Hoofdstuk 1.1
"You never know how strong you are, until being strong is your only choice."
- Bob Marley
'Ga!' Hoor ik Cody naar mij roepen. 'Je moet mij loslaten, dan heb jij nog kans om te leven.' Zegt hij er achteraan. 'Ren zo hard je kan!' Roept hij terwijl hij al de andere kant op rent. 'Nee! Cody kom terug! Alsjeblieft kom terug!' Roep ik zo hard ik kan. Maar hij blijft doorrennen, hij rent recht op ze af. Hij draait zich nog een keer om, 'Angel je moet het halen, doe het voor pap en mam. Doe het voor mij.' Roept hij dan. Hij draait zich weer om, ik zie ze in de verte al aankomen. Ik moet gaan, anders gaan we er allebei aan. Maar ik wil niet, niet zonder hem. Met tranen in mijn ogen draai ik me om, hij offert zichzelf op voor mij. Ik moet nu blijven leven voor hem. Voor Cody. Ik ren weg zo hard ik kan...
Ik schrik wakker en kijk om me heen. Het is gelukkig licht, dus komen ze niet. Dit is al de vierde keer deze week dat ik een nachtmerrie heb. Ze worden steeds erger, steeds echter. En het gaat telkens over dezelfde gebeurtenissen. Ik ga zitten en pak al mijn spullen in, wat dus niet veel is want ik heb alles achter moeten laten. Het is nu al vijf jaar geleden toen ze met het o zo geweldige medicijn kwamen. Het medicijn dat alles zou genezen, alle ziektes zouden verdwijnen, alle wonden zouden meteen helen. Maar niks van wat ze zeiden was waar. Er gebeurde juist het tegenovergestelde, alles werd erger. De ziektes waren inderdaad wel weg maar er kwam iets veel ergers voor terug. Er was nu namelijk maar één ziekte en die ziekte vermoord je langzaam.
Iedereen kocht het medicijn en gebruikte het, maar bijna iedereen die het gebruikte werd gek. Het gebeurde langzaam, eerst wisten ze niet meer wie ze zelf waren daarna wisten ze ook niet meer wie de rest was. Dat vond ik het moeilijkste om te zien, ze herkenden mij gewoon niet meer. Ik was een vreemde voor hen. En dan als laatste worden ze gek, ze willen iedereen vermoorden. Ze hebben geen gevoelens meer, het enige wat ze willen en wat ze in leven houd zijn botten van levende wezens. Mensen dus, ze hebben botten van mensen nodig en ze doen alles om die te krijgen. Het enige voordeel is dat ze niet tegen licht kunnen, dan gaat het virus dat in hen zit namelijk dood. Maar het virus doden betekent ook het mens waar het virus in zit doden, dat heb ik zelf zien gebeuren.
Ik loop het verlaten gebouw uit, ik moet namelijk verder. Ik mag niet stoppen, ik kan niet stoppen. Alles is verlaten, elk gebouw is leeg. Overal zie je wel dode mensen liggen, mensen die het niet gehaald hebben en vermoord zijn door misschien wel hun eigen ouders. Zoals ik al zei, niet iedereen werd er mee geïnfecteerd, als je bloedgroep B had dan overleefde je het virus. Dat is dus bij mij het geval, ik ben een van de weinige die nog leeft. Ik loop verder de verlaten straten door, mijn rugzak heb ik op mijn linker schouder hangen en mijn geweer heb ik in mijn rechter hand. Overdag zijn er maar weinig, maar ze zijn er wel. Ze blijven in de schaduw, want ze kunnen niet tegen het licht. Waar ik heen loop? Naar de zogenaamde 'Safe Place', we hadden het iemand een keer horen zeggen. Hij zei dat het ergens in het oosten ligt, dus vanaf die dag lopen we steeds naar het oosten. Vroeger liep ik samen met mijn broer Cody, maar twee en een half jaar geleden heb ik hem verloren. Nu loop ik voortaan alleen, ik heb daarna namelijk niemand meer gezien.
Ik kijk naar mijn horloge en zie dat het twee uur is, ik loop nu sneller door. Vannacht ga ik niet slapen, dat is te gevaarlijk. Ik slaap bijna nooit heel de nacht meestal is het maar voor een paar uur, want dan krijg ik weer een nachtmerrie. Ik kom uit bij een weg met allemaal auto's, ik pak mijn rugzak steviger vast en klim op een van de auto's. Zo loop ik verder op alle auto's, tot ik in de verte iets zie. Ik kan nog niet goed zien wat het is dus loop er een stukje naartoe. Dan zie ik het, het is een klein jongetje hij zit met zijn rug naar mij toe. Ik houd mijn geweer steviger vast en doe mijn vinger alvast op de trekker. 'Hallo?' Vraag ik aan hem. Het kan namelijk ook een Nyx zijn, als dat is moet ik hem meteen neer schieten. ik krijg geen antwoord van het jongetje en doe nog een stap in zijn richting. Ik kijk om me heen, het jongetje zit in de schaduw dus kan het goed een van hun zijn. Ik pak een steen, 'Hoe heet je?' Vraag ik dan. Weer krijg ik geen antwoord, dan gooi ik de steen. Hij draait zich meteen om, het is een Nyx. Zonder erbij na te denken schiet ik hem neer. Je hoort het schot heel hard door alle gebouwen. Ik adem een keer diep in en uit en loop dan door.
Eigenlijk bestaat mijn hele dag uit lopen en niks anders, 's nachts ook meestal. Het wordt al wat donkerder dus loop ik iets sneller door. Nyx kunnen namelijk niet goed zien of horen, alleen heel goed ruiken. Ze ruiken je botten, ik wist niet eens dat botten een geur hadden, maar blijkbaar ruiken zij die wel. Vooral als je een wond of iets gebroken hebt, dan komt die geur meer vrij en ruiken zij het nog beter. Ik rits mijn rugzak open en haal er een zaklamp uit, de zon is namelijk bijna onder, dan loop ik weer verder. Ik loop een huis binnen en kijk of ze ergens een sleutel hebben liggen voor een auto. Ik heb geluk en pak de sleutel van de keukentafel. Ook vul ik mijn flesje nog met water, de elektriciteit en het water doen het namelijk wel nog allemaal. Ik loop naar de garage waar de auto staat en ga erin zitten. Dan pak ik mijn kaart erbij en kijk waar ik nu ben. Volgens de kaart moet ik heel de tijd naar rechts, dus dat doe ik dan maar ook. De garage deur gaat open en ik rijd naar buiten.
Ik rijd nu ongeveer al een paar uur, het is deze nacht gelukkig rustig. Alle lichten heb ik natuurlijk uitgedaan, dus zie ik niet zoveel maar ik zie wel genoeg. Dan probeer ik de radio aan te zetten, uiteindelijk hoor ik dan iets. 'We hebben eindelijk ...tzzss.... kunnen maken. Als je ...dttzz... hoort ga dan naar ....zzztt.... York, Brook ..tzzzz...' Dan valt het weer weg. Ik zet de auto stil, pak meteen mijn kaart en kijk of er een pen in de auto ligt. Het enige wat ik kan vinden is een rode stift, dan zoek ik op de kaart naar New York, wat niet al te moeilijk is om te zoeken. Nou welke plaatsen liggen er in New York die beginnen met "Brook"? De enige die ik kan bedenken is Brooklyn, dus zet ik daar een groot rondje omheen. Dan stop in de kaart en stift in mijn rugzak en rijd weer aan.
A/N
Dit is nog hetzelfde deel, maar ik ga de andere delen wel veranderen. En er komt bij elk nieuwe hoofdstuk een quote. Ook komt er zeg maar een deel twee van hoofdstuk 1 zodat er niet kei grote teksten komen te staan.
Dat was alles dus bye bye!! :)
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top