Hoofdstuk 3
~*~ Kleine wijziging: Het boek word uit het zicht van Julia, Kate en Peter geschreven, Ik heb geen zin uit de zicht van personen te schrijven die me niet interesseren. Soms zal er wel een hoofdstuk uit het zicht van iemand anders zijn als dat net goed uitkomt, maar deze drie zijn de hoofdpersonen, Oja en ik schrijf nu in 1e persoon, ik word zoooo gek van 3e persoon!!! ~*~
Julia POV.
Ik staar naar het witte plafond van de ziekenzaal. De witte lakens lagen zwaar op mijn lichaam en mijn haar lag klitterig verspreid over het zachte kussen. De lampen waren uit en buiten was het al begonnen met schemeren en de klok naast de deur verraadde dat het 8 uur in de avond was. Normaal zou ik nu nog met mijn ouders aan tafel zitten, of huiswerk maken. Maar ik had uitstel voor school gekregen vanwege de test, en deze dag had me gesloopt. Ik wou niets liever dan mijn ogen sluiten en de gedachten van de anderen laten verdwijnen. Misschien zou ik vannacht eindelijk rust vinden.
De anderen zaten in een kringetje en fluisterden stil. Een van de kinderen, - volgens mij heette hij Jonny - had een kaartspel meegenomen. Ze zaten nu te kaarten en soms lachte er iemand zacht. Ze waren weer overgegaan op praten, aangezien ze dat een 'fijnere manier van communiceren' vonden. Ik was er blij om, want dan waren de stemmen in mijn hoofd minder erg.
's Middags was er een man binnen gekomen en had ons gevraagd hoe het met ons ging. Iedereen had gezegd dat het goed ging toen Kate ons door gedachten meedeelde stil te zijn. De man gaf ons eten. Het was niet veel, maar het smaakte. Ik had extreme honger gehad en de opmerkelijke Peter had me iets van zijn eten afgegeven
Ik glimlachte zwak. Er waren heel veel aardige mensen hier. Het ergerde me een beetje dat ze allemaal ouder waren, maar ergens was dat ook wel oke. En ik zou hier toch niet lang blijven. Over een week zou ik weer thuis zijn. Ik zou elke week nog een rapport moeten uitgeven over merkwaardige bijverschijnselen van het serum en hoe het met mijn schoolresultaten ging.
We hadden besloten de mensen niets over onze gedachtencommunicatie, zoals wij het noemden, te vertellen. Het zou ons eerder in de problemen brengen en eigenlijk ging iedereen er vanuit dat het geen blijvend verschijnsel zou zijn.
Lig niet zo te tobben. Peters stem halde in mijn hoofd. Ik had ontdekt dat je de stemmen zachter kon zetten als je niet al te veel aan ze dacht, en andere stemmen juist harder door zich op ze te concentreren.
Ik zal het proberen. Zuchtte ik.
Dan sloot ik mijn ogen en zonk in een diepe slaap.
Toen ik wakker werd keek ik gapend om me heen. Waar was ik? Wat was er met mijn kamer gebeurd? Dan herinnerde ik alles weer in een flits. Gedachtencommunicatie. Het was geen nare droom geweest.
Maar op het moment was alles stil. Was het voorbij? Was de bijwerking uitgewerkt?! Ik hield me in om niet vrolijk te gillen, aangezien iedereen nog sliep. Misschien lag het daar ook aan. In mijn slaap had ik niets gehoord. Ik had droomloos geslapen.
Opeens werd ik me bewust van mijn honger. Mijn maag voelde zich extreem leeg aan en maakte de hele tijd knorrende geluiden. Stil sloeg ik het laken opzij en klom uit bed. Op bloe voeten en in een wit nachthemd liep ik naar de deur. Door de ramen had ik al gezien dat we in een soort hotel zaten, alleen dan veel witter.
Ik opende deur en stapte de gang op. De vloer was koud aan mijn voeten en een briesje waaide door de gang. Ik liep langs de deuren met nummers in de richting van een grote flapdeur. Er stonden allemaal potten met planten op de vensterbanken van de kamers, maar verder was het een troostloze gang. Ik voelde me er totaal niet op mijn gemak.
Terwijl ik door gangen liep, trappen afdaalde, en tenslotte in een groe eetzaal aankwam, hield ik alles goed in de gaten. Ik wou de weg terug kunnen vinden en hield me aan kenmerken zoals bepaalde planten.
"Welkom. Jij bent een van de testpersonen?" Een stem van achter me liet me in elkaar krimpen. Ik draaide me om en keek in het gezicht van een man van ongeveer zestig jaar. Hij had vriendelijke grijsblauwe ogen en wit, piekerig haar.
"Ja dat ben ik." Zei ik met onvaste stem.
"Je hebt zeker honger." Zei de man. Ik knikte. "Kom maar mee."
Ik twijfelde, maar de honger gaf me geen andere keus en ik liep achter de man aan door de zaal. Het was geen grote zaal, maar hij was volgebouwd met tafels en stoelen. Aan de rehterkant stond een bar met eten. Er stond een blonde vrouw met een wit schort voor. De rest van de ruimte was geel en rood geverfd. Er stonden veel vrolijke planten op de vensterbanken en er waren grote ramen die uitzicht gaven op de hoge kantoorflats van mijn stad.
"Wat wil je eten?" Vroeg de vrouw achter de balie. Ze had zwaar opgemaakte ogen, onnatuurlijk blauwe ogen, nog extremer dan die van Kate, en haar ogen vielen iedereen op, en veel te rode lippen. Ze had een barbie-glimlach en ik mocht haar nu al niet.
"Doe maar een müsli." Zei ik en probeerde mijn afgunst te verbergen. De vrouw leek niets te merken en wede zich aan de man. "Wilt U iets?"
"Nee, dank u." Zei hij en maakte een wegvegend gebaar met zijn hand. De vrouw wou zich net omdraaien toen hij zich bedacht. "Alhoewel, doe maar een Cappuccino." De vrouw zuchtte en liep weg.
Terwijl ze weg was keek ik nieuwsgierig naar de man naast me. Hij had een slordig overgetrokken overhem aan en een ouderwetse broek. Hij had zich vanochtend niet geschoren, en hij hield zijn handen achter zijn rug.
Hij zag mijn blik en glimlachte. "Rare man ben ik, niet waar?"
Ik zei niets. Hoe had ik moeten reageren?
Op dat moment schalde Peters stem door mijn hoofd. Waar is Julia?
Ik ben hier. Dacht ik terug.
Waar is hier? Goede vraag.
Ik ben naar de eetzaal gegaan. Gewoon steeds verder naar beneden. Het is op de begane grond, dus je kunt het niet mislopen.
Ik kom!
Ik kon een glimlach niet onderdrukken. Peter was er altijd voor je, dat had ik nu al door.
Ik werd me ervan bewust dat de man me met een vreemde blik aankeek. Ik heb er nooit over nagedacht hoe ik eruit zie als ik aan gedachtencommunicatie doe. Het is ook zo nieuw!
"Gaat het met je?" Vraagt de man. Zorg staat in zijn ogen geschreven. Hoezo?
"Ja, hoezo?"
"Je ziet er uitgeput uit." Zegt de man meelevend. Maar dan haalt hij zijn schouders op. "Het zal wel aan het Serum liggen. Hersenverbindingen aanmaken kan zeer vermoeiend zijn voor je lichaam."
Ik knik, maar ik weet dat het ergens anders aan ligt. Aan een stuk door vreemde stemmen in je hoofd horen is nog veel vermoeiender.
De vrouw was terug met een tablet waar een paars plastic kommetje en een kopje koffie op stonden. De man glimlachte en gaf haar een knikje terwijl hij het tablet aannam. Hij liep naar een van de tafels en omdat ik niets beters wist liep ik achter hem aan.
Hij had een van de tafels bij het raam gekozen. Ik ging tegenover hem zitten en nam dankbaar mijn müsli aan. Gulzig begon ik te eten. O man, ik had nog nooit zo iets lekkers gegeten! Toen ik ongeveer op de helft van het kommetje was legde ik mijn lepel neer. Rustig aan, zei ik tegen mezelf.
De man zat al weer naar me te kijken. Langzamerhand begon ik het eng te vinden. Maar toen de man zijn mond open deed kwam er een heel logische vraag uit. "Hoe heet jij, meisje?"
Ik glimlachte verlegen en keek naar de tafel. "Julia."
"Wat een mooie naam. Net zo als in Romeo en Julia. Heb jij ook een Romeo?" Vroeg hij met een glimlach en in zijn ogen dansten pretlichtjes.
Nu begon ik pas echt te blozen. Ik had heus wel een keer een 'romeo' gehad, maar dat was een paar jaar geleden.
Hoe heette die?! Hoorde ik Peters stem. Ik ben er trouwens bijna, ik kan het brood al ruiken!
John. Dacht ik. Dat waren tijden. Voor dat hele gedachtencommunicatie gedoe.
"Nee." Antwoorde ik op de vraag van de man. "En hoe heet U?"
"Ik ben dr. Johnson. Zeg maar gewoon Jim. Ik heb meegewerkt aan het Serum. Maar ik maak me een beetje zorgen om de bijwerkingen. Iets is er toch, of was je altijd al zo dromerig, Julia?"
Ja, ik was altijd al zo dromerig, maar niet zo als nu. Maar ik loog, hoewel ik dat niet fijn vond. Ik mocht deze man. Hij was zo vriendelijk! Maar ik hield me aan onze afspraak en zei zonder te knipperen of te blozen: "Ik was altijd al zo."
Jim keek me doorzoekend aan, maar voordat hij iets kon zeggen werd hij onderbroken door een stem die ik maar al te goed kende. Ik had de stemmen een hele tijd uitgeblend door aan iets anders te denken, merkte ik, want toen ik zijn stem hoorde, hoorde ik meteen ook heel wat andere stemmen.
"Julia!" Riep Peter. Ik draaide me glimlachend om en zwaaide naar hem. Zijn bronse haar stond alle kanten op en het was een grappig gezicht hoe hij daar in pyjama in de deur stond.
Peter kwam op me af en legde een hand op mijn schouder. Hoe hadden we in zo korte tijd een zo sterke band gekregen?
Geen idee. Dacht Peter terug.
Jim keek van mij naar Peter en weer terug. "Hij lijkt me een beetje oud om jouw Romea te zijn, maar jullie lijken te weinig op elkaar om broer en zus te zijn. Of lig ik daar fout?" Hij liet een bulderende lach horen die me anders had laten schrikken, maar hij had een warme ondertoon.
Peter keek me raar aan en ik lachte met Jim mee. "We kennen ons pas net." Legde ik aan Jim uit, maar dan werd me duidelijk dat dat ook voor hem gold.
"Maar ze voelt als een zusje voor me." Eindigde Peter de zin voor me. "En wie bent U?" Vroeg Peter aan Jim.
"Ik ben dr. Johnson, zeg maar gewoon Jim."
En? Dacht Peter.
Hij is heel aardig. Hij heeft meegewerkt aan het Serum, maar hij denkt dat er een bijwerking is. Hij vroeg me er net naar toen jij binnenkwam en me redde.
Ik stond er al een tijdje maar ik voelde dat jij je schuldig voelde over je leugen, dus greep ik in.
Peter glimlachte, hij was duidelijk tevreden over zichzelf. Maar Jim zat al weer naar ons te kijken. Ik kon hem bijna zien denken; Er is toch iets? Maar dan had hij ook iets van het Serum moeten nemen.
"Ik laat jullie nu alleen, ik heb werk te doen. Maar het was fijn jullie te leren kennen, en ik denk wel dat we ons nog wel zien." Zei Jim terwijl hij opstond. Hij schoof netjes zijn stoel aan en legde een muntje op tafel, naast zijn koffie.
"Het koekje is voor Julia." Zei hij met een knipoog naar mij. ik glimlachte terug en nam het koekje van het kopje af.
En toen was Jim weg.
-----------------------------------------
Wooooooow 1897 woorden!!!!!! Een nieuw record OMG!!!!! I'm so proud of me!!! Hehe, ik ben altijd zoooo bescheiden. Ik hoop dat jullie het leuk vinden! Ik zal als ik het ga verbeteren (Dat doe ik als ik 5 hoofdstukken heb) de andere hoofdstukken ook in 1e persoon zetten. Wat vinden jullie eigenlijk fijner? Ik ben trouwens echt heel blij! In 3 dagen heeft dit boek al 19 reads!!! Voor mijn doen is dat echt veel! :D
Ik wil trouwens Flora nog even bedanken voor de comments <3 Comments maken me altijd heel happy! Nog 9 woorden en dan heb ik 2000. Yeah!
xx ~ Fauna
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top