3. Loontje3210

Genre : Thriller/spanning
Schrijfster : Loontje3210

Op het moment dat Ashleigh het huis van haar opa en oma uitstapt, kijkt ze eens om zich heen. De laatste tijd heeft ze het gevoel dat ze achtervolgt wordt. Het maakt niet uit waar ze heen gaat, de zwarte Range Rover met geblindeerde ramen duikt bijna overal op.

Behalve deze keer. De straat is nagenoeg leeg, afgezien van de auto’s van de bewoners. Al zijn dat er niet veel. Ashleigh durft zelfs bijna te wedden dat meer dan de helft van de auto’s van bezoekers is. In deze buurt wonen namelijk vooral oudere mensen.

Ashleigh draait zich nog een keer om naar haar opa en oma om hen een knuffel te geven. ‘Doe je voorzichtig, meisje?’, vraagt haar oma bezorgd. ‘Kijk goed uit voor je oversteekt. Het begint al wat te schemeren.’ Ashleigh glimlacht naar haar oma als ze haar los heeft gelaten. Haar oma is echt een schatje. Altijd zo bezorgd om haar kleinkinderen, vooral als het om Ashleigh gaat. Ashleigh heeft het vermoeden dat zij oma’s favoriete kleinkind is, maar dat spreekt ze natuurlijk niet uit. Ashleigh vindt dat lullig tegenover de andere kleinkinderen.

Ashleigh zelf is enigst kind. Ze woont alleen nog bij haar vader. Haar moeder is een paar maanden geleden aangereden. De dader is nooit gevonden, maar er wordt gedacht aan een misdrijf. Een opzettelijke aanrijding.

Ashleigh’s gezicht betrekt als ze er aan terug denkt en balt haar handen tot vuisten. Ze hoopt dat ze de dader snel zullen vinden. Ze leeft in zo’n onzekerheid over haar moeder’s dood. Haar moeder was alles voor haar en ze wil gewoon de schuld aan iemand kunnen geven. Een naam, een gezicht. Dat is het enige waar ze om vraagt.

‘Gaat het wel, meisje?’ Haar opa’s stem haalt haar uit haar gedachten. Langzaam knikt ze, waarna ze een glimlach op haar gezicht tovert.

‘Ja hoor, opa. Alles gaat goed. Ik dacht even aan mama.’ Opa’s gezicht betrekt. Ashleigh slikt even en richt zich dan op haar oma. ‘Natuurlijk doe ik voorzichtig, oma. Ik zal u wel bellen als ik thuis ben’, beloofd ze aan de oude vrouw, die haar een glimlach schenkt. ‘Tot gauw!’

Ashleigh draait zich weer om en loopt naar haar fiets. Terwijl ze haar fiets van het slot haalt, kijkt ze nog eens om zich heen. Nog steeds geen spoor van de Range Rover. Ashleigh zucht opgelucht en laat zich wat ontspannen.

Het kettingslot bergt ze op in haar rugzak, zoals altijd. Als ze haar rugzak dicht heeft geritst, zwaait ze nog even naar het oude stel in de deuropening. Ze zwaaien vrolijk terug. Ashleigh stapt op haar fiets en begint de oprit af te fietsen. Ze kijkt even om zich heen of er geen auto’s aankomen en slaat dan af naar links.

Haar huis is zo’n tien minuten fietsen verderop. Daar is Ashleigh wel blij mee. Sinds de aanrijding fietst ze niet graag meer. Haar moeder werd geschept door een auto, terwijl ze richting het dorp fietste. Het ongeluk is gebeurd op een plek waar geen auto’s zijn toegestaan. Volgens de politie reed de auto veel harder dan in het dorp was toegestaan. Hoe hard wisten ze niet precies, maar na grondig onderzoek van de verwondingen van haar moeder, wisten ze al dat de bestuurder veel te hard had gereden.

Ashleigh slaat rechtsaf aan het eind van de straat en ziet vanuit haar linker ooghoek een zwarte auto een parkeervak uitdraaien. Ashleigh vloekt zacht in zichzelf en begint sneller te trappen. De vorm van de auto had veel weg van die van een Range Rover, al heeft ze er geen goede blik op kunnen werpen. Ze durft ook geen blik naar achteren te werpen, bang dat ze dan vertraagd wordt. Ze heeft geen idee wat de mensen van haar willen, maar ze vertrouwt er niks van. Ze krijgt er een naar gevoel bij.

Wat als ze me willen ontvoeren?, denkt Ashleigh bang.

De auto rijdt langs haar heen en ze zucht even opgelucht. Het was geen Range Rover met geblindeerde ramen. Het was wel een Range Rover, maar de Range Rover die haar achtervolgde had altijd geblindeerde ramen gehad.

De Range Rover gaat voor haar rijden en stopt dan. Geschrokken trekt Ashleigh haar handremmen aan, waardoor ze met een schok tot stilstand komt en van haar zadel wordt afgevuurd. Ze belandt met beide voeten op de grond en bekijkt de Range Rover voor haar. Ze schrikt op als er een andere Range Rover naast haar tot stilstand komt. Dit keer wél met geblindeerde ramen. Ze hoort een paar autodeuren open gaan en voelt dan een paar handen om haar armen.

‘Laat me los!’, gilt Ashleigh in paniek, terwijl ze zich los probeert te trekken. ‘Help!’ Er wordt een doekje tegen haar neus en mond aan gehouden en ze voelt zichzelf langzaam verslappen.

-

Ashleigh opent kreunend haar ogen en grijpt naar haar voorhoofd. Haar hoofd is hard aan het kloppen en ze vraagt zich af wat ze gedaan heeft. Dan pas valt het haar op dat ze in een onbekende ruimte is wakker geworden. Zodra ze zich dat bedenkt, schiet ze overeind. Ze ziet wat zwarte vlekjes, maar ze negeert ze.

‘Ze is wakker’, hoort ze een mannenstem zeggen. Geschrokken kijkt Ashleigh op. Aan de andere kant van de kamer staat een man in een zwart pak. Hij hangt de portofoon, die hij net heeft gebruikt, weer op aan zijn riem en loopt dan richting Ashleigh.

‘Wie bent u?’, vraagt ze paniekerig, terwijl ze achteruit kruipt. ‘Wat wilt u van me?’ De deur vliegt open en er stappen nog twee andere mannen naar binnen. Ze dragen beiden een zwart pak, net als de andere man.

‘Ashleigh Bakker?’, vraagt een van de mannen aan haar. Ze knikt verward. ‘Wij hebben nieuws over uw moeders dood.’ Haar ogen worden groot. Hoe weten ze haar naam? Wie zijn ze überhaupt? Waar is ze beland?

Ze heeft zoveel vragen, maar ze weet niet zo goed welke ze als eerste wil stellen. Ze besluit ze maar gewoon achter elkaar te stellen en dan op het beste te hopen.

‘Wie zijn jullie? Waar ben ik? Hoe weten jullie mijn naam? Hoe weten jullie wat er met mijn moeder gebeurd is?’, ratelt ze aan een stuk door. De mannen kijken verbaasd naar elkaar. Een van de mannen besluit het woord te nemen.

‘Wij zijn van de FBI.’ Hij laat een penning zien aan Ashleigh, waardoor ze al wat begint te ontspannen. ‘Je bent in een uitslaapkamer op ons kantoor. Wij weten jouw naam, omdat we jullie gezin al langer in de gaten houden.’ Ashleigh kijkt hem geschrokken aan.

‘W-Waarom?’, stottert ze.

‘Je vader is lid van de maffia. Wij denken dat de dood van je moeder met opzet is gebeurd. Als wraak op je vader, of als een waarschuwing voor hem. Wij willen je daarom in bescherming nemen. Je zult hier verblijven tot we een veilige plek voor je hebben gevonden. Bureau Jeugdzorg is ingeschakeld en ze zijn al voor je op zoek naar een nieuwe plek.’

Kei leuk verhaaltje Loontje3210

Tips :

•Geen idee alles was goed!

Tops :

•Kei leuk en spannend verhaaltje! Ik zou graag willen voort lezen😉

Knap gedaan👍🏻

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top