2. daansuidgeest
Genre : Fantasy
Schrijfster : daansuidgeest
De vloek van de zee
Tory liep over het strand; over het afkoelende zand dat de hele dag door de brandende zon beschenen was. Haar benen voelden raar en wiebelig, zoals ze altijd deden de laatste twee uur voor haar transformatie. Ze had haar schoenen in haar ene hand, en de andere liet ze vrij rond zwaaien. Het verschil tussen een vis en een mens zijn was groot, maar ze was na een lange tijd van beiden evenveel gaan houden. Haar vloek maakte dat ze overdag een meisje met goudblond haar en blauwe ogen was, en 's nachts een klein blauw visje, met groene en gouden strepen. De vloek zorgde er ook voor dat ze geen dag ouder werd, en het meest ingewikkelde: dat haar stem dodelijk was.
Omdat Tory geen voedsel nodig had om te overleven, praatte ze met niemand en isoleerde ze zichzelf van de wereld. Overdag verschool ze zich in de stad, waar niemand haar zou opmerken en waar niemand zich afvroeg wie ze was of wat ze deed. Soms probeerden mannen haar aandacht te krijgen vanwege haar schoonheid, maar die negeerde ze zo goed als ze kon. 's Avonds nam ze de bus naar het strand, waar ze de zee in dook om daar de nacht door te brengen. Haar leven was simpel, maar eenzaam. De vloek zou nooit opgeheven worden, en dat had Tory geaccepteerd.
Ze woelde met haar hand door haar haar, een van de dingen die ze miste als vis. Het voelde alsof haar voeten in brand stonden, ook al was het zand al lang afgekoeld. Ze moest de zee in. Tory strompelde naar de duinen, waar ze haar zomer jurkje verstopte tussen een paar pollen helmgras. Ze verstopte haar schoenen ook, en keek met een zucht naar de bloedende hemel. Het rode licht deed pijn aan haar ogen, die ook gevoeliger werden met elke minuut. Ze had nu niets meer aan, maar er was niemand op het strand dus dat gaf niet.
De zee was koud, maar aangenaam, en Tory liep met een zucht van verlichting dieper en dieper het water in. Uiteindelijk was ze zo diep dat ze niet meer kon staan, en haalde ze voor een laatste keer diep adem. Toen dook ze onder. Het zoute water prikte in haar ogen toen ze knipperend naar het licht boven haar hoofd keek. Ze liet wat lucht ontsnappen, dat als kleine luchtbelletjes omhoog dwarrelde. Het voelde alsof haar gedachten rond tolden in haar hoofd, en ze kon niet meer helder denken. Bijna had ze de neiging om over te geven, maar ze wist dat dat niet zou gebeuren. Dit hoorde bij de transformatie. Haar huid jeukte en brandde, en haar benen waren bijna gevoelloos, net als haar armen.
En toen keek ze voor een laatste leer omhoog, naar de nu nutteloze, droge lucht die boven het water hing. Ze had alleen het water nodig, dat zacht om haar heen kolkte en met haar vinnen speelde. Ze kon kilometers ver kijken, door het zo net no troebele water. Ze zwom, en zwom, en toen de maan hoog aan de hemel stond kwam ze bij het koraal aan. Er waren niet veel vissen te zien, want die verstopten zich meestal tussen het koraal voor de haaien die daar 's nachts jaagden. Tory deed het zelfde.
Ze zwom naar een klein holletje in de grond tussen twee grote oranje koralen, waarvan ze wist dat daar haar "soortgenoten" leefden. Twee vissen met dezelfde kleuren als die van haar begroetten haar en samen zwommen ze de kleine grot binnen. Als mens zou ze er nooit in gepast hebben, ze zou het niet eens ontdekt hebben, maar als vis was het de perfecte schuilplaats. Tot het ochtend werd, ten minste. Dan moest ze zo snel mogelijk weg.
De vissen zouden haar niet missen, ze was niet echt een van hen en bovendien hadden ze niet echt het vermogen om na te denken. Of om zich dingen te herinneren. Ze lieten haar 's avonds in en 's ochtends ging ze weer weg, dat was alles. Er gebeurde nooit veel. Er was wel eens een haai gevaarlijk dichtbij gezwommen, en die had een paar van haar soort opgegeten maar heel erg was het niet. Zo ging het nu eenmaal.
Binnen in de grot was het gezellig, bijna menselijk zelfs. Vissen hadden dan niet de meest interessante hersenen, ze wisten wel hoe ze het zichzelf comfortabel konden maken. Tory had zichzelf voorgenomen nooit te slapen als vis. Het was makkelijker om te slapen als mens, omdat ze dan de tijd in de gaten kon houden. Daarom bleef ze de hele nacht op, tot het zonlicht zwakjes door de golven blonk. Dan zwom ze terug naar de kust, naar het strand. Meestal veranderde ze al voor ze met haar voeten de grond kon raken in haar menselijke vorm, maar dat gaf niet, want zelf als meisje kon ze uitstekend zwemmen.
Plotseling zag ze een jongen op het strand staan. Een jonge jongen. Van haar leeftijd, als je het zo kon zeggen. Ze zag zijn glinsterende bruine ogen al van twintig meter afstand, en het zag er uit alsof hij het water in wilde gaan. Tory raakte in paniek. Ze had niets aan, en hij zou haar zeker zien als hij dichterbij zou komen. Ze zwom een stukje naar rechts, bij hem vandaan, maar ze was de stroming vergeten en ze werd terug de zee in gesleurd. Ze raakte nog verder in paniek toen het zoute water haar longen in stroomde, en de koude onderstromen van de verraderlijke zee aan haar begonnen te trekken. Voor ze het wist had ze een grote fout gemaakt. Een dodelijk woord ontsnapte uit haar keel. Zodra ze het zei zag ze de jongen in zee strompelen, om zichzelf te verdrinken. Het woord? "Help."
Leuk verhaaltje daansuidgeest!
Tips :
•Soms een paar kleine spellingsfoutjes.
•Ik zou soms een paar korte alinea's maken want soms sloeg ik perongeluk iets over.
Tops :
•Leuk verhaaltje!
•De leestekens en de tekst staan goed!
Knap gedaan👍🏻
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top