Hoofdstuk 34 - Eindeloze chaos
Het geluid van het pistoolschot echode door de gang. Alana's hand glipte van Melody's pols. Als een pop zakte ze in elkaar. Met een doffe klap belandde ze op de grond.
Direct drongen de schaduwen zich door Melody's huid. Ze grepen naar de vingers die haar vast hielden. Vermoord ze. Vermoord ze. Vermoord ze.
Schreeuwen en stemmen vermengden zich om haar heen. Melody's vingers zochten niet naar prooi. Ze negeerde de chaos in haar hoofd. Ze draaide zich om naar de leegte achter haar.In de gang stond nu een doorschijnend figuur met wit haren en een pistool in haar hand. Lucile glimlachte triest. Ze liet het wapen dat tussen haar vingers rustte los. Kletterend viel het op de linoleumvloer.
'Luc!' Melody trok de schaduwen uit de lucht, terug haar huid in. 'Luc nee!'
'Sorry Melly.' De bevende armen van haar vriendin vouwden zich om haar lichaam. 'Ik kon het niet... iemand moest het doen.'
'Maar niet jij. Je had het beloofd!' Tranen liepen over haar wangen. Ze landen op de stof van Lucile's uniform.
'Je weet dat ik een verrader ben,' snikte haar vriendin. Haar mondhoeken stonden nog steeds omhoog gekruld. Ook al was de wereld om hen heen in gestort. Al stonden ze aan de rand van een alles opslokkend zwart gat.
Melody keek haar vriendin aan. Ze zag de lichten van de gang gereflecteerd in haar ogen alsof het sterren waren. Melody probeerde de brok uit haar keel weg te duwden. Ze probeerde iets te zeggen, maar ze had geen woorden meer. Alles was meegesleurd door de duistere chaos. Stemmen schreeuwden, maar zelfs hun woorden waren er niet echt. Ze vormden een golf van geluid die Melody overspoelde.
Luciles armen maakten zich los.
'Ga niet weg,' smeekte ze.
Haar vriendin luisterde niet. Ze stapte achteruit en stak haar handen de lucht in. Als een standbeeld stond ze in de donkere oceaan. Haar gezicht kalm en vastberaden. Lucile was niet bang voor de paniekerige blikken en veroordelende ogen. Ze vocht niet tegen de handen die haar polsen vast pakten. Ze probeerde niet in het niets op te gaan, ookal wist Melody dat ze zonder problemen kon verdwijnen.
Lucile stond daar gewoon en liet zich overweldigen door de chaos. Wat was ze mooi in het midden van de storm. Het was bijna alsof ze hier thuishoorde.
Twee mensen pakten Melody vast. Ze droegen geen handschoenen. Er was niks wat ze beschermde tegen de honger van haar schaduwen. Melody wilde ze kapot maken. Ze concentreerde zich op de duisternis die onder haar huid lag, klaar om los te laten. Toen ze opkeek naar Lucile, schudde haar vriendin haar hoofd.
'Het is goed Melly,' zei ze, ook al was het dat niet.
Melody beet op haar lip en liet zichzelf mee sleuren. Zelfs al wilde ze liever schreeuwen en vechten tegen deze wereld. Ze wilde hen uitleggen dat Lucile haar had gered. Ze wilde roepen dat Alana een monster was. Maar ze wist dat niemand om die woorden zou geven. Dus luisterde ze naar haar vriendin, in de hoop dat Lucile wist wat ze zojuist gedaan had. Stilletjes liet ze zich meeslepen naar de witte kamer. Met betraande ogen keek ze naar de dichtvallende deur.
Maar toen ze daar zat en de chaos haar eindelijk los liet... Toen schreeuwde ze. Ze ging riep naar de schaduwen die haar tot een monster hadden gemaakt. Ze vervloekte Alana en haar mensen tot haar stem er schor van werd. Ze ging tekeer tegen de niverials die waarschijnlijk aan de andere kant van de deur meeluisterden. Het maakte haar niet uit of ze haar hoorden of niet. Ze riep tot er niks meer over was om tegen te schreeuwen. Geen God, geen mens, geen vriend of vijand.
Tranen kropen opnieuw naar haar ooghoeken. Ze volgden het pad dat ze altijd deden. Langs haar neus, over haar mondhoeken en haar kin naar de grond. 'Lucile,' fluisterde ze naar de stilte. Er kwam geen antwoord.
Tijd werkte anders in geïmplodeerde universums en witte kamers. Het was er wel, maar ook weer niet tegelijk. Er waren geen klokken om te vertellen hoe laat het was. Ook de zon was er niet. Er waren slechts momenten. Korte snippers van bestaan waarin ruimte was voor gedachten en gevoelens, voor alles weer ruis werd.
Het was tijdens een van die momenten dat de deur open ging en er mensen waren. Melody had geen idee wie, want ze kon zichzelf niet toe dwingen om hen aan te kijken. Ze luisterde slechts naar hun stemmen die haar vertelden om te komen. Ze liet zich meevoeren naar een kamer met drie stoelen. Ze kende deze geel grijze muren en ze wist dat de stoel die aan de grond vast was geschoefd de hare was.
Ze protesteerde niet toen iemand haar op het zitvlak duwde en een ander persoon haar handboeien aan de ringen vastmaakte. Melody wist niet eens of ze wel echt in de ruimte zat. Haar lichaam zat er, maar haar hoofd werd alweer meegenomen door de ruis. Ze kneep haar ogen dicht en omarmde de duisternis, want ze wist dat ze daar veilig was.
Toen Melody haar ogen weer opende, waren de stoelen voor haar gevuld. Op de ene zat Christine, op de ander een man die ze niet kende. Tristia en Raul stonden in de deuropening en een derde persoon stond naast haar. Alana was er niet. Hopelijk zou Alana er nooit meer zijn.
'Mevrouw Summers,' zei de man die op een van de stoelen zat. Hij moest zich hebben voorgesteld, maar Melody herinnerde zich het niet. Was dat omdat ze haar geheugen hadden gewist of omdat ze teveel pijn had?
'Ja.' Haar schorre stem was niet meer dan een fluistering.
'Wist je wat je vriendin ging doen?'
'Maakt dat iets uit?'
'Ik wil graag jouw kant van het verhaal horen.'
Ze schudde haar hoofd. 'Mijn verhaal doet er niet toe.'
'Iedereens verhaal doet er toe, Melody.' Hij keek haar aan. Zijn ogen waren grijs, net als die van Van Hulzen. 'We snappen dat je boos was. Wat je hebt gedaan was niet vreemd.'
'Als je me begrepen had, zou je me geen vragen stellen.'
'Melody,' zei hij hoofdschuddend. 'We willen je allemaal helpen, maar je moet meewerken.'
'Helpen?' Ze lachte schamper. 'Jullie willen een monster en een zondebok. Iemand die wanhopig genoeg is om het CCNG binnen te dringen en moord te plegen. En dat hebben jullie. Gefeliciteerd.'
Christine fluisterde wat tegen haar collega voordat de vrouw haar aankeek. 'Melody, mag ik in je hoofd kijken?'
Nee, maar dat antwoord was geen optie. Dus hield Melody haar lippen op elkaar gedrukt.
'Sorry,' zei de vrouw. 'Ik zal voorzichtig zijn.'
Langzaam drong haar kou Melody hersenen binnen. Ze vocht niet tegen het gevoel. Als de vrouw haar duisternis zo graag wilde zien, dan was ze welkom. Melody voelde Christine aan herinneringen trekken. Het volgende moment stonden ze in de kringloopwinkel. Er was buiten nog geen sneeuw gevallen en Lucile pakte het roggenbeeld.
'Wil jij vertellen wat ik zie, of moet ik het voor je doen?' Christines stem galmde in haar hoofd.
'Ik heb het al zo vaak verteld.' Melody keek door de herinnering naar Christine's gezicht. 'We zijn in de kringloopwinkel en kopen wat decoratiespullen.'
'Wat gebeurt er daarna?'
'Daarna gaan we naar huis.' Melody zag de beelden voor haar ogen veranderen. Ze reden terug naar hun appartement en decoreerden de woning, waarna ze uitgeput op de bank ploften. Niet veel later gingen ze naar bed.
Even liet Christine's gave haar los. 'Wanneer ben je naar het CCNG gegaan?'
'Niet.'
De kou rukte haar direct weer mee. De donkere nacht in. Langs wazige droombeelden waarin ze Louis of Ricky zag. Het ijs keek toe hoe ze in haar slaap Lucile had zien sterven tot de ochtend haar vertelde dat het maar een droom was.
Melody zou willen dat ze nu wakker werd. Maar dat gebeurde niet. De kou vriesde haar vast in de stoel, terwijl Christine door de herinneringen bleef gaan. Steeds opnieuw, alsof het een bandje was wat op herhalen stond.
'Wanneer ben je naar het CCNG gedaan?'
Misschien was de tijd zichzelf wel echt aan het herhalen. 'Niet.'
Christine bladerde verder door haar herinnering. Tot ze weer wakker werd door Lucile's koude handen. Opnieuw vulde ze formulieren in en luisterde naar Lucas die vertelde dat er een verdachte was. Toen was Alana er opeens en liepen ze naar het kantoortje. De vrouw draaide de deur opslot.
Tranen sprongen in Melody's ogen. 'Ga uit mijn hoofd,' fluisterde ze.
Ze zag Christines langzaam bleker wordende gezicht voor zich. 'Is dit echt Melody?'
'Ga uit mijn hoofd,' herhaalde ze. Ze probeerde zich op een herinnering te concentreren, maar alles wat ze zag was Lucile die Alana neerschoot. Steeds opnieuw.
'Christine, wat zie je?' De man keek zijn collega aan.
'Ik weet het niet,' was het antwoord. 'Kan iemand meekijken?'
Er werd wat gefluisterd en toen liep een man in een niverial uniform de ruimte in. Hij kon niet veel ouder dan Jesper zijn.
'Stop,' piepte Melody, maar haar stem werd genegeerd. Een overweldigende kou overspoelde haar. Herinneringen gingen door elkaar in een misselijkmakende dans. Stemmen herhaalden zich steeds opnieuw.
'Ze geloven het al.'
'Tegen de tijd dat ze in je hoofd kijken, zijn jouw herinneringen niet meer van jou.'
'Voor je het weet is alles voorbij.'
'Ze willen een zondebok.'
'Stop!' Melody's schorre stem kwam niet boven de chaos in haar hoofd uit.
'Waarom doe je zoveel moeite?'
'Vermoord ze. Vermoord ze. Vermoord ze.'
'Het sneeuwt Melly! Het sneeuwt!'
'Melody, alsjeblieft!'
'Hou op! Ga uit mijn hoofd. Alsjeblieft. Ik kan dit niet. Ik kan dit niet meer.'
'Heb je enig idee wat je van jezelf hebt gemaakt?'
'Je bent een monster.'
'De moordenaar van Louis.'
'Meester manipulator.'
'Je bent een dwaas.'
'Net als ik.'
'Melody wat zien we in je hoofd?' Christines stem klonk akelig ver weg.
'Alles,' fluisterde ze. 'Elke keer dat Louis me manipuleerde, mijn gevechten met Ricky, de duizenden keren dat ik boven de afgrond hing. Je ziet de dingen die Van Hulzen deed, de manier waarop hij me bespeelde. Je hoort Jesper schreeuwen en mijn vrienden zeggen dat ik chaos ben.
Je ziet elk moment waarop ik me realiseerde dat ik het had kunnen eindigen. Elke keer dat iemand me vertelde dat dit over ging.'
'Wat zie ik nog meer?'
'Alana die moord bekent, maar dat geloof je niet. Want het is makkelijker om te doen alsof het niet echt is.'
'Zie je dat echt?' vroeg Tristia zacht.
'Ja,' zei Christine. Ze keek kort naar de niverial naast haar.
De man knikte. 'Dat zien we echt.'
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top