Hoofdstuk 8 - Het misverstand

Een luide klap galmde door de ruimte. Abrupt verdwenen de vingers die kou Melody's huid in stuurden. Het aquarium in haar hoofd versplinterde en ze zat weer aan de tafel. Darius en de vrouw zaten nog steeds op hun stoelen. Ook Van Hulzen was niet van zijn plek opgestaan, maar zijn hand werd tegen de tafel gedrukt door iemand in een blauw glitterpak.
Dominique torende boven hem uit. 'Handen thuis houden, viespeuk,' siste ze.
Melody schoot overeind en zette snel een paar stappen achteruit.

'Ik eum...' Van Hulzen keek op. Voor het eerst leek hij klein. 'Ik denk dat het een misverstand is.'

'Misverstand?' Dominique's nagels duwden dieper in zijn huid. 'Nou, leg dan maar uit waarom je haar arm aait. Ik ben heel benieuwd naar je verhaal.'

'Sorry, we waren in gesprek en ik had niet door d-'

'Die onzin hoef ik niet te horen. Je blijft van mijn vriendin af!' Dominique klapte zijn hand nogmaals tegen de tafel. 'Als je haar of iemand anders nog een keer met die smerige tengels van je aanraakt, zorg ik ervoor dat je er heel veel spijt van krijgt.'

'Ik denk dat je het verkeerd begrijpt. We hadden het alleen over Melody's verleden. Je weet toch wel wat ze met je vader gedaan heeft.'

'Ik weet precies wat mijn vader met haar gedaan heeft en dat is geen excuus voor jouw gedrag.'

'Ma-'

'Ik hoef jouw vuile praatjes over Melody de slechterik niet te horen. Iedereen weet wat voor een man Louis was en zo te zien ben jij geen haar beter.'

'Dat is niet wat ik probeerde te zeggen,' protesteerde Van Hulzen. Er parelde zweet op zijn gezicht. Zijn ogen schoten paniekerig de ruimte door.
Het viel Melody toen pas op dat iedereen stil was. Niet alleen hun tafel, maar elke persoon in de hele zaal. Het enige geluid dat nog doorging, was de zachte muziek.

'Nou, zeg dan welk excuus je hebt en laat haar met rust.'

'Het spijt me dat ik misschien verkeerd gehandeld heb, maar ik heb de plicht om iedereen hier en op het Niverium veilig te houden. En alles wat ik heb gedaan was voor haar veiligheid en die van de andere aanwezigheid.'

Dominique lachtte schamper. 'Haar veiligheid? Kom op jij geeft niks om iemands veiligheid. Waar was je toen die Niverial van je haar probeerde te vermoorden?'

Van Hulzen deed zijn mond open om iets te zeggen, maar Dominique negeerde hem volledig.

'En wat deed je toen zij en Lucile beschoten werden? Of toen ze hier in de cel zat en jouw eigen mensen haar herinneringen probeerden te wissen. In plaats van haar te helpen deed je alles in je macht om te voorkomen dat ze hulp kreeg. Dus probeer jij mij over te halen dat jij om haar geeft. Alles wat jou iets uitmaakt is jouw kleine perfecte wereldje.'

Van Hulzens ogen gingen van Dominique naar Melody en toen naar de twee personen aan hun tafel. 'Dit is niet de plek om dit soort dingen te bespreken, mevrouw Hauxwell. We kunnen het hier later over hebben, mocht u dat willen.'

'Ik kan niet wachten.'
'Dan spreken we elkaar later.' Van Hulzen draaide zich om en haastte zich bij de tafel weg. Zijn voetstappen galmden door de stille ruimte, terwijl hij de lange weg naar de deur nam. De ogen van alle aanwezigen volgden hem. Langzaam keerde het gepraat terug naar de ruimte.

Dominique draaide zich naar Melody om. 'Hé, gaat het?'

Ze knikte zacht. 'Bedankt.'

'Hij vroeg er zelf om. Kan ik je een knuffel geven of heb je even ruimte nodig?'
'Een knuffel is goed.'

Dominique sloeg haar armen om haar heen. De glitter stukjes van haar jumpsuit prikten in Melody's armen. Ze lachte zacht. 'Sorry, ik ben een beetje een cactus nu.'

'Het is niet erg. Ik kan wel tegen een stootje.'

'De volgende keer moet je hem er gewoon van langs geven. Wat een vies mannetje.'

'Misschien.' Melody liet haar los en haalde diep adem. Toen keek ze naar Darius en de vrouw. Beiden keken hen geschrokken aan.

De vrouw kwam overeind. 'Sorry, ik had niet in de gaten dat...'

Melody schudde haar hoofd. 'Ik had het kunnen weten. Ik weet hoe hij dit speelt.'

'Hoe bedoel je? Heeft hij dit vaker gedaan? Als dat zo is dan gaan we het CCNG om een onderzoek vragen. Dit kan absoluut niet.'

'Ik ben van het CCNG.' Melody forceerde een glimlach.

'En dat onderzoek loopt al,' zei een stem van achter hen. Tristia liep met grote passen naar hen toe en stak haar hand naar de vrouw uit. 'Ik ben Tristia Heffer, Melody's leidinggevende.'

'Feline Silversmit,' antwoorde de vrouw. 'Ik en mijn collega Darius werken in een team dat georganiseerde criminaliteit onder begaafden moet tegen gaan.'

'Nieuw op het Niverium?' Tristia keek haar aan.

'Nee, maar wel in deze positie.'

'Ah, iets zegt mij dat we wel eens vaker gaan ontmoeten.' Tristia liep naar de tafel en ging zitten. Ze keek Melody aan en gebaarde naar de stoel naast haar.
Melody knikte zacht en ging zitten. Dominique volgde haar op de voet.

'Darius, ik neem aan dat jij ook nieuw bent,' vroeg Tristia toen iedereen zat.

'Ja, dat is correct.'

'Dan hoop ik dat dit een vergissing was. Ik wil niet meer zien dat jullie een van mijn collega's op deze manier ondervragen.' Tristia's ogen gleden naar Melody. 'Zie je grond om hen te arresteren?'

Het lukte Melody nog maar net om een glimlach te onderdrukken. Tristia was geweldig. Ze keek de twee aan. Ze leken niet bang, eerder verward. 'Wat zijn jullie gaven?'

'Ik kan water sturen, maar niet op een manier die heel krachtig is,' legde Darius uit.

De vrouw knikte. 'Mijn kracht is om emoties waar te nemen.'

'En hoe doe je dat?' Melody keek haar aan. 'Kun je het voordoen?'

'Natuurlijk.' De vrouw sloot haar ogen en direct voelde Melody een warmte tegen haar borst kietelen. 'Je voelt op het moment veel dingen. Woede, angst, maar ook een bepaalde vastbeslotenheid.'

'Bedankt.' Melody's ogen gingen terug naar Tristia. 'Er is geen grond om ze te arresteren.'

'Gelukkig, laat dit dan een waarschuwing zijn. Als jullie denken dat er onderzoek nodig is naar een van mijn collega's dan komen jullie bij mij, of desnoods stappen jullie naar mijn baas toe. Maar dit soort stunts kan ik niet hebben. Is dat duidelijk?'

Darius knikte. 'Mijn excuses. We hadden een opdracht gekregen om onafhankelijk onderzoek te doen van meneer Van Hulzen.'
'Dat onafhankelijk onderzoek is onze taak.' Tristia vouwde haar handen over elkaar alsof ze een klein kind toesprak. 'Als we ook maar een halve twijfel hadden over bijvoorbeeld Melody hier, zou ze niet aangenomen zijn.'

'Het spijt me,' zei Darius nogmaals.
Felica knikte instemmend.

'Laat het niet nogmaals gebeuren.' Tristia keek weer naar Melody. 'Gaat het een beetje? Ik heb je armen nog nooit op die manier grijs zien worden.'

'Waren ze grijs?' Haar ogen schoten naar haar vingers. Ze hadden een lichtgrijze kleur. 'Ik leg het je maandag wel uit. Het is ingewikkeld.'

'Oké, laat het me weten als je iets nodig hebt of een lift naar huis wilt.'

'Ik denk dat we ons wel redden.' Dominique keek Melody aan.

'Over jouw vermogen om jezelf te redden twijfel ik niet, Hauxwell,' verzuchtte Tristia.

'Aan dat van Melody wel?'
Tristia glimlachte. 'Ook niet, maar ik...' Ze zuchtte nogmaals. 'Laat het maar.'

'Ik zal mijn best doen om geen kogels te vangen,' beloofde Melody. Ze leunde naar voren om haar drinken te pakken, maar Dominique was haar voor.
Snel griste haar vriendin het glas van de tafel. 'Dat zou je niet moeten drinken.'

Melody keek haar aan. Het duurde even voordat ze begreep wat Dominique bedoelde. Ze was bang dat Van Hulzen er iets in had gedaan. Melody wist dat ze ongelijk had. De man zou niks doen wat bewijs achterliet. Al helemaal niet zo openbaar. Toch protesteerde ze niet, toen Dominique de inhoud in de dichtstbijzijnde prullenbak kieperde.

Ze glimlachte naar Tristia, voor ze overeind kwam en haar vriendin volgde. Al snel werd ze opgeslokt door de roes van de vele stemmen en gesprekken, maar het lukte Melody niet meer om zich te ontspannen. Niemand wist hoe dicht Van Hulzen haar naar het randje van een duistere afgrond had gedreven. Als ze in de diepte sprong, dan was er geen weg meer terug.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top