Hoofdstuk 35 - Universum

Het was zo stil in de kleine verhoorkamer dat je een speld kon horen vallen. Tristia wisselde een blik met Raul, maar geen van beiden durfden ze de stilte te verbreken. Melody keek hen wanhopig aan. Wisten ze dat al? Was dit het moment waarop ze haar geheugen zouden wissen? Of zouden ze haar doden omdat ze niet had meegewerkt?
Het duurde akelig lang voordat Tristia in beweging kwam. 'Raul, haal Jacob op,' comandeerde de vrouw. 'Christine, jij controleert of de herinneringen van het andere meisje overeenkomen.' Zo begon ze commando's uit te delen. Langzaam brak de ruimte uit in een nieuwe vorm van chaos. Melody probeerde haar handen naar haar oren te brengen, maar de handboeien maakten dat onmogelijk.

Jacobs schaduw kwam de ruimte binnen, voordat hij dat deed. Direct schuifelden de mensen die nog in de kamer stonden opzij. Hun gezichten waren bijna angstig.

'Wat is hier gaande?'

'Daar proberen we achter te komen.' Tristia's stem had zijn gebruikelijke kalmte verloren. 'We vermoeden dat Melody onschuldig is.'
Jacob leek niet verrast. Even leek er een glimlach op zijn lippen te krullen. 'Waarom heeft ze dan nog handboeien om?'

'Omdat we het ni-'

'Laat maar, ik wil het niet weten.' Hij zuchtte en keek de groep aan. 'Ga alsjeblieft weg, voordat iemand anders besluit dat het beter is om een pistool af te vuren.'

Niemand sprak hem tegen. De ruimte liep binnen seconden leeg.

Jacob keek hen hoofdschuddend na en knielde naast haar neer. Zijn grote handen friemelden met haar handboeien. Het duurde even voordat ze los klikten. 'Hebben ze je pijn gedaan?'
Ze keek hem aan, zoekend naar woorden. 'Ik weet het niet,' fluisterde ze toen haar gedachten geen ander antwoord konden vinden.

Hij pakte haar arm voorzichtig vast en trok haar overeind. 'Het komt goed,' zei hij kalm. 'We gaan dit oplossen.'

'Waar is Lucile?'

'Ze zijn haar aan het ondervragen.'

Er groeide een brok in haar keel. 'Ze gaat naar de gevangenis, niet?'

'Ik weet het niet, maar ze heeft gedaan wat ze moest doen.'

'Dat mag niet gebeuren.' Melody probeerde te ademen. 'Ze kan me niet alleen laten. Ik kan dit niet zonder haar.'

'Het spijt me.' Jacobs stem bleef kalm, maar zijn ogen hadden een vreemde glans. Bijna alsof hij elk moment in huilen kon uitbarsten. 'Als ik dit had geweten, had ik haar plaats ingenomen.'

'Dat kon je niet,' zei Melody zacht. Jacob was hier nodig. Hij was de enige die ze vertrouwde. 'Jij moet het Niverium besturen.'
Hij schudde zijn hoofd zacht heen en weer. 'Een paar dagen van nu, is er niet veel over om te besturen.'
Melody keek door de deur naar de gang voor hen. Hij was akelig druk. Hoe kon dit binnen een paar dagen weg zijn. 'Waarom?'

'Omdat iedereen dan van deze puinhoop weet.' Hij probeerde te glimlachen. 'Het is niet erg. Dit kon niet zo blijven.'

'Maar het doet nog steeds pijn.' fluisterde ze toen ze de gang in stapte. Ze had het niet over het gebouw. Als iemand haar vroeg om het in brand te steken, zou ze zonder aarzelen luisteren. Maar het idee dat al deze mensen met hun veroordelende ogen en neppe vriendelijkheid, mee werden gesleurd in de chaos van haar imploderende wereld, maakte haar nog steeds wat uit. Zelfs al haatte ze hen.

'Dat is zo.' Jacobs hand bleef op haar arm rusten, terwijl ze de gang in stapten. Zijn ogen ontmoeten die van iedereen die het durfde om te lang te staren. Net zoals Lucile had gedaan op de eerste dag dat Melody hier was. Voordat alles veranderde. Toen de naam Summers nog niet slecht voelde en ze ervan overtuigd was dat ze alles kon worden.
Nu was Melody alles. Een vriend, een gevangene, een geliefde en de schaduw die deze plek aan het vernietigen was. Ze was de oneindige duisternis die haar eigen hart opat, terwijl ze probeerde te lopen. Ze was een altijd groeiend universum van dingen die ze niet begreep.

Maar het meest van alles was ze bang.

Ze wist niet wat er na deze gang kwam. Het idee dat Lucile er niet was om op haar te wachten, maakte haar doodsbang. Hoe moest ze dit ooit aan Luciles moeder uitleggen of aan haar eigen ouders. Ze wist niet eens of ze wel naar huis kon.

Melody dwong zichzelf om door te lopen. Ze was misselijk van angst, maar ze kon niet stoppen. Dit ging niet voorbij en dit kwam ook niet goed. Tenminste dit was niet het goede einde wat ze zich altijd had voorgesteld.

Melody was op de bodem van een zwart gat en ze had geen idee hoe ze er uit moest klimmen. Ze wist alleen dat stoppen geen optie was. Hoe graag ze het ook wilde. In tegenstelling tot Lucile, hield Melody zich aan haar belofte. Zelfs als deze pijn voor altijd zou blijven. Want als ze een altijd groeiend universum was, zou plek die deze duisternis in haar leven had, in perspectief worden geplaatst door elke dag die hierna kwam. En elke stap die ze nu zette, bracht haar dichter bij de dag waarop haar schaduwen slechts een klein stipje van een eindeloze sterrenhemel waren.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top