Hoofdstuk 27 - Wazige waarheid

De verhoorruimte was geen donkere kamer met een oude stoel in het midden en een te felle lamp. Er waren geen krakende trappen, motten en sigarettenrook. Toch voelde Melody zich nerveus toen ze de ruime kamer in liep en op een taupekleurige stoel aan een ronde tafel ging zitten. Naast hen was een groot raam, waardoor de nu donkere stad was te zien. Iets aan de plek gaf haar de kriebels.
Tristia ging naast haar zitten en pakte de waterkan die op tafel stond. 'Wil je ook water?'

Melody knikte, waarna de vrouw twee papieren bekertjes vol schonk.
'Heb je hoogtevrees?'
'Nee,' Melody lachte zacht. 'De laatste keer dat ik in een soortgelijke kamer was, liep niet goed af.'

'Bedoel je een vergaderruimte?'

'Onder andere.' Haar ogen dwaalden over de flatgebouwen.
Voordat Tristia verder kon vragen, kwamen twee mensen de ruimte in lopen. Een was een lange man met rood haar en een ruitjesblouse. Hij vormde een contrast met de veel kortere vrouw die naast hem liep. Ze droeg net als Tristia een blouse, maar die van haar was een saaie kleur wit. Ze had een blok papier in haar handen, dat ze op de tafel legde. 'Goedenavond.' Ze ging in een stoel tegenover hen zitten. 'Ik ben Christine.'
'En ik ben Raul.' Hij stak zijn hand niet uit.

'Melody,' stelde ze zichzelf voor. 'Summers,' fluisterde ze er achteraan.

Raul glimlachte. Zijn lach was scheef, net als die van Dominique, maar zijn gezicht was anders dus waarschijnlijk was hij geen lid van de familie Hauxwell. 'Voordat ik je dingen ga vragen, lijkt het me goed dat we elkaar eerst een beetje leren kennen. Kun je wat over jezelf vertellen?'
De manier waarop hij de vraag stelde deed haar direct aan de niverials denken. Hij vroeg het niet omdat hij om haar gaf, hij deed het om haar gerust te stellen. 'Er valt niet zoveel over mij te vertellen.'

'Dat is vast niet waar,' lachte Raul. 'Wat vond je leuk om te doen toen je nog op het niverium zat?'
'Ik ging meestal gewoon met mijn vrienden mee.' Was jezelf samen met Dominique in de problemen werken een hobby te noemen? Waarschijnlijk wel.

'Klopt het dat je vrienden met Dominique Hauxwell bent?'
Daar kwam het al. 'Ja, maar zij staat hier buiten.'

De man knikte en veranderde het onderwerp snel. 'En buiten het niverium. Ik hoorde dat je bij een vereniging zat aangesloten.'

Ze beet op haar lip. 'Je hoeft er niet om heen te draaien. Ik heb hem vermoord.'
Voor even leken Rauls wenkbrauwen omhoog te schieten, maar zijn gezichtsuitdrukking werd zo snel neutraal dat Melody niet zeker wist of ze het zich verbeeld had. 'Dat weten we, maar het is vast niet zomaar gebeurd. Ik wil begrijpen wat hoe je in deze situatie terecht bent gekomen.'
'Het is lastig om uit te leggen, maar jullie mogen wel gewoon in mijn hoofd kijken. Als ik het vertel zitten we hier twee uur en dan moet het alsnog.'
Raul lachte zacht. 'Je bent vaker verhoord, niet?'
Ze knikte.

Hij keek naast zich. 'Christine, dan mag je wat mij betreft je gang gaan.'

'Ik neem aan dat je dit ook al vaker hebt gedaan,' zei Christine. Haar stem was zacht. 'Maar ik ga je het toch uitleggen. ik heb de gave om herinneringen te bekijken. Ik kan je gedachten niet goed zien, dus daar hoef je je geen zorgen over te maken. Omdat herinneringen heel persoonlijk zijn, wil ik niet zomaar in je hoofd rondneuzen. Ik heb liever dat je zelf je verhaal doet, terwijl ik meekijk of wat je verteld klopt en je aanwijzingen geef over wat we willen zien. Durf je dat aan?'

'Ja dat is prima.' Melody legde haar hand op de koude tafel. Het was niet dat ze een keus had. Ze zouden het toch wel doen. Ze keek naar haar bevende vingers. Waarom was ze zo gespannen?

Christine pakte haar vingers vast. Een zachte kou gleed Melodys hoofd in. Het was veel minder scherp dan de ijspegels van Jesper.

'Waar wil je beginnen?' Christine keek haar aan.

'Ik weet het niet. Er is zoveel gebeurd?'

'Waarom begin je niet gewoon bij het begin.'

'Oké.' Melody kneep haar ogen dicht. Ze ging terug naar de man met het mes. De man die Ramon heette. Zijn gezicht kon ze zich niet meer herinneren en ook het gedaante van zijn vriend was wazig geworden, maar de geur van sigarettenrook hing nog altijd in de lucht. 'Het begon hier. Mijn vrienden waren in gevaar en ik en twee anderen waren dom genoeg om het zelf op te lossen.' Zo vertelde ze het verhaal van hoe ze Ramon had ontmoet, van Dominiques verjaardag en Louis. Ze vertelde over de meeloopdag en hoe ze de controle nooit verloren was, ondanks wat Louis tegen de niverials had gezegd. Christine onderbrak haar geen moment en ook Raul zei geen woord. Ze luisteren gewoon.

Zelfs toen Melody struikelde over haar woorden, op het moment dat ze vertelde over hoe ze Ramon opnieuw ontmoet had, over wat Louis van haar had gevraagd en hoe ze weigerde.

'Heb je een pauze nodig,' vroeg Christine toen. 'Ik merk dat het veel voor je is.'

'Nee, het is goed,' zei Melody zacht. 'Ik weet alleen niet of ik dit gedeelte zelf kan vertellen.'

'Moet ik het voor je doen?'

'Graag.'

'We lopen een klein gebouw in en een trap af. Er zijn twee mannen, maar hun gezichten kan ik niet echt uitmaken. Ik zie een krappe vieze kamer met drie stoelen.'

Melody knikte zacht. Ze klampte zich aan de stem van Christine vast toen ze in de stoel ging zitten en de vragen en dreigementen van Ramon en de andere man over zich heen liet komen. Tranen liepen over haar wangen. Ze focuste haar ogen op de mot die om de lamp cirkelde. Het was oké, ze was niet in die vreselijke ruimte. Het was slechts haar verleden.

Ze ging verder door haar herinneringen. Een derde persoon kwam de ruimte in. Het was een vrouw zonder naam. Haar gedaante was als een zwarte vlek om een scherpe achtergrond.
Wie ze was, wist Melody niet. Maar ze wist wel dat deze persoon haar pijn deed. Want dat was het enige wat ze zich nog van het moment kon herinneren. De scherpe pijn die door haar hele lichaam schokte terwijl de wereld vervaagde. Het gevoel alsof ze aan het vallen was.
Misschien was ze dat wel. Want ze had geen grip op de herinneringen die volgden. Colettes woorden klonken ver weg en de letters van Louis brief schommelden voor haar ogen. 'Ik wilde het niet doen,' fluisterde Melody naar Christine. 'Ik wilde geen monster zijn. Dus ik schreef de niverials een brief.'

'En toen kwam er weer iemand om je op te halen. Is dit dezelfde man?'

'Ik weet het niet. Alles is zo wazig.' Melody zag het autoraam en de weg. Ze voelde de bosgrond opnieuw onder haar voeten. Dit was de dag waarop ze dacht dat ze een moordenaar zou worden. Ze werd het ook, maar niet op die manier. Want toen de niverials door het bos renden en de man haar terug in de auto dwong, leefde Colette nog. En ook toen ze voor Louis huis stonden, hun kleren ruikend naar vuur, was ze niet dood.

'Dit is waarom hij dood is,' fluisterde toen Louis het geweer naar zichzelf liet toe zweven. 'Het was hij of ik. En als ik hem liet leven zou hij een manier vinden om me te doden.'

'Hoe ging het toen verder?'

'Ik vluchtte. Ik dacht dat ik veilig zou zijn als ik maar ver genoeg weg was. En heel lang ging het goed. Ik bouwde een leven op en een anti-begaafden vereniging regelde dat ik weer naar school kon. Alleen brokkelde alles snel uit elkaar.
De niverials ontdekten waar ik was en via hen ook de mensen die Louis hielpen. Ze brachten me een brief. Die man van de anti-begaafden vereniging wilde me helpen, maar zijn oud collega bleek Colette te zijn en toen...' Melody haalde diep adem. 'Toen was ik opnieuw alleen en heb ik zelf met hen gevochten.'

Christine liet haar bevende hand los. De vrouw keek haar aan en knikte langzaam. 'Melody, heb je vaker moeite met het herinneren van namen en gezichten?'
'Niet echt.' Misschien was het zo wazig, omdat ze deze mensen niet wilde onthouden.

'Zijn er voor mij andere mensen in je hoofd geweest als de niverials?'
'Nee.' Waar doelde de vrouw op? Dacht ze echt dat ...
Nee, probeerde Melody haarzelf te overtuigen. Maar diep van binnen wist ze dat Christine gelijk had.

'Zou het kunnen dat iemand bepaalde mensen uit je hoofd heeft gewist?'

Melody keek de vrouw aan. Nee, dat hadden ze niet gedaan, toch? Nee, dat mochten ze niet doen. Wat was ze nog meer vergeten? Wat als haar vrienden haar vrienden niet waren? Hoeveel meer had ze meegemaakt, voordat het uit haar hoofd was gehaald?
'Dus dat is wat ze hebben gedaan,' zei ze zacht. Er zat een brok in haar keel.

'Ik denk het wel, maar ze hebben het niet erg goed gedaan. Iemand moet hen onderbroken hebben.'

Dat was de nachtmerrie, besefte Melody. De vreemde stemmen. Het bezoek dat ze niet hoorde te hebben. Het was geen droom. 'Ik heb ze onderbroken.' Ze had hen weggejaagd met haar schaduwen. Had ze hen pijn gedaan? 'Sorry, ik weet dat ik mijn gave niet op mensen mag gebruiken.'

'Je hebt niks om je excuses voor aan te bieden,' zei Christine. 'Je hebt je alleen maar verdedigd. Bovendien had je duidelijk geen controle over wat je deed.'

'Maar...' Ze hoorde hier niet mee weg te komen. Ze hoorden nu boos op haar te zijn. Ze was een monster.

'Jezelf verdedigen is niet strafbaar,' beloofde de vrouw. 'Jij hoeft je geen zorgen meer te maken. Je bent hier veilig.'

Opnieuw dat woord. Veilig. Ze geloofde het nog steeds niet helemaal. Hoe kon ze veilig zijn als ze haar eigen herinneringen voor de gek hielden? Als de niverials haar nog steeds terug probeerden te krijgen. Hoe kon het goed komen?

Haar ogen gingen van Christine naar Raul, maar ook die knikte instemmend 'We gaan je helpen.'

'Hoe?'

'Wij gaan zorgen dat jij naar een veilige plek kunt,' zei Christine.
En we gaan tot op de bodem uitzoeken wie dit je dit heeft aangedaan,' vulde Raul haar aan. 'Want dit is niet jouw fout.' 

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top