Hoofdstuk 56 - Een dieper soort duisternis
Ricky's woorden bleven in de naar sigaretten stinkende lucht hangen. De vrouw trok haar handschoenen uit en legde ze over de leuning van Juan's stoel. Haar handpalmen waren met eelt bedekt. Ze leek vastbesloten om daad bij woord te voegen.
Melody voelde haar lichaam trillen. Was dit het punt waar ze opgaf? Was dit waar ze Steven haar hoofd in liet en haar afschuwelijke lot accepteerde?
Ricky's bruine ogen toonden geen medelijden. 'Laat maar eens zien hoe dodelijk je gave is.'
Melody hield haar kaken op elkaar geklemd. Kon Ricky haar gave net als Noah kopiëren? Dit was vast een valstrik.
'Laat het zien.' De vrouw zette een stap achteruit en gebaarde met haar hand. Een zachte windvlaag bewoog door de ruimte. De mot die cirkeltjes rond de lamp vloog werd tegen de muur geblazen.
'Nee,' zei ze zacht.
Ricky bewoog haar handen naar voren. Direct werd de wind sterker. Een krachtige muur van lucht blies door de ruimte. De stoel waar Melody op zat viel onder haar vandaan. Een kort moment hing ze in de lucht, voor ze tegen de harde muur aan klapte. Pijn schoot door haar lichaam. De ruimte om haar heen was wazig. Sta op, dwong ze zichzelf. Ze plaatste haar bevende handen op de vieze vloer en duwde zichzelf overeind..
Schaduwen wikkelden zich rond haar huid zonder dat ze er het commando voor gaf. Vermoord ze, zei de stem in haar hoofd.
Steven zette een paar stappen achteruit. Zijn ogen schoten onrustig door de ruimte.
'Was dat zo moeilijk?' Ricky keek haar met een schuin hoofd aan. 'Wat kun je er mee?'
Melody dwong de schaduwen om een bal in haar handen te vormen. Het koste haar meer moeite dan normaal om de duisternis in bedwang te houden. De klamme lucht maakte het lastig om te ademen.
'Is dat alles?' Ricky bewoog haar hand zijwaarts. Een windvlaag blies de rookbal uit Melody's vingers. Donkere slierten losten op in de lucht. 'Denk maar niet dat je hier de sterkste bent.'
De vrouw gebaarde haar hand omhoog. Melody voelde hoe haar voeten los kwamen van de grond. In een ooghoek zag ze iets zilverkleurigs haar zak uit vallen en tussen het vuil op de grond landen. Ze greep naar de muur in een poging om grip te krijgen. Haar nagels krasten over de steen tot ze niks meer had om zich aan vast te houden. De schaduwen sloegen onrustig om zich heen, maar ze vonden geen prooi.
'Kijk eens hoe makkelijk je ontwapend bent.' Ricky lachte zacht. 'Ik zou je kunnen laten vallen tot al je botten gebroken zijn. Wat gaan die schaduwen van je dan doen? Denk je echt dat je het van mij gaat winnen?'
Melody klemde haar kaken op elkaar. Ze trok haar schaduwen terug haar huid in.
'Antwoord me!'
'Nee.' Zodra het woord uit haar mond ontsnapte verloor de wind zijn kracht. Een misselijk gevoel schoot door haar maag toen ze naar beneden stortte. Met een harde plof bellande ze op de harde grond. Een scherpe pijn schoot door haar rug. Het liefst wilde Melody haar ogen dichtknijpen en niet meer opstaan. Ze wist dat ze dit niet ging winnen. Waarom probeerde ze nog? Het was nog lang niet ochtend en de brandende pijn pulseerde nu al door haar hele lichaam.
Het gedaante van Ricky torende boven haar uit. 'Sta op.'
Ze wilde het niet, maar ze moest. Het koste haar al haar wilskracht op overeind te krabbelen. Ze zag de rode veeg die op haar jas zat. Het moest bloed zijn. Hoelang zou dit nog doorgaan? Hoeveel uren was het nog tot de ochtend kwam?
'Op het Niverium vinden ze je misschien heel wat, maar in mijn wereld ben jij niet meer dan een mot. Als je ons tegenwerkt, heb ik er geen probleem mee om je te vermorzelen.' Ricky liet haar handen zakken. 'Dus wat wo-'
Ze werd onderbroken door Juan de de kamer in rende. 'Is die zwarte auto van jou?'
De vrouw keek om. 'Nee.'
Hij riep een luid scheldwoord. 'Dan moeten we hier weg. Er staat al vijf minuten een zwarte auto aan het eind van de straat.'
Ook Steven riep een serie grove woorden. 'Je gaat me niet vertellen dat het die vervloekte niverials zijn.'
De enige die niet in paniek leek was de vrouw. Ze greep Melody bij haar bovenarm. 'Meekomen.'
Melody liet zich mee de trap op sleuren. Hopelijk waren het inderdaad die vervloekte niverials. Kwamen ze haar redden? Struikelend haastte zich de treden op. De vrouw rukte haar de deur uit. Buiten was het akelig stil. Waar de zwarte auto was, wist Melody niet. Als hij hier was, ging hij op in de nacht. Als er al niverials waren, zouden ze haar dan wel zien? Of was de duisternis te diep?
Ricky trok de achterdeur van het busje open en duwde haar de laadruimte in. Ze schreeuwde iets onverstaanbaars naar de mannen voor ze de deur dicht smeet. Nog geen tien seconden later voelde Melody het voertuig in beweging komen. Ze greep zich aan het handvat vast en drukte zich tegen de muur. Alsjeblieft, zie ons, wenste ze naar de eigenaar van de zwarte auto. Help me. Maar hoe hard ze ook wenste, er gebeurde niks. Er klonken geen sirenes, geen stemmen. Alleen het geluid van het busje dat de parkeerplaats afreed en de verre stemmen van de anderen. Niemand eindigde de marteling waar deze nacht in was veranderd.
Hoe laat het was toen Steven haar uit de auto haalde wist ze niet, maar de vrouw was weg en ook zijn vriend was nergens meer te zien. Ze stonden op de oprit van de kleine bungalo. De schaduwen kolkten tegen de binnenkant van Melody's huid, maar ze durfde ze niet vrij te laten.
Steven bleef op twee meter afstand van haar staan, zijn ogen stonden vermoeid en zijn lach was verdwenen. 'We maken dit later af.'
Was het voorbij? Zou hij haar met rust laten of was dit een spelletje? Ze staarde hem in stilte aan.
'Ga naar binnen, ik heb hier geen tijd voor,' gromde de man. Hij draaide zich om naar het bestelbusje. Het grint knerpte onder zijn schoenen.
Dat liet ze zich geen twee keer zeggen. Zo snel als ze kon, opende ze haar deur en rende naar binnen. Ze draaide hem direct op slot. Haar ademhaling trilde zacht. Was ze veilig? Nee, wat als ze via de ramen naar binnen kwamen? Dit kon niet voorbij zijn. Ze moesten nog iets anders in petto hebben. Ze rende door de woning en trok alle gordijnen dicht. Haar bebloede handen lieten rode vegen in de stof achter, maar ze was te moe om er iets om te geven.
Melody eindigde in de raamloze trainingsruimte. Ze deed het licht uit en liet zich naar de grond zakken. Hier zouden ze haar niet zien. Hier was ze veilig. Een geluidloze schreeuw ontsnapte uit haar mond, terwijl de schaduwen de ruimte om haar heen vulden. Ze maakten hem nog donkerder dan hij al geweest was. En in die duisternis durfde ze zich eindelijk veilig te voelen, zolang het donker was zou niemand haar zien. Als ze haar schaduwen had konden ze haar niet aanraken, haar niet vermoorden.
Tranen stroomden over haar wangen. Hoe kon er van haar verwacht worden dat ze sterk genoeg was om dit aan te kunnen? Waarom had ze deze vervloekte gave gekregen? Misschien moest ze Steven maar in haar hoofd toe laten. Als ze haar een monster wilden maken, kon ze beter vergeten wat ze ooit was geweest. Dan was het minder pijnlijk.
Nee, dat is toch niet wie je bent? Lucile zou het haar nooit vergeven als ze zo makkelijk opgaf. Sta op, dwong ze zichzelf toen ze te moe was om nog meer schaduwen de wereld in te sturen en geen tranen meer had om te huilen. Met trillende handen duwde ze zichzelf overeind. Ze moest voor zichzelf zorgen. Haar lichaam had energie nodig. Als ze dit wilde overleven kon ze niet op de vloer van een donkere kamer blijven zitten.
Ze liep naar de keuken en trok een paar kastjes open tot ze een doos energierepen zag staan. Met trillende handen pakte ze er een en friemelde met het plastic tot ze hem open had gemaakt. Ze bracht de reep naar haar droge lippen en nam een hap. De veel te zoete smaak brandde in haar mond.
'Goed zo,' fluisterde tegen zichzelf nadat ze de reep op had gegeten. Ze moest haar vrienden waarschuwen over Stevens plan en gaan slapen. In deze staat kon ze geen plan maken.
Ze pakte haar mobiel en keek naar het oplichtende scherm, het was een minuut na een 's nachts. Normaal lag ze rond deze tijd al lang in bed, maar nu wist ze niet of ze haar ogen dicht kon doen. Hoe moe ze ook was, de gedachten dat Steven elk moment terug kon komen maakte haar bang. Maar ze kon niet wachten tot hij dat deed. Als ze zo uitgeput was als hij kwam, maakte ze geen schijn van kans.
Ze stuurde Lucile een berichtje voor ze zichzelf naar de slaapkamer sleepte. Het bed rook vreemd en de dekens kriebelen. Dit was niet haar huis en het zou het ook nooit zijn, maar voor nu moest ze doen alsof.
Melody
Luc, kun je me morgenochtend bellen. Het is belangrijk.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top