Hoofdstuk 33 - Lucas' verdachte

'Ik ben blij dat je ditmaal wel meewerkt, dat maakt het een stuk makkelijker.' Alana glimlachte. 'Dat is niet echt je ding, hè? Luisteren naar wat mensen zeggen.'

'Ik doe mijn best,' zei Melody zacht. Haar hart bontste in haar keel. Ze herkende de toon in de stem van de vrouw van haar trainingen. Ze wist als geen ander dat de ontspannen manier waarop ze praatte niks goeds betekende. 'Waarom wil je mij spreken?'

'Ik had een paar vragen over Van Hulzen en aangezien wij elkaar kennen leek het me beter om ze zelf te stellen.' Ze zette haar tas op de tafel en haalde er een kladblok uit. Ze schoof het op de tafel en klikte zacht met haar pen. 'Zeg Melody, waar was jij die nacht?'

'Ik was met Lucile aan het winkelen.'

'Hoe weet je over welke nacht ik het heb?'

'Omdat er niks anders is waarover dit kan gaan.' Raul had met zijn bezoek duidelijk gemaakt dat ze een verdachte was. Maar hoe hij er niet in geslaagd was om haar alibi te bevestigen, was haar een raadsel. Had hij haar geframed?

'Dus je leven is wat rustiger geworden?'

'Ja.' De vraag voelde misplaatst. Alsof het een poging was om haar gerust te stellen. Was dit niet wat mensen deden als ze iets van je wilden?

'Waarom weet je eigenlijk zo snel op te noemen waar je was? Meestal onthouden mensen zulke activiteiten niet.'

'Het was Luciles eerste dag hier. Alles was eindelijk voorbij. Natuurlijk onthoud ik dat.' Ongemakkelijk friemelde ze met haar mouw. Haar ogen ontmoeten die van Alana. 'Ik heb hem niet vermoord, als dat is wat je denkt. Ik weet dat ik een motief heb, maar als ik hem echt dood wilde had ik het gewoon gedaan. Het is niet dat ik iets had om voor te vechten.'

'Volgens mij heb jij heel veel om voor te vechten. Een lieve vriendin, een geweldige vriendengroep en deze baan. Ik weet dat je het lastig hebt gehad, maar jij bent niet zo wanhopig dat je zonder plan zoiets zou doen. Dus laten we niet tegen elkaar liegen.'

'Dominique is degene die plannen maakt of soms Lucile. Je weet hoe slecht ik er in ben.'

Alana lachte zacht. 'Het is inderdaad niet je sterkste kant, maar ik moet alles vragen. Je kent de procedures. Zijn je vrienden hier bij betrokken?'

Melody kon een opgeluchte zucht amper onderdrukken. Was wat wat dit was? Gewoon een stomme procedure? Een paar extra vragen zodat ze met zekerheid konden zeggen dat zij het niet was. 'Nee, absoluut niet.'

'Dus jij wel?'

De vraag duwde haar kleine vraag hoop, direct weer weg. 'Nee, ik kan jullie in mijn hoofd laten als je wilt. Ik heb het echt niet gedaan. Waarom zou ik doorgaan met vechten als de strijd al gewonnen is?'

'Van Hulzen heeft een lange adem en jij vertrouwt ons niet.' Alana pauzeerde even en schreef wat op haar papier. 'Melody, niemand neemt je iets kwalijk. Ik weet hoe graag je wilde dat het zou stoppen. Ik snap het volledig. Maar als je zoiets doet, dan moet je ook de consequenties van je acties aanvaarden. Je weet hoe de vorige klopjacht afliep en toen waren wij er niet eens bij betrokken.'

'Ik wil niet rennen, maar ik heb dit echt niet gedaan. Ik heb Raul toch laten zien waar we waren?'

'Met een kassabon op printerpapier.' Alana zuchtte. 'Melody, misschien probeer je jezelf ervan te overtuigen dat jou verhaal een goed einde heeft, maar we moeten eerlijk zijn. Iedereen heeft recht op de waarheid. Jouw vrienden, je collega's, Van Hulzens familie. Je kunt dit verhaal niet veranderen om maar te krijgen wat je wilt.'

'Dat heb ik niet gedaan,' fluisterde ze zacht. Haar ogen schoten paniekerig door de witte ruimte. Ze wilde haar ogen dicht knijpen en doen alsof ze ergens anders was. Maar dat had geen zin. Wat Alana deed met woorden, was geen gave die ze buiten kon houden. Alles wat ze kon doen, was naar haar nog bleke handen kijken en ontkennen. 'Dit is niet de waarheid.'

'Wat is dan wel de waarheid Melody?' Alana volgde haar blik.

'Ik heb het niet gedaan.' Ze beet op haar lip en balde haar handen tot vuisten.

'Ik raad je aan om je gave niet te gebruiken. Mijn gave onderdrukt die van anderen.'

'Ik ga mijn gave niet gebruiken.'

'Ik kan je daarin niet vertrouwen.' Alana legde haar pen neer en keek Melody aan. 'We kunnen dit op mijn manier doen of de jouwe, maar er is niks wat je kunt doen om dit te veranderen. Het eindigt altijd hetzelfde.'

'Dat is niet zo.'

'Dat is precies zo. Jij weet net als ik hoe dit eindigt. Laten we het niet moeilijker maken dan het is Summers.'

Een rilling kroop over haar rug. 'Noem me niet zo.'

'Het is toch wie je bent?'

'Nee. I-ik ben geen monster.'

'Daar gaat het niet over Summers. Ik beschuldig je er niet van dat je een monster bent. Ik sta aan jouw kant.'

Melody schudde haar hoofd zacht heen en weer. 'Dat sta je niet.'

'Heb je enig idee wat ik voor je gedaan heb?' Alana schoof haar notitieboek opzij en vouwde haar armen over elkaar.

'Je hebt toegekeken hoe mijn leven uit elkaar viel. En nu wil je mij de schuld geven.' Tranen welden op in haar ogen.

'Nee Melody, ik heb je elke kans gegeven om mijn kant te kiezen. Ik was het die voorkwam dat Louis en zijn mensen je wilde doden. Ik stond Van Hulzen niet toe om je leven te nemen, toen je op het Niverium gevangen zat. Als hij je niet zo onderschat had, zouden alleen je herinneringen weg zijn. Dan was alles nooit gebeurd. Dan was Ricky nooit geliquideerd en had Colette nu nog geleefd.'

'Was jij het?' fluisterde Melody zacht. Was Alana de missende schakel in dit stomme spel? Degene die ze over het hoofd had gezien? De persoon voor wie zelfs Ricky haar niet had kunnen.

'Nee,' zei Alana. 'Zoals ik al zei, ik sta aan jouw kant en ik ben daar heel ver in gegaan. Ik heb je zelfs een baan aangeboden, zodat Van Hulzen wist dat hij je niks kon maken. Als je daarmee genoeg had genomen, dan had je een prachtige carrière kunnen hebben. Misschien had je op een dag zelfs mijn positie in kunnen nemen.' Ze keek Melody aan. 'Waarom wilde je zo graag blijven vechten? Was het het waard?'

'I-ik ben niet de slechterik hier. Jij hebt hem vermoord, niet?' Melody keek Alana aan. Schaduwen kropen naar haar vingers.

Alana's hand vouwde zich om de hare. 'Je gave gaat hier niks voor je doen. Bovendien lijkt het me niet nodig om te vechten. Ik ben hier alleen om te praten.'

'Waarover?'

'Over de moord die jij hebt gepleegd.' Alana's vingers glipten van de hare.

'Dat heb ik niet gedaan.' Ze keek Alana strak aan. 'Jij bent zeker het hoofd van deze verdraaide organisatie. J-jij... jij...' Het lukte Melody amper om het woord uit te spreken, maar Alana verdiende het. De vrouw verdiende alles. Alle pijn, alle woede alles wat ze al die tijd ingehouden had. Maar ze kon het haar niet geven. De vrouw was imuun voor haar duisternis. Dus fluisterde ze het enige woord wat dezelfde kracht had. 'Jij monster.'

'Melody, van iedereen zou jij toch moeten weten dat het niet zo werkt. Er is geen grote organisatie en er zijn al helemaal geen monsters. Iedereen doet wat hij denkt dat goed is. Louis deed zijn eigen ding en Van Hulzen besloot hem te helpen. Dat is wat er gebeurt is.' Alana vouwde haar armen over elkaar. 'Jij beschermt jouw vrienden ook, ondanks alles wat ze doen. Je kunt het me niet kwalijk nemen dat ik tot op zekere hoogte hetzelfde doe. Dat betekent niet dat ik achter hun keuzes sta.'

'Was Van Hulzen jouw vriend?'

'Ja, net als Louis en een aantal anderen die er niet meer zijn. Maar in tegenstelling tot jou of zij vermoord ik niet iedereen die in de weg staat,' Ze zuchtte. 'Ik heb veel geduld met je gehad Summers. Dus laten we opnieuw beginnen.' Alana pakte haar pen weer op en schoof haar notitieboekje naar zichzelf toe. 'Waar was je die nacht?'

'Ik was met Lucile a-'

'Nee,' Alana kraste op het papier. 'Waar was je daarna?'

'Ik was thuis. We hebben gedecoreerd en toen geslapen. Ik heb het echt niet gedaan.'

'Niemand geeft om wat jij wel of niet hebt gedaan, Summers. We hebben een verhaal nodig.'

'Ze gaan je nooit geloven!'

'Dat doen ze al.' Alana haalde haar telefoon uit haar zak. Op het scherm stond een wazige zwartwit foto. Het duurde een paar seconden voordat Melody haar eigen gezicht herkende en een donkere jas die akelig veel op Ricky leek. Ze stond in de donkere gang van het CCNG. 'We hebben camerabeelden.'

'Hoe heb je die vervalst?'

'Dominique is niet 's werelds enige shapeshifter.'

'Ze kunnen in mijn hoofd k-'

'Tegen de tijd dat mijn team in jouw hoofd kijkt, zijn jouw herinneringen niet meer van jou.'

Melody staarde de vrouw ongelovig aan. Dit was niet echt. Ze was niet met open ogen in deze val gelopen. Dit was niet hoe het eindigde. 'Waarom doe je zoveel moeite?'

'Omdat ik je niet graag omleg.'

'Dat is niet waar. Van Hulzen is ook dood.'

Alana glimlachte. 'Voor hem kon ik niks meer doen. Dankzij de actie van jou en je vriendinnetje twijfelt het hele Niverium aan zijn loyaliteit. Het zou wreed zijn om hem de rest van zijn treurige leventje in de gevangenis te laten wegrotten.'

'Dus je bedankt me, door me te laten leven.'

'Summers, je weet hoe de wereld werkt. Ze willen een zondebok. Iemand op wie ze alles kunnen schuiven.' Alana glimlachte. 'De moordenaar van Louis, eenmeester manipulator, een krankzinnig persoon die dreigt om het Niverium in te stormen. Dat is een verhaal wat ik kan verkopen.'

'Ma-'

'Wil je dat ik het anders doe? Ik kan jou en je vrienden laten doden als je dat liever hebt. Ik ben er een stuk beter in dan Van Hulzen.'

'Nee,' piepte Melody zacht.

'Zolang jij meewerkt, overkomt ze niks. Ik ben niet zo monsterlijk als Louis. Ik doe slechts wat nodig is.' Alana draaide haar telefoon naar zichzelf toe en tikte op het scherm. 'Melody, waar was jij die nacht?'

'I-ik.' Ze keek in Alana's bruine ogen. Ze had opnieuw verloren. Alleen een nu waren er geen tweede kansen meer, geen onverwachte helden of beschermengelen. Zelfs Jacob kom haar niet uit deze situatie halen. 'Ik was op het CCNG.'

'Ik ben blij dat je eindelijk eerlijk tegen me bent. Ik weet dat dit lastig voor je is.' Alana's stem was beheerst, alsof ze dit gesprek in haar hoofd al duizenden keren had gevoerd.

Ze had de opname knop ingedrukt, besefte Melody. Dit was haar volgende stuk bewijs. Ze moest iets doen. Ze kon niet op deze manier toegeven.

'Wat deed je daar?'

'Ik deed daar niks.'

'Melody, je hebt het al toegegeven. Het is goed. Niemand neemt het je kwalijk.' Alana's glimlach maakte Melody ziek. Hoe kon iemand zoveel gezichten hebben? 'Vertel me het gewoon. Voor je het weet is alles voorbij.'

'Ik...' Ze had dit verloren. Dit gesprek ging hoe dan ook eindigen met haar in handboeien. Ze kon net zo goed proberen om Alana met zich mee te nemen. Zelfs al werd dat haar ondergang.

Vermoord haar, fluisterde een stem in haar hoofd. Ze luisterde, want dat was de enige optie die ze nog had. Schaduwen schoten uit Melody's vingers. Ze waren krachteloos tegen de vrouw die voor haar zat. Maar haar handen waren dat niet. Ze klapten tegen Alana's kaak.

De vrouw greep naar haar telefoon en sprong overeind. Haar vingers klemden zich om Melody's pols. Ze duwden de schaduwen aan de kant. De fluistering viel stil, maar Melody's woede deed dat niet.

Ze trok aan haar arm en duwde de vrouw naar achter. Haar vrije hand klapte tegen Alana's pols. De telefoon glipte uit haar vingers. Met een klap belandde hij op de grond. De CCNG app stond open. Een klein geel balkje liep over het scherm.

De noodknop, besefte Melody. Die verdraaide noodknop.

Snelle voetstappen vulden de gang bijna meteen. Binnen seconden bewoog het handvat van de deur. Het klikte zacht in het slot. 'Doe open,' riep een stem die Melody herkende als die van Tristia.

Alana keek haar glimlachend aan. Een druppel bloed droop uit haar neus. 'Melody, rustig. Je hebt elke reden om boos te zijn, maar di-'

Melody sloeg met haar vuist in haar gezicht. Pijn schoot door haar knokkels. Ze moest het afmaken. Als het haar niet lukte, zou Alana winnen. Ze moest iets doen.

Haar ogen schoten paniekerig door het kantoor op zoek naar een wapen.

Een luide knal klonk aan de andere kant van de deur. 'Open de deur!'

'Melody, alsjeblieft,' Alana's stem werd zachter in een poging om hem paniekerig te laten klinken.

'Ik ga niet mee spelen in dit vuile spelletje van je.' Ze duwde de vrouw naar achter met alle kracht die ze in zich had. Tranen maakten zich los uit haar ogen. 'Je weet dat ik het niet gedaan heb!'

Een zacht kreun ontsnapte uit Alana's mond. Haar vingers knepen stevig in Melody's pols. 'Stop hier mee, Summers. Je wilt dit niet doen.'

Een tweede knal galmde door de ruimte. Houtsplinters vlogen langs hen heen, terwijl de deur lossprong. Meerdere mensen stormden naar binnen. Sterke handen grepen Melody vast. Ze probeerde haar schaduwen naar buiten te dwingen, maar Alana's hand liet haar niet los.

'Melody, nu is het klaar,' zei Tristia's stem van achter haar.

'Ik heb het niet gedaan!' Ze probeerde haar armen te bevrijden, maar te veel mensen hielden haar vast. Scherp metaal sneed in haar polsen, toen iemand er handboeien om heen deed.

'Ssst,' siste Tristia. 'We begrijpen je, maar je hebt hulp nodig.'

'Ze liegt,' piepte Melody. Tranen liepen over haar wangen. Met bevende lippen keek ze naar Alana. De vrouw was de rust zelfde, ookal zat er een rode veeg op haar gezicht.

'Ben je oké?' vroeg Tristia aan haar baas.

'Jawel, laten we haar snel in een cel zetten. Ik denk niet dat ze zichzelf nog is.'

Vanuit een ooghoek zag ze Tristia knikken. 'Melody, we gaan je geen pijn doen, maar je moet luisteren.'

'Nee,' fluisterde ze. Misschien ging Alana haar geen pijn doen, maar wat ze wel deed was wreder. Ze zou haar al haar herinneringen afnemen. Ze zou Lucile laten denken dat ze van een monster had gehouden. En Melody zou al die leugens geloven. Ze zou hetgeen worden waar ze zo hard tegen gevochten had.

Haar antwoord werd genegeerd. Tristia en Alana trokken haar de gang op. Melody protesteerde niet meer. Het had geen zin. Dit was wat ze altijd had moeten worden. Ze had het al geweten toen ze haar gave ontdekte. Misschien kon ze er vrede mee krijgen, zoals ze ook de duisternis had geaccepteerd. Het werd vast makkelijker als ze niet meer wist dat het een leugen was.

Met betraande ogen keek ze naar de wazige gang voor haar. Verschillende niverials stonden in het gangpad. Ze waren vast komen kijken naar wat de commotie was. Nu waren ze getuigen van de ondergang van Melody Summers.

Lucas maakte zich los van de groep. 'Wat is er aan de hand?'

Raul stapte snel naar voren om zijn weg te blokkeren. 'We hebben reden om te geloven dat ze achter de moord van Van Hulzen zit.'

'Weet je zeker dat je dat hebt? Dit moet een misverstand zijn.'

'Ik ben jou geen uitleg verschuldigd, maar als het je geruststelt, we hebben camerabeelden.' Rauls stem had alle sympathie verloren. Hij klonk vreemd, zo zakelijk. Het was alsof hij ook probeerde te doen alsof dit niet echt was.

Lucas stapte opzij. Met wazige ogen keek hij haar richting uit. Hij leek droevig. Zijn lippen vormden een woordeloos "Waarom?"

Ze schudde haar hoofd zacht. Het antwoord op die vraag bestond niet. De uitdrukking in Lucas gezicht veranderde abrupt. Verdriet veranderde in schok. Hij veerde naar voren en een schreeuw verliet zijn keel. 'Nee, stop!'

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top