1. Vergeten kind

Nog nooit heb ik een vriend gehad. Nooit. Iedereen mijd mij altijd, hoewel ik wel weet waarom. Nee, ik ben niet bepaald het type die je zo 1 2 3 op straat tegenkomt.
Ik ben een vergeten kind.

Sinds mijn geboorte ben ik al zelfs weggedaan door mijn ouders. Toen ik geboren werd was mijn gezicht namelijk helemaal verminkt. En toen ze dat zagen, wisten ze het ergste nog niet: ik kon niet lopen.

Dus smeten ze me ergens langs de kant van de weg, ergens in een kartonnen doos. Logisch toch? Gelukkig was er een paar uur later een jonge vrouw die me vond, en me naar het kindertehuis bracht. 'Het vergeten huis' noemen de kinderen het daar. Toen ik daar kwam, was ik een uitzondering. Mijn gezicht maakte iedereen aan het schrikken, en zelfs de directeur schrok van mij. Op mijn 10e zette ze me het weeshuis uit, nu 4 jaar geleden. En sindsdien heb ik nooit meer iets normaals gegeten....

Langzaam kijk ik op van mijn lamme benen die nooit iets gedaan hebben, en kijk recht in het gezicht van mijn tegenstander. Ik heb hem nooit gemogen. Hij trekt een wenkbrauw op en vraagt nog eens:
'Dus, jij vergeten kind, was jij nou aan het spijbelen?' Ik was die ochtend niet op mijn werk gekomen, en dat betekende dus vanavond weer geen eten.
'Nee,' zeg ik nogmaals, 'ik zat vast in een smal straatje ergens en toen...' verder kwam ik niet, want een hand raakt me vol op mijn misvormde gezicht. Even zie ik alleen maar sterretjes, maar ik weet dat ik dat niet mag laten merken. Dat genoegen gun ik hem niet. 'Je bent ontslagen!' Brult hij en draait zich om, waarna hij met een klap de deur dicht smijt. Oh nee. Niet weer.
Als vergeten kind dacht iedereen zijn woede op mij ze kunnen afvuren, helaas. Daardoor was ik in 1 jaar wel meer dan 6 keer ontslagen.
Ik draai me om in mijn ouderwetse rolstoel en rij traag de kamer uit.

Buiten regent het, in binnen de kortste keren ben ik doorweekt. Jaloers zie ik mensen met paraplu's, regenjassen en poncho's aan, al is het lang niet de eerste keer dat ik dit zo zie. Zelfs in mijn kleine, van afval gemaakte huisje is het ook nauwelijks droog, en op de plek waar mijn bed is- wat kleedjes op een hoopje- lekt het.
Met een flinke knaag in mijn buik rij ik naar mijn huisje, een paar straten verderop in een klef steegje, vlak aan de rand van de stad. Als ik daar aan kom, ga ik meteen op de doorweekte matjes liggen en denk nog even na over werk. Maar binnen een paar minuten val ik al in slaap.

Als ik wakker word, is het eerste wat ik zie van wat niet klopt, de rode slordige letters van gafitty op de muur:
Vergeten huisje, boompje en kindje.
Tranen proberen naar boven te kruipen, maar ik dwing ze tegen te houden. Hier kan ik iets voorhangen, toch? Maar als ik me omdraai, zie ik dat er iets mist: mijn rolstoel is verdwenen...
Op de plek waar hij stond ligt nog wel een briefje, met hetzelfde slordige handschrift als op de muur:
Bedankt! Misschien goed idee om een deur in je vergeten huisje te maken?
~R
Met het briefje in mijn hand zit ik op de grond, in een half mislukte kleermakerszit. Hoe heb ik dit kunnen laten gebeuren? Ineens dringt het tot me door wat er nu aan de hand is: ik moet nu bedelen om aan geld te komen, nu ik me niet meer dan verplaatsen om werk te zoeken. Met hangende schouders laat ik mijn tranen komen. Nooit meer zou ik werk meer vinden...

Een half jaar later...
De laatste mensen komen langs, en vragend houd ik mijn hand op, te vragen om wat euro's. Vandaag wel 50 cent gekregen.... De zon verdwijnt achter een dikke stapel wolken. Er komt sneeuw aan, zo te zien. Ik heb geen idee of ik deze winter wel haal. Met een handvol muntjes, zonder me fatsoenlijk te kunnen verplaatsen. En vergeet niet:
Ik ben een vergeten kind.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top