Hoofdstuk 54 - Welkom mevrouw Summers

Het was muisstil in de blauwe Mercedes die over de landweg reed. Niemand zei wat en er was geen muziek om de stilte dragelijker te maken. Melody keek uit het raam. Ze probeerde de straten te onthouden, zodat ze haar weg terug kon kon vinden. Maar diep van binnen wist ze dat het geen zin had. Als dit een ontvoering was geweest, hadden ze haar telefoon wel afgepakt. Deze mannen hadden geen boeien of touwen nodig om haar gevangen te houden. Het was schaakmat en Melody had geen idee hoe ze zichzelf nu nog uit de problemen kreeg.

Ramon grijnsde nog steeds. Ze haatte het hoe hij hier van genoot. Hij had precies gekregen wat hij wilde.'

'W-wat willen jullie van me?' vroeg ze zacht. Haar stem beefde.

'Ik wil je net zoveel pijn doen als je mij hebt gedaan,' siste hij. 'Maar helaas heb ik het niet voor het zeggen.'

Een rilling kroop over haar ruggengraat. Ze twijfelde er niet aan dat hij het meende.

'We rijden naar Louis, hij besluit wat hij met je wil,' zei Oscar kalm. 'Als ik je advies mag geven: weiger hem niet nogmaals. Je zou niet de eerste zijn die het met haar leven bekoopt.'

Ze knikte zacht. Zouden de niverials nu aan de koffie zitten en denken dat ze haar hadden gered? Wat zouden ze zeggen als ze haar levenloze lichaam vonden? Maakte het hen iets uit of zouden ze opgelucht zijn? Blij dat haar schaduwen niet langer voor problemen konden zorgen.
Haar lichaam trilde, maar Melody probeerde te doen alsof wat er gebeurde haar net zo weinig uitmaakte als Jesper. Ze hield haar lippen op elkaar gedrukt en vocht tegen haar tranen. Ze wilde niet dood. Ze kon dit niet laten gebeuren.

Maar het gebeurde wel. Oscar reed een tussen hulst struiken verscholen oprit op. Hij parkeerde voor een oud gietijzeren hek en haalde de deuren van het slot.
'Stap uit,' commandeerde Ramon haar.

Melody klikte haar gordel los en opende het portier. Het grind kraakte zacht zodra haar schoenen de grond raakten. Koude wind streelde langs haar huid. Aan de andere kant van het hekwerk was een kleine bungalow te zien. Hij was omringt door bomen en struiken. Ver achter het gebouwtje was de vage vorm van een' villa te zien.

Louis kwam uit de bungalow en liep naar het hek. Hij had een scheve lach op zijn gezicht. Ze moesten aan de andere kant van zijn terrein zijn. 'Welkom mevrouw Summers. Het spijt me dat het op deze manier moest.'

Melody beet op haar lip. Was hij dit al die tijd van plan geweest? Was dit de reden dat hij haar in de eerste plaats had uitgenodigd? Wat was het punt waarop dit in een groot complot was verandert?
Louis negeerde haar stilte en keek Ramon aan. 'Bedankt Steven, jullie kunnen gaan. Ik neem het van hier over.'

'Heb je geen bescherming nodig?' vroeg de man, hij keek haar schuin aan. Hij klonk teleurgesteld.

'Nee, ik denk niet dat Melody zoiets onverstandigs zou doen. Daar is ze slim genoeg voor, toch?' Louis plaatste zijn grote hand op haar schouder. Zijn vingers waren klam.

'Ja meneer.' Ze beet op de binnenkant van haar wang. Ze wilde het wel. Ze wilde hen zoveel pijn doen dat hun stemmen door het bos zouden echoën. Alleen dan werd dit nog erger.

'Kom, dan laat ik je je nieuwe verblijfplaats zien. We hebben hard ons best gedaan om het geschikt te maken.' Hij liep naar de donkerblauwe voordeur en opende hem. Een misselijkmakende jasmijn geur kwam hen tegemoet. Op het witte kastje in de gang stonden de geurstokjes waar het afkomstig van moest zijn. Er waren geen andere decoraties. Geen foto's, geen schilderijen. Niks. Zelfs de muren van een hotel waren meer gedecoreerd.

Louis liep door de gang de kleine woonkamer in. Er stonden een kasten, een televisie en een tafel waar een nieuw uitziende laptop op lag. De open keuken die aan de ruimte grensde zag er ongebruikt uit. 'Wat vind je er van?'

'Het is mooi,' zei ze zacht. Hij moest van plan zijn om haar in leven te laten. Anders zou hij hiervoor niet de moeite nemen. Het was amper een opluchting, want Melody wist dat aan dit alles een maar zat. Louis liet haar niet in zijn achtertuin laten wonen zonder dat er een maar voor was.
Louis glimlachte tevreden. 'Ik ben blij om dat te horen. De kasten zijn gevuld dus ik denk dat je de komenden dagen wel vooruit kunt. Maar als je iets nodig hebt, laat het me weten. Wij zorgen goed voor onze gasten.' Hij liep verder door de kleine woning, naar de slaapkamer, badkamer en tot slot een donkere lege ruimte. De muren waren bedekt met een laag donker materiaal en de lamp was bedekt met een metalen kapje. 'Dit is je trainingsruimte. Ik heb helaas geen simulator voor je kunnen regelen, maar ik heb zo het idee dat je genoeg praktijkervaring zult opdoen,' legde hij uit. Zijn lag maakte haar misselijk.

Het lukte Melody niet om te antwoorden, maar daar liet hij zich niet door van de wijs brengen.
Onverstoorbaar liep Louis terug naar de woonkamer. Hij trok een stoel bij de tafel vandaan en ging zitten. 'Uiteraard verwacht ik dat je als tegendienst voor mijn gastvrijheid me met een klaar klusjes helpt.'

Ze ging op de stoel tegenover hem zitten. 'Ik ga niemand pijn doen.'

'Dat zullen we nog wel zien.' Hij glimlachte, maar het was niet vriendelijk bedoeld. 'Ik verwacht van je dat je wanneer nodig je gave gebruikt. Ik zal je voorlopig met medewerkers van me mee laten gaan, maar zodra je meerderjarig bent zul je het zelf moeten doen. Ik zal je elke week laten weten wat je moet doen. Meestal zal het om beveiligingstaken gaan, maar ik heb ook een paar andere taken. Werkt dat voor jou?'

'Ik wil dit niet,' zei ze zacht. 'Ik durf niemand pijn te doen.'

Louis' gezicht verstrakte. 'Daar denkt Steven wel wat anders over. Of ken jij hem als Ramon?'

'I-i-k.' Meer woorden kreeg ze niet uit haar mond. Het voelde alsof iets haar keel blokkeerde. Weigeren was geen optie. Hij had niet al deze moeite gedaan om haar nee te laten zeggen en haar terug te sturen naar het Niverium.

'Aangezien je zo koppig bent, mag je hem vanavond zelf uitleggen waarom je niet meewerkt. Ik denk dat hij je nog wel het een en ander kan leren over je plaats kennen.' Louis kwam overeind en liep naar de deur. Zijn stoel bleef scheef in de kamer staan.

'Dat is niet nodig,' piepte ze.

'Mevrouw Summers,' hij draaide zich naar haar om. 'Dat is duidelijk wel nodig. Ik kan geen medewerker hebben waarvan ik niet zeker weet dat ze alles doen wat ik zeg. Zie dit maar als je laatste kans om jezelf te bewijzen.'

Hij liep de gang in. Even later klonk het geluid van de voordeur die dichtsloeg. Verdoofd staarde Melody voor zich uit. Was er nog iets wat ze kon doen? Iemand die ze om hulp kon vragen? Op de niverials hoefde ze niet meer te rekenen, maar wie had ze dan nog over? Haar ouders? Die hadden haar niet eens geloofd toen ze zei dat ze gepest werd. Waarom zouden ze het nu wel doen? Bovendien wat moesten zij doen tegen een wereld vol levensgevaarlijke gaven?
Ze was echt alleen. Het besef raakte haar als een speer. Het werd alleen maar versterkt door het geluid van een wegrijdende auto. Er was niemand die haar zou helpen. Dit was echt haar nieuwe leven, hoe erg ze het ook haatte. En vanavond zou Steven haar een introductie geven.

Ze kwam overeind en schoof de stoelen richting de tafel. Wat was ze nu? Het monster waar ze altijd bang voor was geweest. Dat wilde ze niet zijn. Dit was het laatste wat ze ooit had willen worden. Maar ze was het wel en hoewel de voordeur niet op slot zat en de ramen open konden, zat ze in een kooi. Als ze wegvluchtte, zou Louis de niverials tegen haar gebruiken, als ze weigerde zouden ze een manier vinden om haar te breken of doden, maar als ze meewerkte zou ze zichzelf verliezen. Wat was erger?

Minuten lang staarde ze voor zich uit. Ze was misselijk van de jasmijngeur en rood van de opgesloten woede. Haar lichaam beefde nog van angst, maar het maakte niks uit. Niemand zou haar komen helpen. Als ze dit wilde overleven moest ze het zelf doen.


Het was dat moment waarop haar mobiel in haar zak trilde. Automatisch gleden haar vingers er naar toe en haalde hem uit haar zak. Wie wilde haar nu weer bereiken? Op het scherm las ze een berichtje.

Lucile

Hoi Melly, ik mis je nu al. Ik hoop dat het goed met je gaat. Ben je veilig aangekomen?

Zodra ze de woorden las kropen de tranen uit haar ooghoeken. Ze liepen over haar wangen en langs haar nek tot ze geobsedeerd werden door de stof van haar sweater. Met trillende vingers typte een antwoord.

Melody

Hallo Luc, ik mis jou ook. Het is allemaal wat anders gelopen dan ik dacht en ze hebben iemand geregeld die met met mijn gave moet helpen. Ik ben daar nu, voor hoelang ik hier moet blijven weet ik niet, maar ik hoop dat het niet lang is. Ik ben ontzettend in de war en heb geen flauw idee wat ik moet doen.


Meer vertelde ze Lucile niet. Ze wist niet hoe ze het moest verwoorden. Ze wist niet hoe ze haar moest uitleggen wat er echt gaande was. Wat als het haar vriendin ook in de problemen zou brengen?

Lucile

Dat is naar, maar het is ook een tweede kans, niet? Het komt vast wel goed. Je kunt het!
En als het niet gaat, dan mag je het altijd laten weten. Ik ben er voor je en de anderen ook. Dominique heeft nu al spijt dat ze je de sleutelhanger heeft teruggegeven, dus ik denk dat ze je binnenkort wel een berichtje stuurt.

Melody

Zal ik doen.

Met haar vrije hand voelde Melody in haar linker zag waar ze de sleutelhanger voelde. Ze pakte het en liet het in haar handpalm rusten. Een zwakke glimlach verscheen op haar lippen toen ze naar de zilverkleurige hond keek. Misschien was ze toch niet zo alleen als ze dacht. Er was vast nog een manier waarop dit goed kon komen, ze moest hem alleen vinden. 

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top