Voor de schrijfwedstrijd van Red_Fenixx
===============================
Mijn mok warme chocolademelk staat voor me op tafel, de damp komt er vanaf, het is te heet om te drinken. Ik zit op de bank en trek het dekentje nog wat verder over mijn benen. Met mijn duim doe ik mijn dagelijkse rondje door Liza's social media. Elke dag bekijk ik haar foto's, check of ze nog nieuwe heeft geplaatst enzovoort. Ik zucht.
Waarom? Waa-rom? Waarom moet ik nou weer op een meisje vallen. Mijn ouders zijn homofobisch, al mijn vriendinnen op school maken er grappen over en juist IK moet zo zijn. Het voelt als een ziekte, een aandoening, ik ben anders. Het allergrootste probleem is nog dat zij, Liza, niet eens op meisjes valt. Ze heeft meerdere vriendjes gehad en ik denk niet dat ze ineens overstapt. Want waarom zou ze? Niemand accepteert je, iedereen die het weet neemt afstand van je, alsof je besmettelijk bent. Ik doe mijn telefoon uit en pak mijn mok warme chocolademelk met beide handen vast. Ik heb er opeens geen zin meer in, of het koekje die er naast op de tafel ligt. Ik voel me misselijk. Morgen ochtend moet ik weer naar school, moet ik Liza weer zien, wetend dat ik nooit met haar zou kunnen zijn.
'Hey, Macey!' Hoor ik van achter me. Ik draai me om en Liza komt naar me toe gerend. Ik voel hoe mijn wangen warm worden en ik kijk naar de grond. Liza gaat voor me staan en vraagt: 'Wat is er?' Ik kijk weer naar haar op, waarschijnlijk met de wangen zo rood als haar knalrode tas. 'Niks hoor.' Mompel ik en kijk weer naar mijn voeten, dan naar de fietsenstalling en dan weer naar Liza. Ze staat me nog steeds aan te kijken. 'Val jij op meisjes?' Vraagt ze dan. Mijn hart slaat een slag over en ik wil antwoorden maar er komt niks uit mijn keel. 'Geef antwoord!' Haar altijd zo zachte stem maakt plaats voor een scheve, schorre stem en ik deins achteruit. 'Wat?' Stotter ik. Liza's pupillen worden klein en ik raak in ademnood, loop een stap achteruit. Liza veranderd in een monster en ik gil.
Dan word ik wakker. Mijn slaap t-shirt bezweet en mijn haar zit door de war. Ik laat mijn hoofd op mijn kussen zakken en ik zucht. Twee minuten later gaat de wekker. Ik slinger mijn benen uit bed en trek slaperig kleren aan in de badkamer. Een oversized trui en een spijkerbroek die te strak zit, mijn schoenen worden ook al te klein. Ik kijk nog een keer naar mezelf in de spiegel en loop na een plens water in mijn gezicht te hebben gegooid de badkamer uit. Ik gooi mijn schooltas over mijn schouder en pak mijn fiets uit de schuur. Er staat ontzettend veel wind op weg naar school. De tranen springen me in de ogen van de droge wind die me bijna tot stilstand duwt. Ik zie wazig en val bijna om van een plotselinge windvlaag van rechts. Ik veeg de tranen uit mijn ogen en zie hoe een vrouw op een elektrische fiets me raar aankijkt. Ik trap stevig door en loop net op tijd de grote school binnen. Ik gooi mijn jas in mijn kluisje en bekijk welk vak ik eerst heb; engels, op de derde verdieping. Ik loop met twee tredes tegelijk de trappen op en kom precies tegelijk met de bel het klaslokaal in. Iedereen is er al, behalve één jongen, maar die is er eigenlijk nooit. Ik scan de klas voor een plekje, de enige vrije stoel is die naast een meisje die ik niet mag. Ik neem plaats en de docent, die me tot nu toe samen met de klas aangekeken heeft, begint de les. Tijdens de saaie uitleg over grammatica en een korte documentaire over het verschil tussen scholen in Amerika en in Engeland wiebel ik met mijn been en klik met mijn pen. Liza zit schuin voor me. Mijn blik verschuift steeds naar haar en haar mooie gladde haren, leuke kleren en soms denk ik dat ik zelfs haar geur kan ruiken. In de documentaire praat een man over sport als Liza zich opeens omdraait en me recht in de ogen aan kijkt. Ze glimlacht en ik kijk weg. Iemand lacht. Ik draai mijn pen in mijn hand en kijk ernaar, probeer met alle macht niet te letten op mijn warme gezicht of de brandende blik van het meisje naast me. De bel gaat en ik vlieg als eerste het lokaal uit. Ik snelwandel naar de wc. Daar sluit ik mezelf op in een wc-hokje, ga op de dichte klep zitten en leg mijn hoofd in mijn handen. Daar zit ik, voor mijn gevoel een lange tijd, zonder te bewegen. Iemand komt binnen en gaat een wc-hokje naast me in. Ik hoor de persoon snikken. Ik spoel de wc door om niet op te vallen en open de deur, was mijn handen voor het idee. Net voordat ik de zware deur terug naar de gang wil openen komt het huilende meisje uit het hokje. We kijken elkaar even aan. Dan wordt het ongemakkelijk en kijkt ze weg. Ik weet niet wat me bezielt, maar ik vraag haar: 'Gaat het?' Ik kijk Liza aan in haar betraande ogen. Ze glimlacht en kijkt weg, doet haar haar goed in de spiegel. 'Niet echt.' Zegt ze. Ik blijf staan. Ik kan me niet bewegen en weet niet wat ik moet zeggen. Is het onbeschoft om weg te lopen? Of juist om te blijven staan? Liza begint weer te huilen. 'Waarom zijn mensen zo stom?' Snikt ze tegen zichzelf, of tegen mij, ik weet het niet. Ik zet één stap naar haar toe. 'Waarom kunnen ze me niet gewoon zien zoals ik ben?' Ze steunt met haar handen op de rand van de wasbak, ze kijkt naar beneden, haar haar valt voor haar gezicht. Ik kijk naar mijn schoenen. Ik wil vragen wat ze bedoeld. Maar ik kan het niet. Liza veegt de tranen van haar gezicht, bekijkt zichzelf in de spiegel en ze herinnert me aan mijzelf vanochtend. Dan loopt ze langs me en sluit de deur achter zich. Ik blijf gedesoriënteerd achter.
Als ik net de fietsenstalling uit fiets hoor ik mijn naam geroepen worden. Het is Liza. 'Hey.' Zegt ze en komt naast me fietsen. 'Hoi?' Zeg ik verward. 'Oh, eh, sorry. Ik wilde even met je praten. Is dat oké?' Ik knik en we slaan een hoek om. 'Bedankt dat je me wilde helpen vanmiddag. Ik heb het de laatste tijd alleen een beetje moeilijk.' Zegt ze. Ze kijkt me niet aan. Ik knik en zeg: 'Geen probleem.' Nu kijkt ze me wel aan en twijfelt zichtbaar. 'Ik denk dat ik bi ben.' Zegt ze dan. Mijn hart maakt een sprongetje, om meerdere redenen. Ik weet even niks uit te brengen. Liza lijkt spijt te hebben en stottert een verontschuldiging. 'Ik- ik weet niet waarom ik dat zei. Sorry, ik- ik eh...' Een glimlach verschijnt ongewild op mijn gezicht, Liza merkt het op. 'Alsjeblieft vertel het aan niemand. Alsjeblieft.' Zegt ze wanhopig. 'Natuurlijk niet. Het is goed dat je het aan iemand vertelt.' Zeg ik. Liza knikt. 'Dat zou ik ook moeten doen...' Mompel ik er achter aan. 'Sorry wat zeg je?' Vraagt Liza, er staat nog steeds een flinke wind. 'Oh, dat ik hier af moet.' Zeg ik snel en ik draai mijn stuur naar rechts. Ik zie hoe Liza haar hoofd naar me om draaien met een glimlach, maar die maakt plaats voor grote ogen en ze schreeuwt iets. Een auto raakt me op volle snelheid, ik vlieg met fiets en al een paar meter door de lucht, en alle lucht wordt uit mijn longen geduwd. Ik kom met een klap neer en dat is het laatste dat ik voel.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top