Hoofdstuk 21 - Café de Brent
De zonsopgang was een van de mooiste dingen die Melody ooit gezien had. Gouden licht strijkte neer over het mistige landschap. In de verte was een weg waarover auto's heen en weer reden. Zou een van hen het industrieterrein oprijden en Ricky vinden? Nee, de vrouw had zichzelf inmiddels vast wel bij elkaar geraapt. Waarschijnlijk keek ze nu vanuit haar huis naar de eigen zon, terwijl ze zich afvroeg hoe dit zo mis had kunnen gaan.
Een vraag die Melody zichzelf niet meer stelde. Ze vanaf haar plek in het gras bij een kleine vijver toe hoe de wereld weer tot leven kwam. Er stond een grote glimlach op haar gezicht. Zelfs al bloesemden blauwe plekken langs haar armen omhoog en protesteerde elke spier in haar lichaam. Ze leefde en dat was alles wat ertoe deed. Dominique en Lucile zouden niet te vergeefs op haar wachten. Straks was er een plan, een oplossing en misschien zelfs een toekomst. Maar voor nu was er alleen zon die de schaduwen van de nacht wegjoeg.
Uren lang bleef ze aan het water zitten. Steeds opnieuw werden haar ogen getrokken door een nieuw detail. De regenboog in de vleugels van een libelle, een watervogel die zich verschool tussen het riet, de zwaluwen die over het water scheerden om te drinken. Pas toen de zon hoger aan de hemel stond en het verkeer rustiger was, liep ze richting het centrum. De klok van een tankstation vertelde haar dat het tien voor tien was. Hopelijk zou ze op tijd komen. Ze had geen idee hoever het lopen was tot het café.
Melody grinnikte zacht. Ze kon Dominique's geïrriteerde stem nu al horen vragen hoe ze het voor elkaar kreeg om te laat te komen, terwijl ze niks anders te doen had.
Gelukkig was de wandeling naar het steegje waarin het café verscholen lag kort. Café de Brent, stond er op de ramen. Achter het glas waren kleine tafeltjes te zien, de meesten waren gevuld door gasten. Verrassend voor het tijdstip. Een serveerder liep met een wiebelend dienblad tussen de tafeltjes door. Hij had duidelijk moeite met de vele borden die erop lagen.
Ze duwde de deur open en stapte naar binnen. De warmte kwam haar samen met de geur van koffie tegemoet. Haar ogen dwaalden door de ruimte. Een aantal van de gasten keken haar richting uit. Ze kon hun ogen voelden branden. Herkenden ze haar? Of staarden ze naar de blauwe plekken? Haastig liep ze tussen de tafeltjes door, tot ze aan een tafeltje achterin een meisje met spierwit haar zag zitten. Melody herkende haar dromige ogen als geen ander. 'Lucile!'
Haar vriendin keek op. Voor een moment staarde ze haar aan voor een glimlach op haar gezicht doorbrak. Ze sprong overeind en rende haar richting uit. 'Wat heb jij gedaan? Ik herken je amper.'
'Teveel,' zei Melody terwijl ze haar vriendin in de armen viel. Haar pijnlijke huid protesteerde bij de aanraking, maar dat maakte haar niks uit. 'Is Dominique er ook?'
'Nee, ze mag het terrein een week niet verlaten.'
'Wat heeft ze nu weer uitgespookt?' Ze voelde zich teleurgesteld, maar het verbaasde haar het niks. Als iemand dat voor elkaar krijg was het Dominique.
Lucile grinnikte. 'Zeggen vampiertanden je iets?'
'Alweer?' Melody schoot in de lach.
Haar vriendin knikte grijnzend. 'Kom laten we gaan zitten, dan vertel ik je alles.'
'Dat klinkt als een plan.' Melody volgde haar naar het tafeltje en ging zitten. Nadat ze ontbijt besteld hadden, vertelde Lucile het verhaal.
'Dominique en Vincent hadden corvee gekregen en om er onderuit te komen gingen ze mee met de voorlichting. Dominique kon het natuurlijk niet laten om haar gave te gebruiken om zichzelf vampier tanden te geven. Helaas voor haar was Lucas erbij en hij wist dat het niet haar echte tanden waren. Dus toen had ze een probleem.'
Melody lachte 'Dat is zo typisch Dominique. Hoe gaat het trouwens met haar? We hebben kort gesproken, maar ik zag dat wat er is gebeurd veel met haar heeft gedaan.'
'Het was niet makkelijk voor haar, maar het gaat een stuk beter met haar nu ze weet dat jij er nog bent.' Even werd Lucile stil. 'Ik wist niet dat jullie hem echt zouden vermo-'
'Nee,' kapte Melody haar snel af. Dit café was te druk om dat soort details te bespreken. 'Niemand wist het. Ik zelf niet eens.'
'Ik dacht dat jullie het gepland hadden.'
Melody schudde haar hoofd. 'Hij was een vreselijke man, maar hij blijft haar vader. Dominique zou hem nooit iets aandoen.' Haar ogen schoten de ruimte rond. Niemand keek hun richting uit, maar toch voelde ze zich ongemakkelijk. Wat als de verkeerde hen hoorde? 'Laten we dit bespreken als we buiten zijn. Er zijn hier te veel mensen.'
Lucile knikte 'Sorry je hebt gelijk.'
'Het is niet erg. Ik moet er ook nog steeds aan wennen dat bepaalde dingen nu stil moeten blijven.' Melody schudde haar hoofd zacht heen en weer. Hoe kon het dat zij uit alle mensen in deze puinhoop terecht was gekomen?
'Jullie eten is klaar,' klonk een stem van naast hen. De serveerder tilde twee borden van zijn dienblad dat gevaarlijk scheef kantelde.
Snel pakte Melody de zijkant vast. 'Voorzichtig.'
De man veerde naar achter. 'Sorry, ik ben nieuw.'
Ze glimlachte. 'Is niet erg.'
Hij zette het dienblad op de tafel waarna hij twee glazen naast hun borden zette. 'Eet smakelijk.'
'Bedankt,' Melody keek toe hoe hij wegliep voor ze Lucile aankeek.
'Dat is de slechtste serveerder die ik ooit gezien heb,' giegelde haar vriendin.
'Hij leert het wel,' ze nam een grote slok van haar sinaasappelsap. 'Hoe is het met de anderen?'
'Ze redden zich wel. Dianne en Evan zijn nu een koppel en Vincent is minder irritant geworden.' Lucile zuchtte.
'Maar?'
'Het is wel stil zonder jou,' bekende Lucile. 'Dianne is de hele dag druk en met de anderen heb ik niet dezelfde connectie. Ze zijn heel aardig, maar zo anders dan ik. Ik zou willen dat je gewoon terug kon komen.'
'Ik ook,' zei Melody. 'Geloof me, ik wil niets liever dan de tijd terugdraaien en alles weer normaal maken. Alleen gaat dat niet.'
Lucile knikte zacht. 'Ik weet dat het vergezocht is, maar kun je jezelf niet aangeven? Je bent nog minderjarig en als er geen plan was krijg je vast niet veel straf,' fluisterde ze.
'Het gaat me niet om de straf.' Was het maar zo simpel.
'Wat is er dan?'
'Het is ingewikkeld,' Melody keek kort de ruimte rond. Niemand lette op hen. 'Maar de niverials zullen me niet eerlijk behandelen.' Misschien nog wel erger dan dat. Als Steven gelijk had, was ze dood voor ze de verhoorkamer bereikte. De niverials stonden niet aan haar kant.
Lucile werd stil. Ze beet zacht op haar lip voor ze langzaam knikte. 'Het spijt me.'
'Het is niet erg, ik wist het ook niet. Ik had geen flauw idee hoe de wereld werkte voor ik Louis ontmoette. Ik was zo vreselijk naïef.'
'Jij kon niet weten wat er zou gebeuren.'
'Dat weet ik,' verzuchtte Melody. 'Ik zou het mezelf niet kwalijk moeten nemen, maar dat is lastig. Als je niks hebt is het zo verleidelijk om je vast te klampen aan wat er had kunnen zijn.' Als ze nooit de controle verloren had, dan had ze nooit met de niverials getraind en dan ... dan had Louis haar gave niet gezien. Dan was de meeloopdag er nooit geweest en dan zat ze nu nog... Maar was ze echt degene die dat eerste dominosteentje had omgegooid? Of was dat voor haar gedaan? Had ze het echt kunnen voorkomen?
'Wat ga je nu doen? Je kunt niet voor altijd blijven rennen.'
'Ik weet het niet.' Ze had niet verwacht dat ze nu nog zou leven. 'Ik denk dat ik naar het buitenland ga en daar iets probeer op te bouwen. Zolang ik hier ben zijn jullie ook in gevaar.'
'Hoe bedoel je?' Lucile keek haar verrast aan. 'Je kunt toch niet zomaar weg gaan? We kunnen je helpen.'
'Ik denk niet dat je dat kan. Ik wil niet dat je gearresteerd wordt omdat je mij helpt.' Of vermoord. Nee, dat kon ze niet laten gebeuren.
'Ik wil je niet kwijt raken, maar als het moet...' Er glinsterde vocht in Luciles ooghoeken. Als Dominique hier was geweest had ze geprotesteerd. Maar haar beste vriendin accepteerde haar antwoord. 'Denk je dat het je gaat lukken? Wat als iemand je probeert te stoppen. Ga je dan vechten?'
'Dat ligt eraan wie.' Melody keek naar haar gehavende handen. 'Ik denk het wel, maar ik zal ze niet... je weet wel.'
Haar vriendin knikte zacht en nam een grote slok van haar drinken. De lach was nu wel van haar gezicht verdwenen. 'Ik ga,' ze slikte, '... even naar het toilet.'
'Oké,' zei Melody. Ze keek toe hoe Lucile overeind kwam en tussen de tafeltjes door liep naar een deur achterin de ruimte. Haar vriendin zag eruit alsof ze elk moment in tranen uit kon barsten. Misschien was het verkeerd om hier af te spreken. Naïef om te geloven dat haar vriendinnen een oplossing hadden.
Melody zuchtte. Ze moest het onderwerp maar snel veranderen. Het was beter om te doen alsof er niemand vermoord was. Alsof er niks tussen hen veranderd was.
Melodys gedachtenstroom werd onderbroken door het geluid van vallende kopjes. Geschrokken keek ze op naar de serveerder die zijn dienblad had laten kantelen. Alle glazen lagen gebroken op de mat bij de deur. Oranje sap liep over de tegels. Maar in plaats van het op te ruimen bewoog zijn hand naar de deur. Hij stak een sleutel in het sleutelgat.
Wat was hij aan het doen? Verward staarde ze hem aan.
Het volgende moment kwam het café tot leven. Mensen stonden op van hun tafeltjes en kranten werden neergelegd. Strakke gezichten draaiden haar kant op.
Melody schoot overeind. Een vreemd soort duizeligheid overviel haar. Dit waren geen gewone gasten. Het verhaal over Dominique's afwezigheid was een leugen geweest. Lucile was hier niet gekomen om haar te helpen. Ze had haar verraden.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top