelf gezien, 'Nou wie kan mij het goede antwoord geven.' Zegt de leraar dan. 'Ja Deaken.' 'Door een mislukt experiment in een laboratorium.' Zegt hij. Nu ben ik degene die begint met lachen, de leraar kijkt mij boos aan. 'Is er een probleem.' Zegt hij geërgerd. 'Ja, weet jij überhaupt wel wat een Nyx is? Weet jij wat er in de persoon zit die een Nyx is? Weet je wel hoe iemand er een is geworden, want ik heb het gevoel dat je er helemaal niks vanaf weet.' Geef ik als reactie. 'Ik weet heel zeker dat ik meer van dit onderwerp af weet dan een meisje zoals jij.' Zegt hij met een sarcastisch lachje. Alle kinderen luisteren mee naar het gesprek tussen mij en de leraar. 'Ow ja? heel zeker zeg je. Dan wil ik wel eens weten waar je al die informatie vandaan hebt.' Zeg ik en sla mijn armen over elkaar. De leraar komt een beetje naar mijn kant gelopen, 'Het nieuws.' Zegt hij. Daar bedoelt hij dus mee het nieuws van vijf jaar geleden, klopt, rond die tijd was er ergens een explosie in een laboratorium. Maar dat was ergens in Azië, dus hoe kan het binnen een dag dan van Azië naar Amerika komen? Want één dag na die explosie heeft Cody onze moeder neergeschoten. Het was het 'medicijn' die ervoor zorgde dat iedereen gek werd, niet een of andere stomme explosie.
'Nou beantwoord mijn vragen dan.' Zeg ik uitdagend tegen de leraar. 'Nou een Nyx is een wezen die door bepaalde stoffen in de lucht van een mens naar een Nyx is veranderd. Dan-' 'Fout.' Zeg ik voordat hij verder kan praten. 'Een Nyx is een mens die door het innemen van het virus is veranderd in een Nyx.' Zeg ik bijdehand. 'Nee dat is dus fout.' Zegt de leraar betweterig. 'Ow, ik heb het fout.' Zeg ik en wijs naar mezelf, 'Dat vind ik echt lachwekkend. Heb je het zien gebeuren?' Vraag ik aan hem. Hij kijkt mij verward aan, want een dom rot ventje is dit toch. 'Heb je gezien dat iemand die stoffen heeft ingeademd en is veranderd?' Vraag ik. 'Nee, maar-' Begint hij. 'Kijk daar heb je het, je hebt het nog nooit gezien. Ik heb wel gezien dat na het innemen van het virus iemand veranderd in een Nyx.' Zeg ik dan. 'Maar meneer u zei dat het geen mensen waren.' Zegt het meisje Lucy dan. De leraar kijkt naar het meisje, 'Zijn het ook niet.' Geeft hij als antwoord. 'Maar zij zegt dat-' 'Wat zij zegt is fout!' Kapt de leraar haar af. Ik draai me om naar Lucy, 'Het zijn ook mensen. Ik weet het, ik heb ze van dichtbij gezien, ik heb ze vermoord, het waren mensen met een virus.' Zeg ik tegen haar.
'Hoe weet je dat zo zeker?' Vraagt ze geïnteresseerd aan mij. 'Ik heb het zien gebeuren, sommige zijn er immuun voor en sommige niet.' Leg ik haar uit. Dan hoor ik hoe de leraar boos zijn boek op zijn bureau gooit. Ik draai me om en kijk hem vragend aan. 'Nou als jij het allemaal weet, waarom geef jij dan niet gewoon even les.' Zegt hij woedend. 'Oké.' Zeg ik rustig en sta op. 'Ga jij dan op mijn plek zitten dan leer je misschien nog wat.' Zeg ik gemeend. Ik hoor een aantal kinderen lachen, blijkbaar vinden ze dit grappig. Volgens mij denken ze dat ik het niet meen, maar ik meen het wel want deze leraar is echt slecht. 'Eruit!' Schreeuwt hij naar mij en wijst naar de deur. Ik kijk hem vragend aan. 'Waarom? Ik heb eigenlijk helemaal niks verkeerd gedaan.' Zeg ik. 'Eruit! Nu!' Schreeuwt hij nog een keer. Ik zucht een keer, 'Oké, oké, ik ga al. Dit doe ik alleen omdat ik het wel snap dat jij er juist niks van snapt. Ik bedoel maar, jij bent nooit buiten geweest.' En met die woorden verlaat ik het lokaal.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top