Bij een gesprek gebruik je aanhalingstekens, en je moet er ook nog op letten dat het ergens over gaat. Eerst de aanhalingstekens. 

Aanhalingstekens - welke en hoe gebruik je ze?

Er is geen regel of je enkele of dubbele aanhalingstekens moet gebruiken. Ik gebruik zelf meestal de enkele, dus dat doe ik ook in deze voorbeelden.

Zo moet het dus niet:

Mam, waar blijft de thee? roep ik. Ik heb dorst!

Dit stukje is heel onprettig lezen, en als je echt een gesprek gaat schrijven ook nog heel verwarrend. Zo moet dit stukje wel:

'Mam, waar blijft de thee?' roep ik. 'Ik heb dorst!'

Al meteen veel duidelijker, toch?

Gaat het wel ergens over?

Het is niet zo dat elk gesprek diepzinnig en filosofisch moet zijn, maar gewoon een hoi-gesprek, zoals ik het noem, heeft geen nut. Vermijd dit soort stukjes dus.

'Hallo.'

'Hallo.'

'Hoe gaat het?'

'Wel prima hoor, met jou?'

'Ook wel goed.'

'Doei.'

'Doei.'

Je kan dit natuurlijk wel doen als er iets achterkomt, of als iemand moet vertellen waaróm het goed gaat. Bijvoorbeeld dat volgende week een verjaardag is.