1. Pageotte
Genre : historische fictie
Schrijfster : Pageotte
Wolven' zei de oude vrouw knarsetandend. 'volgens mij waren het wolven.'
'Maar dan wel een paar hele grote' antwoordde Charlotte terwijl ze de deur opende en het huis uit liep. Ze sloeg haar mantel stevig om, want het was al koud.
'Dit gaat nu al een paar maanden zo' mopperde de vrouw terwijl ze achter het meisje aan het bos in liep. 'Op deze manier raak ik alles kwijt! Jullie schapen komen er iedere keer mooi vanaf.'
Charlotte haalde haar schouders op. 'Onze schapen zullen binnenkort ook wel aan de beurt zijn.' zuchtte ze. 'Ik ga naar huis en zal mijn vader het laatste nieuws vertellen.'
'Hoe gaat het met hem?'
'Hij is niets veranderd.' antwoordde Charlotte. 'Ik hoop dat hij vanavond thuis is en niet al te lang in de stad blijft hangen.'
'In de kroeg zul je bedoelen!' riep de vrouw. 'Als hij vervelend tegen je is dan vertel je het me toch? Dan zal ik hem-'
Charlotte knikte en gaf de vrouw een knuffel. 'Ik zal u morgen wat eten en wat geld brengen zodat het verlies van uw schapen u niet te zwaar valt. Zo delen we samen de lasten van de winter.'
'Je bent een lief kind.' mompelde de oude vrouw terwijl Charlotte zwaaiend bij haar vandaag liep.
Terwijl Charlotte over het besneeuwde bospad naar huis liep kreeg ze de kriebels bij de gedachte aan de wolven. Ze woonde helemaal aan de rand van het bos in een kleine boerderij, alleen met haar vader. Ze hadden wat schapen, kippen en een klein stukje grond om groente te verbouwen.
Toen ze thuiskwam zag ze dat haar vader nog niet terug was uit de kroeg. Ze deed het vuur aan en begon een stevige soep te koken met restjes groente en wat spek.
Enige tijd later stapte een kleine man met een ruige baard de boerderij binnen.
'Charlotte! Wat ruikt het hier heerlijk!' zei hij met een dubbele tong. 'Ik heb honger.'
Haar vader was thuis en had gedronken. Zuchtend wilde ze de deksel op de pan doen, maar toen ze opkeek zag ze dat haar vader niet alleen was. Naast hem stond de knapste jongen die ze ooit had gezien. Zijn bruine haren en diep donkere ogen gaven hem iets bijzonders. Van schrik liet ze de deksel op de grond kletteren. Haar vader besteedde er geen aandacht aan.
'Kijk, Christiaan, dit is nu mijn dochter Charlotte.'
De jongen bekeek haar glimlachend. 'Prettig kennis met je te maken.'
Charlotte voelde haar gezicht rood kleuren.
'Jullie zijn laat.' zei ze vlug. 'We kunnen meteen eten.'
Ze streek haar jurk glad en zette de pan soep op tafel. Ze ging tegenover de jongen aan tafel zitten, maar tijdens het eten durfde ze hem niet aan te kijken. Ze aten in stilte.
'Christiaan is de zoon van een oude oorlogsvriend van me.' zei haar vader toen zijn kom leeg was. 'We hebben elkaar toevallig ontmoet in de kroeg en hij is op zoek naar werk. Hij heeft aangeboden om een tijdje bij ons te blijven om te helpen. In ruil voor eten en een slaapplaats.'
Charlotte reageerde niet, maar begon de kommen op te ruimen.
Haar vader zuchtte en stond op om zichzelf wijn in te schenken. Plotseling keek hij geschokken uit het venster.
'Wat is er, vader?' vroeg Charlotte.
Ze zag dat het ondertussen donker was geworden en dat het licht van de volle maan de kamer bescheen. Dit licht maarkte hem zoals gewoonlijk onrustig en met een klap gooide hij de luiken dich en dronk zijn beker in één teug leeg.
'Volle maan, een gevaarlijke tijd.' zei hij plotseling. 'Laten we gaan slapen, het is een lange dag geweest.'
Charlotte stribbelde niet tegen. Ze begreep nog steeds niet waarom haar vader die vreemde jongen mee had genomen en ze was blijf dat deze ongemakkelijke avond voorbij was. Haar vader ging mer zijn kleren aan in bed liggen en Christiaan verliet het huis om in de kleine hooiberg te gaan slapen. Even had ze medelijden met hem, want het was er niet warm, maar ze wilde niet te veel aan de knappe jongen denken. Hopelijk zou hij snel weer weggaan.
Haar warme dekens zorgden ervoor dat het niet lang duurde voor ze in slaap viel. Toch was haar slaap onrustig. Het voelde alsof ze nog maar net haar ogen had gesloten toen ze opeens wakker schrok. Ze hoorde het gekraak van de houten planken in het huisje. Iemand liep rond. Ze keek op en zag hoe haar vader zijn bed had verlaten en de deur opende. Hij keek nog één keer het huis rond en stapte toen de winternacht in.
'Wat gaat hij doen?' mompelde Charlotte slaperig tegen zichzelf. 'Toch niet weer naar de kroeg?'
Een paar minuten lang lag ze wakker en staarde ze naar boven. Haar vader was een zenuwachtige, onrustige man die in zijn leven veel had meegemaakt. Hij praatte nooit over zijn verleden, maar ze wist dat het vol zat met oorlog en verdriet om de dood van haar moeder. Daarmee kon ze hem niet helpen, dat wilde hij niet en daar had ze zich bij neergelegd.
Ze hoorde de wolven in de verte huilen, kroop onder haar dekens en viel weer snel in slaap.
•~☆~•
De volgende dag werd Charlotte gewekt door geklop. Het was al licht en ze zag hoe haar vader ook weer in zijn bed lag en nog sliep. Opnieuw klink het geklop. Charlotte zuchtte, stapte haar bed uit en opende de deur.
'Opnieuw een wolf.' zei de man. 'Een grote wolf. Ik dacht, ik vertel het jullie meteen maar, dit keer was het een van jullie schapen.'
'Bedankt dat u het komt vertellen.' zei Charlotte nog verrassend positief. 'het is niet anders!'
De boer leek verbaasd over haar positieve houding. Hij deed zijn pet af, groette en vertrok naar zijn eigen boerderij.
Toch baalde Charlotte ontzettend. 'Als dit zo doorgaat hebben we een groot probleem.' mompelde ze tegen zichzelf. 'Er moet iets gebeuren.'
Op hetzelfde moment kwam er nog niemand tussen de bomen van het bos tevoorschijn. Toen hij dichterbij kwam zag ze dat het Christiaan was, de jongen die haar vader gisteren mee had genomen. Hij zag haar niet, of wilde haar niet zien. Dat verbaasde haar niets, want hij wankelde, zijn kleren waren gerafeld en hij zag er vermoeid uit. Zonder haar aan te kijken liep hij de schuur in.
'Die heeft duidelijk een lange nacht gehad.' dacht Charlotte hardop en ze zuchtte. 'Nog zo'n slampamper erbij. Mannen ook weer....'
Die maand werkte Christiaan bij hen op de boerderij en Charlotte was verbaasd over de energie van de jongen. Na de eerste nacht had ze gedacht dat hij een last zou zijn, maar hij bleek een zegen. Met zijn hulp wisten ze alle achterstallige klusjes op en om de boerderij te doen. Ze deden zelfs extra werk en langzaam maar zeker namen de zorgen van het meisje af. Ze kreeg weer een beetje vertrouwen in de toekomst. Maar dat duurde niet lang.
Op een nacht schrok Charlotte opnieuw wakker. Het was volle maan en ze zag hoe haar vader de deur opende en weer verdween in de duisternis. Zomaar, zonder overleg. Ze was dit gedoe spuugzat, haar vader spendeerde al hun spaargeld in de kroeg. Meteen was ze klaarwakker en ze besloot achter hem aan te gaan om hem goed de waarheid te vertellen. Ze kleedde zich snel aan en volgde haar vader de heldere nacht in.
Toen ze buiten stond zag ze hem nergens meer. Het leek alsof de duisternis hem had opgeslokt. Toch zag ze wel dat zijn voetstappen in de modder naar de bosrand leidden. Ze haalde diep adem en volgde de voetstappen aarzelend het donkere bos in. Ze bibberde, van de kou of van angst voor wolven, dat wist ze niet.
Plotseling zag ze een schim. Ze dook achter een boom en hield zich stil. Iets kwam dichterbij en ze wist niet of ze gezien was of niet. Haar hart sloef op hol toen iemand vlak langs haar schuilplaats liep. Voorzichtig keek ze om de boom en ze zag Chrisiaan, met in zijn handen een schep. De nieuwsgierigheid won het van haar angst en ze besloot de mysterieuze knappe jongen te volgen.
Plotseling bleed hij staan. Hij draaide zich om en keek om zich heen. Even staarde hij haar kant op, maar hij zag haar niet. Toen liep hij naar een boom en begon er te graven. Het duurde niet lang of hij had met zijn stevige armen een diep gat gegraven. Hij gooide de schep opzij en haalde een kistje tevoorschijn. Hurkend opende hij het en Charlotte schrok toen ze zag hoe hij er een mes en een kruisboog uit haalde. Zilveren pijlen glinsterden in het maanlicht. Met een soepele beweging gooide hij het wapen over zijn schouder en liep het bos in.
Charlotte wist even niet wat ze moest doen. Haar gevoel zei dat ze terug moest gaan, maar ze was ook nieuwsgierig. Ze besloot hem te volgen. In de verte klink gejank van een wolf.
Terwijl ze achter de jongen aan liep merkte ze dat het bos steeds dichter werd. Het gebladerte van de bomen krulde over het pad en de kale takken lepen wel scherpe klauwen. Het gejank van een wolf klonk nogmaals, maar nu veel dichterbij. Op hetzelfde moment bleef Christiaan staan en keek om zich heen. Hij draaide zich om en keek recht haar kant op.
'Ik hoor je wel.' zei hij opeens. Charlotte drukte zichzelf stevig tegen een boom aan. 'Kom er maar achter vandaan.'
Ze deed wat hij zei en zag hoe hij zijn kruisboog op haar gericht hield. Hij schrok.
'Wat doe jij hier?' Vroeg hij geschokken. 'Je mag hier niet zijn. Ga weg, het is hier niet veilig.'
'Wat bedoel je?' vroeg Charlotte. 'Waarom ben jij midden in de nacht in het bos?'
'Dat kan ik je niet vertellen.' antwoordde hij terwijl hij zijn wapen liet zakken. 'Ga naar huis, nu!'
Plotseling klonk het gejank akelig dichtbij. Christiaan rende op haar af en pakte haar schouders vast.
'Bij nader inzien is het misschien toch veiliger als je hier blijft.' Zei hij gespannen. 'Ik zal je wel beschermen. Blijf alsjeblieft dichtbij.'
'Beschermen? Tegen wie?'
'Niet tegen wie, tegen wat!' fluisterde Christiaan terwijl hij opkeek. 'Wat je ook doet, maak geen geluid, begrepen?'
Hij wachtte niet op haar antwoord. Hij liet haar los, draaide zich om en liep van het pad. Hij legde een zilveren pijl op zijn geheven kruisboog en staarde naar een donker punt voor zich in de duisternis. Plotseling hoorde Charlotte acht gegrom en het geluid van voetstappen op de half bevroren ondergrond. Vanuit het niets kwam een groot beest tussen de bomen tevoorschijn. Het droep een dood schaap in zijn bek. Toen het de jongen zag staan schrok het even op, liet het karkas vallen en dook vanuit de struiken op hem af. Christaan brulde, een pijl schoot uit zijn boog, maar miste doel en pinde zich ergens in een boom. De zwarte schim sprong op hem af, greep hem vast en samen rolden ze vechtend over de grond. Charlotte hoorde het gekreun van de jongen en het gegrom van het wezen. Christiaan wist de gedaante van zich af te trappen en nu kon Charlotte in het licht van de volle maan zien wat hem aanviel.
Het wezen leek een reusachtig grote wolf, maar niet een gewone. Hij leek bijna menselijk, een grote behaarde man met een monsterlijke snuit.
De wolf viel opnieuw aan en Christiaan greep naar zijn mes, maar hij was te laat. Het beest stormde zo snel op hem af dat hij gegrepen werd. Zijn nek werd bijna opengereten.
'Nee! Nee!' Charlotte kon er niets aan doen. Het ontsnapte haar.
De wolf keek op en zag haar staan. Even leek er iets te veranderen in zijn ogen. Woest wierp hij de jongen door de lucht tegen een boom. Daar bleef Christiaan liggen terwijl het beest langzaam op Charlotte af liep. Hij stapte voorzichtig op twee benen vooruit, als een beestmens. Charlotte was bevroren van angst. Het monster verloor haar geen seconde uit het oog. Even stdonen ze oog in oog en toen zag ze iets in zijn ogen wat ze herkende.
Hij gromde, nu zachter, kalmer en zijn twee harige klauwen gingen naar zijn snuit alsof hij die wilde bedekken. Vol bewondering zette Charlotte een stap dichterbij, maar plotseling zoefde er een zilveren pijl door de lucht die de weerwolf in zijn harige rug raakte. Jankend stotte hij voorover op de grond. Christiaan was opgestaan en legde een nieuwe zilveren pijl op zijn boog. Hij floot door de lucht en boorde zich net onder de kop van het monster in zijn nek. De wolf sleepte zich over de grond.
Voor de jongen nogmaals kon schieten krabbelde hij overeind en rende er op vier poten vandoor. Christiaan gooide zijn kruisboog op de grond en wilde erachteraan gaan, maar het monster was te snel en verdween in het struikgewas.
'Daar gaat hij.' zuchtte Christiaan terwijl hij naar haar toe liep en zijn nek en armen rekte. 'Maar nu hij gewond is zullen we snel weten wie het is.' Hij zweeg verder terwijl hij zijn mes en pijlen opborg.
'Weet je zeker dat hij niet terugkomt?'
'Nee, kijk maar. In de verte wordt het licht. Het lijkt me beter als we richting huis lopen.'
Een lange tijd zwegen ze terwijl ze liepen, maar uiteindleijk kon Charlotte het niet laten om te vragen wie hij was.
'Mijn echte naam is Lorenzo. Ik ben een jager.'
'Maar geen gewone jager.' Fluisterde Charlotte.
'Nee, ik ben een weerwolfjager en ik ben ingehuurd omdat er steeds vee en mensen gedood worden in deze omgeving.'
'En jij hebt dat nu opgelost? Door het monster te doden?'
'Het monster is nog niet dood, maar dat hij gewond is maakt mijn werk makkelijker. Ik zal een grote beloning opstrijken als ik hem te pakken krijg.'
Charlotte dacht terug aan de blik in de ogen van het beest. Het leek alsof ze iets van herkenning had gezien.
'Bloed!' riep Lorenzo opeens en hij wees naar een spoor op de grond. 'Het moet van hem zijn.'
Ze volgde nhet spoor en tot Charlottes verbazing liep het recht naar hun huis. De haren op haar armen gingen rechtovereind staan toen ze een half naakte man op hun drempel zag liggen. Hij was gewond aan zijn rug en nek.
'Dat is hem.' zei Lorenzo.
'Nee, dat is mijn vader!' gilde Charlotte en ze rende op hem af.
Voorzichtig draaiden ze hem om en ze knielde bij hem neer. Toen de gewonde man zijn dochter zag liepen zijn ogen vol tranen.
'Het spijt me.' Zei hij. 'Ik wilde niet dat jij het wist, Charlotte. Ik heb vreselijke dingen gedaan maar ik kan er niks aan doen. Ik ben gaan drinken om het proces te verzwakken, maar het heeft niets geholpen, vergeef me.'
'Nee' zei Charlotte. 'je had het me moeten zeggen, we hadden je vast kunnen binden of iets anders kunnen doen!'
Tranen vulden nu ook haar ogen, van woede, maar ook van verdriet. Haar vader glimlachte zwak om de koppigheid van zijn dochter.
'Doe het' zei hij terwijl hij zich tot de jager wendde. 'ontvang je beloning en geef de helft aan mijn dochter, geef haar het leven dat ze verdient.'
Lorenzo richtte zijn kruisboog op de man en keek toen naar Charlotte. Tranen liepen over haar wangen en ze schudde haar hoofd alsof ze hem smeekte het niet te doen.
'Doe het!' riep haar vader weer.
De pijl flitste door de lucht en trof hem recht in zijn hart.
'Nee!' gilde Charlotte maan het was te laat. 'Natuurlijk vergeef ik het je!' snikte ze.
Op het gezicht van haar vader verscheen een glimlach en tevreden liet hij het leven. Hij had haar woorden nog gehoord.
Hey Pageotte leuk verhaaltje.
Waar zou ik mee beginnen. De tips of de tops? Weetje ik begin eerst met de tips.
Tips :
• Er staan een paar foutjes in, ik zou je verhaal voordat je het door stuurd nog een paar keer door lezen. Er staan niet zo heel veel foutjes in, maar een paar wat ik niet zo heel erg vind.
• Ik had gezegt om meer dan 500 woorden en minder dan 2000 woorden te schrijven, maar ik zie dat je bijna 3000 woorden hebt geschreven. Voor deze keer is dat niet erg, maar ik wil ook niet een heel boek om te lezen he.😂😂😉
Tops :
• Ik vond het echt een heel leuk verhaal. Het was spannend, leuk en je wou gewoon blijven voort lezen totdat het verhaal uit was.
• Bij het einde van jou verhaal vond ik het echt mega zielig ik moest bijna een traantje laten vallen.😂😂😅
• Ik vind het verhaal ook heel leuk, maar dat komt misschien ook omdat ik heel misschien weerwolf gek ben.🤪🤪🤪
Super goed gedaan!👍🏻
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top