Hoofdstuk 37 - Open onderzoek
Die ochtend werd Melody schreeuwend wakker. Haar ogen schoten wild heen en weer, op zoek naar een dreiging. Het was muisstil in de kleine kamer, er was geen spoor van een indringer. De deur zat dicht, de envelop lag onaangeraakt op het nachtkastje. Er waren geen kogels door het raam geschoten en er was geen wind die haar van haar plek rukte. Maar in haar ooghoek kon ze het gezicht van een vrouw zijn.
Het is niet echt, vertelde ze zichzelf. Er was hier niemand. Zeker geen vrouw in een donkere jas met lang haar en tengere vingers die de wind bespeelden. Het was een droom, een nachtmerrie. Hoe echt het ook voelde.
Melody's trillende vingers gleden naar haar telefoon. Het was nog maar zes uur. Te vroeg om op te staan, maar te laat om weer te slapen.
Ze zuchtte en schopte de dekens aan de kant. Ze was nu toch al wakker en haar hart bonsde in haar keel. Misschien moest ze maar gewoon uit bed komen. Ze voelde zich vast beter als ze niet meer in deze krappe ruimte zat.
Ze trok haar gekreukte uniform aan en borstelde de klitten gehaast uit haar haren, waarna ze haar spullen in haar tas stopte en de stille gang in liep. Het gebouw zag er nog spookachtiger uit dan normaal. In de verte klonken gedempte geluiden. Ze was niet de enige die al wakker was. Waarschijnlijk was het het personeel, vertelde ze zichzelf. Wie was er anders om dit tijdstip wakker? Zes uur 's ochtends was niet het moment om een moord te plegen, toch? Dat deed je 's nachts. Of waren ze zo wanhopig?
Nee. Melody versnelde haar pas en liep het trappenhuis in. Ze was een in de weg lopende muis, zeker geen prioriteit. Niemand was wanhopig om iemand die zich geen namen en gezichten kon herinneren het zwijgen op te leggen.
Ze klemde haar vingers om de koude railing van de trap. Ze speelden met haar, als een kat. Als ze haar echt nu dood wilden hebben, hadden ze het al gedaan. Maar waarom zouden ze zich haasten? Ze wisten niet dat het CCNG aan haar zaak werkten. Ze hadden geen idee dat een niverial hun brief kwam ophalen. Voor nu was ze veilig.
Ze stapte de trap af, terwijl ze het zinnetje in haar hoofd bleef herhalen. Ze was veilig. Ze was veilig. Ze moest veilig zijn.
Ze pakte het handvat van de kantine deur vast, toen stemmen haar tegen hielden. Als bevroren bleef ze staan. Het duurde een paar seconden voordat ze kon ontcijferen.
'Ik denk dat ze nog slaapt. Wil je dat ik haar voor je wakker maak,' vroeg de stem van Langeveld.
'Nee, ik heb geen haast,' antwoordde een stem die ze herkende als die van Jesper. 'Ik heb geen idee waarom ze me hier zo vroeg heen hebben gestuurd.'
Melody zette een stapje achteruit. Ze stonden aan de andere kant van de deur. Als ze hem nu opendeed, zou ze hen de schrik van hun leven bezorgen. Misschien was het beter om te wachten.
'Gelukkig is hier altijd iemand wakker.' De docent lachte zacht, maar toen veranderde de toon in zijn stem. 'Is er trouwens al meer over haar zaak bekend? Ik hoorde dat er nog een onderzoek liep over of ze echt onschuldig is.'
'Ik mag er niet veel over zeggen, want het is een open onderzoek, maar het ligt eraan of we aanwijzingen van opzet vinden. De controle over je gave verliezen is niet strafbaar.'
'Ik geloof voor geen seconde dat ze zo weinig controle heeft als ze beweert. In de les wist ze een student van mij precies te vertellen hoe ze haar gave moest beheersen.'
Er viel een korte stilte voor Jesper antwoordde. 'Zoals ik al zei, ik mag er niet over praten, maar op het moment dat je bewijs voor opzet hebt, wil ik je dringend adviseren om het naar mijn collega's te sturen. We zullen er grondig naar kijken.'
'Ik hoop het, dit kan toch niet.' Er klonken een paar voetstappen voor het handvat van de deur in beweging kwam.
Melody sprong geschrokken achteruit, maar het was al te laat. Ze stond oog in oog met de twee mannen.
Langeveld keek haar met wijd opengesperde ogen aan. Langzaam veranderde zijn geschrokken uitdrukking in een boze frons. 'En wie hebben we hier? Vind je het normaal om gesprekken af te luisteren Summers?'
'Ik...' Ze keek Jesper aan. De niverial had een geamuseerde grijns op zijn gezicht. Ik was jullie niet aan het afluisteren. Ik kon niet meer slapen.'
'Ach ja, het komt goed uit dat je al wakker bent,' zei Jesper terwijl hij zijn best deed om een serieuze uitdrukking te forceren. Hij was een vreselijke acteur. 'Ik heb nog wat dingen die ik met je moet bespreken. Heb je de brief met jouw versie van het verhaal voorbereid?'
'Ja meneer.'. Doelde hij op de envelop? Dat moest haast wel.
'Heel mooi.' Jesper keek haar docent aan. 'Is er een plek waar we privé kunnen praten?'
'Jullie kunnen wel in mijn kantoor gaan zitten. De trap op en tweede deur links. Mevrouw Summers weet het vast wel te vinden. Ze is de boel zo te zien goed aan het verkennen.'
'Bedankt,' Jesper keek haar hoofdschuddend aan en liep het trappenhuis in. 'Jij bent me er eentje,' zei hij zodra Langeveld buiten gehoorsafstand was.
'Het was per ongeluk,' zei ze, ze deed haar best om niet te lachen. Maar Jespers grijns maakte dat lastig. 'Ik liep naar beneden en toen stonden jullie daar.'
'Dus besloot je even mee te luisteren.' Hij klakte met zijn tong. 'Foei foei.'
Ze trok de deur van Langevelds kantoor open. De ruimte had alleen een bureau en twee stoelen. Er waren geen posters, geen kasten, niks. Hij bracht hier duidelijk niet veel tijd door.
Jesper draaide de deur op slot waarna ze aan de tafel gingen zitten. Langzaam gleed de lach van zijn gezicht. 'Ik moet zeggen, je ziet er een stuk beter uit dan de laatste keer dat ik je zag. Hoe gaat het nu met je?'
'Ik moet mijn draai nog een beetje vinden, maar het gaat wel goed. Ik moet er nog steeds aan wennen dat ik hier niet de hele tijd over mijn schouder hoef te kijken.'
'Dat kan ik me voorstellen.' Hij keek haar aan. 'Het spijt me dat ik niet doorhad wat er echt gaande was. Ik heb nog niet zoveel ervaring als anderen en had zoiets nog nooit meegemaakt. Ik dacht dat je een nieuwe techniek had gevonden om mijn gave te ontwijken.'
'Het is oké, ik was ook niet echt mezelf op dat moment. Ik heb geen flauw idee wat ik precies heb gedaan, maar mijn gave had me helemaal leeg geslurpt.'
'Waarschijnlijk heb je jezelf gered van wat ze nog meer met je herinneringen wilden doen.' Hij ritste zijn tas open en haalde er een paar handschoenen en een plastic zakje uit. 'Heb je de brief bij je?'
'Ja, dit is hem.' Ze pakte de envelop uit haar tas en schoof hem zijn richting uit.
Hij trok de handschoenen over zijn vingers en maakte de envelop open. Zijn ogen gleden over de tekst. 'Heeft iemand anders dan jou dit aangeraakt?'
'Ik weet niet wie de envelop allemaal heeft aangeraakt, maar de brief en kogel heb ik aan niemand laten zien.'
'Dat is mooi. Misschien kunnen we er sporen van halen.' Hij stopte het papier terug in de envelop en liep hem samen met de kogel in het plastic zakje glijden. Vervolgens verdween alles terug in zijn tas. 'Hoe is het nu met je geheugen? Zijn er al dingen die je je kunt herinneren?'
'Niet echt,' verzuchtte ze. 'Nou ja, de meeste dingen weet ik wel redelijk, maar de namen en gezichten blijven wazig. Ook de details van sommige dingen zijn verdwenen.'
'Ja, dat is waarschijnlijk het eerste wat ze gewist hebben.'
Ze knikte zacht. Ze haatte het. 'Soms heb ik het idee dat ik het bijna weet. Ik bedoel net zoals wanneer je een woord kwijt bent, wat je hoort te weten. Het is er, maar iets houdt het tegen.'
'Dat is heel frustrerend, maar niet abnormaal.' Hij pakte een een notitieboekje en legde het op de tafel. 'Ik weet hier niet zoveel van als de mensen van het CCNG, maar ik zal je proberen uit te leggen hoe het werkt.'
'Dat is niet erg, je weet tenminste meer dan mij.' Ze keek toe hoe hij een slordige cirkel schetste.
'Stel je voor, dit zijn je herinneringen. Iemand met de gave om herinneringen te wissen bouwt eigenlijk een muur.' Hij zette een hokje in de cirkel. 'Als het een dikke stenen muur is, dan kun je niet meer bij de herinneringen en vergeet je al snel dat er iets hoort te zitten. Maar in jouw geval is het slechts een gipswandje. Je hoort dat er iets achter zit, maar hebt iets nodig om de muur kapot te slaan.'
'Dat klinkt logisch,' zei ze. 'Dus mensen die herinneringen wissen, halen ze niet echt weg?'
'Nee, ze schermen ze alleen af. Ik ben er zeker van dat je wanneer je er klaar voor bent, dwars door de gipswand in je hoofd kunt breken.'
'Denk je?' Het voelde niet zo. Het leek meer alsof iemand een dik stalen hek in haar hoofd had geplaatst. Ze kon er doorheen kijken, maar het kapot breken lukte haar niet. Misschien
was ze niet sterk genoeg.
'Ja, maar de vraag is of je het moet willen. De herinneringen achter jouw muur zijn niet mooi. Ik denk niet dat iemand het je kwalijk neemt als je ze daar laat zitten.'
'Moeten jullie hun namen niet weten?'
'Jawel, maar er zijn andere manieren om erachter te komen. Wat wij willen is niet jouw probleem.'
Ze knikte en staarde naar zijn slordige tekening. Was het echt zo makkelijk? Kon ze de namen voor altijd vergeten? Zouden de dingen die ze met haar hadden gedaan voor altijd een wazige brei blijven? Iets van haar wilde het. Maar Melody kon het niet. Ze wilde de namen kennen van degenen die hiervoor verantwoordelijk waren. Ze zou hen in de ogen kijken en hen vertellen wat voor een monsters ze waren. Ze wenste het zo hard dat de muur in haar hoofd ervan kraakte. Flitsen zwart haar en de omtrekken van wazige gezichten schoten voor haar ogen langs. Ze was zo dichtbij. 'Nee, ik wil weten wat er gebeurt is.'
'Ik had niets anders van je verwacht.' Hij sloeg zijn notitieboekje dicht. 'Maar weet dat het niet hoeft. Probeer je rust te nemen, je hebt al lang genoeg gevochten.'
'Bedankt,' ze schonk hem een glimlach.
'Heb je nog iets waar we het over moeten hebben?'
'Ik weet het niet.' Ze beet op haar lip. Ze had gehoopt dat het voorbij zou zijn, dat het halve CCNG zou komen en ze niet meer bang hoefde te zijn. Maar Jesper kon dat vast niet voor haar doen.
'Ik snap dat je even tijd nodig hebt om het te verwerken. Het is niet niks.'
'Ik dacht dat het inmiddels wel makkelijk zou zijn.' Maar zo werkte het blijkbaar niet. Om een of andere reden deed deze brief meer met haar dan de meeste dingen die ze had gezien.
'Zo werkt het niet altijd. Als je als maar doorgaat dan lukt het vaak wel, maar nu had je tijd om tot rust te komen, alles te verwerken en dan gebeurt dit.'
'Misschien is dat het,' gaf ze toe.
Hij knikte zacht. 'Ik moet zo gaan, ik moet nog wat dingen voor een andere zaak met Cynthia bespreken.'
'Oké,' zei ze zacht. Ze kon niet ontkennen dat ze teleurgesteld was. Hij was de enige met wie ze hierover mocht praten. Maar hij had werk te doen. 'Bedankt dat je kon komen.'
'Het is mijn werk.' Hij gaf haar een knipoog. 'Niverials zijn niet alleen boemannen, hè?'
'Ik weet het, maar als je de verkeerden ontmoet is dat soms lastig om te onthouden.' Ze trok haar rugzak op haar rug. Ook al was er amper gewicht uitgegaan, hij voelde een stuk lichter. 'Tot de volgende keer.'
'Tot snel.' Hij draaide de deur van het slot en opende hem voor haar.
Ze stapte het kantoortje uit, toen een zachte stem haar tegenhield.
'Pardon.' Matt keek hen beiden aan. Hij schuifelde een klein stukje achteruit.
'Is er iets wat ik voor je kan doen?' Jesper kwam tot stilstand.
'Ik... eum...' De man wierp een nerveuze blik haar richting uit voor hij oogcontact met de niverial maakte. 'Wat is de reden dat u hier bent?'
'Wegens een onderzoek waarbij mevrouw Summers betrokken is, hoezo?'
Melody schuifelde ongemakkelijk een stapje opzij. Waarom kon hij haar niet met rust laten als hij zo bang voor haar was? Dit ging hem niks aan.
'Waarover hadden jullie het dan?'
'Dat is vertrouwelijk,' zei Jesper streng.
'Hoezo? Als een student schuldig is aan moord dan mogen wij toch weten wat er gaande is?'
'Het is niet mijn baan om het publiek in te lichten. Daar zijn andere mensen voor. Bovendien is het niet aan jou of mij om schuld en onschuld te bepalen.' Hij liep langs de man heen.
'Maar...'
'Hou je er buiten.' Jesper keek haar aan. 'Kom mevrouw Summers.'
Snel liep ze langs Matt heen en volgde hem naar het trappenhuis.
'Wat moet die vent van je,' vroeg hij zodra ze buiten gehoorsafstand waren.
'Ik heb geen idee.' Een zucht ontsnapte uit haar mond. 'Ik denk dat het komt omdat Lucas wat te hard zijn best heeft gedaan met de rapporten.'
Jesper lachte zacht. 'Laat het weten als hij te ver gaat. Dan laten we hem arresteren wegens het hinderen van een onderzoek.'
'Kan dat zomaar?'
'Niet helemaal, maar hem een uurtje in de handboeien zetten en ermee dreigen kan altijd.' Hij gaf haar een knipoog.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top