3. Elf
Langzaam trok ik de pees naar achter en keek naar mijn doelwit. Wilde ik dit wel? Een meter of 50 verderop zat een haas in het gras, zonder iets van gevaar te merken. Maar als ik ooit weg wilde uit het huis der prinsen, prinsessen, stomme jurken en avondballen moest ik echt leren om voor mezelf te zorgen. Over een maand had ik mijn vlucht al gepland, want over een maand en drie dagen was er een irritante elven-prins die me ten huwelijk moest vragen. Ja hallo! Ik was 16! Ik nam een besluit en liet de pijl gaan. Hij raakte hem recht in zijn oog, waarna hij in een keer dood bleef liggen. Dat arme beest. Voorzichtig liep ik er naartoe en pakte hem vast bij zijn oren. Hij was best zwaar! Ik stond op en zocht wat stenen op, waarna ik een vuurtje maakte en mijn haas vilde. Onder het bloed gooide ik de ingewanden weg, geen idee of ik het goed deed. Ik had dit nog nooit gedaan, want ik had een andere opleiding gehad: een opleiding vol jurken en dansen...
Mijn naam, is Froindrella Ornessa Xandra, maar iedereen noemt mij Fox. Behalve als mijn moeder weer eens boos is, dan noemt ze me Froindrella, enzovoorts. Iehw, best lelijk eigenlijk. Ik ben 16 jaar oud, en sta op het punt om uitgehuwelijkt te worden door een foeilelijke elf, de zoon van een koning van een ander volk. Zijn haar golft, en is bijna grijs-zwart. Zijn ogen zijn bruin, wat echt niet staat. Zijn punten van oren zijn ooit afgesneden, waardoor hij verdacht veel op een mens lijkt. Mijn haar is juist rood, en mijn ogen zijn groen. Vroeger noemde mensen me ook al Fox, maar dan om mijn uiterlijk.
'Froindrella Ornessa Xandra, wat ben jij bij de baard van koning Albert aan het doen?!' Oh help. Daar kwam mijn moeder met haar garde. Ze was tuttig en verwaand en kon nouwelijks met een wapen onderweg. Ik stond net op het punt een stukje geroosterd vlees in mijn mond te doen, maar was gelukkig net in staat te doen alsof ik aan het ruiken was. Ze sloeg een hand voor haar mond en begon te piepen:
'Oh nee! Ze is helemaal in de war! Pak haar!' Maar nee, dat liet ik niet zomaar gebeuren. Ik greep mijn boog en pijlenkoker en stond in die zelfde beweging op en rende weg. Ik hoorde gescheeuw achter me, want ze hadden niet verwacht dat ik zomaar weg zou rennen. Ik hoorde nog net hoe mijn moeder iets riep over de borduurlessen die ik allemaal had gemist...
Ik rende wel een paar uur door, zo leek het. Als elf had ik een bijzonder goed uithoudingsvermogen, ook voor andere elven. Achter me begon het geluid van rennende voetstappen steeds zachter te worden. Na een tijdje nam ik een besluit. Ik stopte, klom de boom in, en bleef daar zitten. Ik hijgde, en was er bijna zeker van dat ze dat bij mijn moeder nog zouden horen, zo hard.
Ik slaakte een kreet en viel bijna uit de boom toen er iets langs mijn gezicht streek. Een veer lag op mijn schoot, met 3 kleuren: zwart, groen en rood. Waar kende ik dat toch van...? Ineens schoot het me te binnen. Hoe had ik dit kunnen missen? Onmiddellijk sprong ik uit de boom, omdat ik wist dat ik daar niet veilig was. Zwart groen en rood. Dat zijn de kleuren van mijn moeders garde. Zwart groen en rood, dat zijn de kleuren van haar Cloundyers...
Ik draaide me om en keek recht in de ogen van het beest. Zijn kop was als die van een vogel, maar dan geschubt als die van een draak. Het middenlijf was net een leeuw, maar dan met veren en drakenvleugels. Maar de staart, die was het ergste. Dikke doornen zaten eraan, vol met gif. Mijn moeder zet deze dingen alleen in in noodgevallen. Helaas. Ik pakte mijn boog en schoot een pijl af, die hem midden in zijn borst trof. En afketste. Ik trok mijn werpmes, verborgen onder mijn riem, en smeet die naar het beest. Hij sprong en sloeg het ding uit de lucht. Geschrokken trok ik ten slotte mijn zwaard, van speciaal elvenstaal gemaakt. De Cloundyer ontblootte zijn tanden, die scherp waren als dolken. Ik haalde diep adem en viel als eerste aan...
Ik sloeg hem horizontaal tegen zijn kop, wat een woest gekrijs losmaakte, maar dat was alles. Ik hakte en stak op hem in, waarbij ik hem steeds bozer maakte, als een klein kind waarbij je zijn snoepje boven zijn hoofd houdt, zodat hij er net niet bij kan. Na een paar minuten was hij het zat: hij steeg op en viel aan van boven. En helaas had ik daar niet hélemaal op gerekend, wat hij toen ging doen.
Na zo'n 5 meter opstijgen draaide hij zich om en begon nu zelf uitdagend te worden. Het beest draaide rondjes, zodat ik ook mee moest draaien. Na 10 rondjes begon ik erg duizelig te worden en verloor ik mijn controle van mijn evenwicht. En toen viel hij aan. Hij dook omlaag en gaf me een klap op mijn achterhoofd met zijn nagels. Even zag ik alleen maar sterretjes, maar ik werd snel weer helder. Ik kwam erachter dat ik op de grond lag, en rolde op het laatste nippertje onder een boom. Fel rood licht spoot uit de bek van het beest: vuur verteerde het gras waar ik 2 seconden geleden nog had gelegen.
'Jij ontkomt niet aan mijn vernietigende klauwen. Jij ontsnapt niet aan mijn vuur...' zei de Cloundyer en hij lande op de grond, midden in het vuur. Zijn stem was akelig, alsof er honderden kraaien tegelijk praatten, terwijl ze ook weer gromden tegelijk. Ik greep mijn zwaard en stond op, oog in oog staand met de Cloundyer. Ik brulde, en stak met mijn zwaard in op de kop van het beest, die beet en met zijn klauwen op zijn beurd weer op mij afkwam.
Pijn overspoelde me en ik schreeuwde het uit. Ik lag op de grond, met een triomfantelijke Cloundyer over me heen gebogen. Hij had een van zijn gifstekels in mijn been gestoken, en nu, dit was het einde. Een uur lang had ik in totaal met het wezen gevochten, maar ik was uitgeput geraakt. Ik moest me overgeven. Maar...
Mijn naam is Fox. Ik ben een elf, die geen verleden heeft. Ik ben vrij. Ik geef niet op.
Ik trok mijn dolk, die ik vergeten was, en stak die in de keel van het beest. Bloed spoot uit zijn nek, en ik trok het stuk staal aan een handvat terug. Ik stak nog een keer, en nog eens, en de Cloundyer zakte langzaam op zijn zij, en bleef daar liggen. Hij piepte en gromde nog een paar keer, en was toen dood...
Overdonderd door pijn, vermoeidheid en honger sleepte ik metzelf van ons slagveld. Mijn kleren waren rood geworden, van allebei ons bloed. Ik ging op mijn rug liggen en keek naar de wolken, die vredig over dreven. De zon scheen op mijn gezicht, en ik sloot mijn ogen. Alles werd zwart.
Mijn naam is Fox. Ik ben vrij. Cloundyers gif is dodelijk, maar er is een hulpmiddel tegen: regen. 4 minuten heb ik daar gelegen, op het grasveld, met het gif in mijn lijf, en toen begon het te regenen. Toen ik wakker werd voelde ik me beroerd, maar beter dan eerst. Nu woon ik ergens, ver weg van mijn oude woonplaats. Wie weet kom je me wel eens tegen, wandelend in de bossen. Maar ik weet een ding: ik ben vrij.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top