Hoofdstuk 26 - De confrontatie
Dit was het einde, maar dat wisten de niverials nog niet toen Jacob en Melody samen het Niverium in liepen. Nieuwsgierige ogen volgden hen door de gangen, maar niemand sprak hen aan.
'Ik denk dat het het beste is om het in het openbaar te doen,' zei Jacob, toen ze zijn kantoor binnen stapten. Hij opende een lade en trok er een formulier uit. 'Dan kan hij je niks maken.'
'Met zijn gave kan hij me alles maken.' Melodys ogen gleden over het papier. Het was een arrestatiebevel.
'Als het misgaat, grijp ik in,' beloofde de niverial. 'Kun jij mij het bevel geven om hem te arresteren, zodat we de regels niet breken?'
Melody knikte. Een gespannen glimlach vulde haar lippen. 'Jacob, kunnen jij en de andere niverials Van Hulzen voor me arresteren.'
'Natuurlijk. Ik vul een formulier in.' Jacob zette wat kruisjes op het papier en plaatste zijn handtekening eronder. 'Melody, aangezien ik dit niet in mijn eentje kan, beveel ik jou als burger om mij te helpen.'
Ze grinnikte zacht. Dit voelde als iets wat Dominique had kunnen bedenken. Misschien waren Jacob en haar vriendin helemaal niet zo verschillend, realiseerde ze. 'Kun jij hem naar de kantine brengen? Dan doe ik de rest.'
Jacob knikte. 'Dat lijkt me een goed plan.' Hij overhandigde het formulier. 'Doe voorzichtig.'
'Jij ook.' Ze stopte het papier in haar tas en liep naar de deur. Hier ging ze dan. Het voelde vreemd om dit te doen. Van Hulzen arresteren had een uur geleden nog onmogelijk geleken, maar nu had ze het via een loophole voor elkaar gekregen. Het kostte haar moeite om haar mondhoeken op hun plek te houden.
Ze zou niet moeten lachen. Het was nog niet voorbij. Van Hulzen zou alles doen wat hij kon om dit te voorkomen. Als het hem lukte, zou zij straks alsnog degene zijn die handboeien om had. Dit was dan wel het einde, maar het hoefde geen goed einde te zijn.
Melody stapte de gang in en liep richting de kantine. Haar ogen schoten gefocust heen en weer alsof elk detail er toe deed. De posters aan de muren, de verschillende deuren met hun naambordjes en de vrouw die ze passeerde. De kantine deuren, waarachter genoeg mensen zaten die ze kende. Wat zouden zij straks zien? Zouden ze ingrijpen? Zo ja, wiens kant kozen ze?
Melody duwde de deuren open en stapte naar binnen. Ze hield haar hoofd omlaag en liep naar de dichtstbijzijnde lege tafel. Niemand leek op haar te letten. Ze waren te druk bezig met hun gesprekken. Het geroezemoes vulde Melody's hoofd als een irritant soort ruis. Haar hartslag steeg langzaam. Hoe moest ze dit ooit voor elkaar krijgen?
Adem, herinnerde ze zichzelf. Ze was hier voor getraind en dit was niet haar eerste confrontatie met Van Hulzen. De vorige twee keren had ze hem ook weten te weerstaan. Ze had al zo vaak gevochten en op zoveel verschillende manieren. Dit was slechts het volgende moment waarop ze dat moest doen. Dat een hoofdstuk hier eindigde, betekende niet dat het boek voorbij was.
Haar ogen gingen terug naar de deur. Gespannen tikte ze tegen het tafelblad, terwijl ze wachtte tot Jacob terug zou komen. Waarom duurde het eigenlijk zo lang? Hij hoefde hem alleen te vragen om naar de kantine te komen. Wat als Van Hulzen iets gedaan had?
Nee, vertelde ze zichzelf. Alles wat Van Hulzen kon doen, was Jacob dwingen om ergens heen te teleporteren. Niet echt effectief, aangezien Jacob direct weer terug kon keren. De niverial leider was echt niet zo dom om dat te proberen.
Eindelijk gingen de deuren van de kantine open. Van Hulzen stapte met grote passen de ruimte in. 'Lucas,' bulderde hij. Zijn luide stem zorgde ervoor dat de zaal in een keer stil werd.
Achter hem zag Melody Jacob staan. De man deed zijn best om een glimlach te onderdrukken. Hij leek haar volledig te vertrouwen.
'Waar is Lucas?' Herhaalde Van Hulzen. Hij beende verder de ruimte in.
'Hij is vandaag vrij,' zei een stem ergens achterin de ruimte. 'Wat is er aan de hand?'
Melody keek naar Van Hulzen en toen naar de deur. Jacob ging in de deuropening staan en gebaarde met zijn hand. Nu was het aan haar.
Ze schoot overeind en liep naar het gangpad. Haar voetstappen echoden door de stilte. 'Douglass Van Hulzen,' zei ze. Ze dwong zichzelf om rustig te praten. Hij hoefde niet te weten dat ze bang was. Niemand hier hoefde dat te zien.
De man draaide zich om. Zijn rood aangelopen gezicht werd nog roder. Zijn wenkbrauwen zakten omlaag tot een dreigende frons. 'Wat doe je hier Summers? Moet je nog meer papieren hebben? Is het jouw doel om het hele Niverium kapot te maken?'
Melody voelde zichzelf in een krimpen. 'Je staat onder arrest,' dwong ze zichzelf om te zeggen. Het was bijna alsof de woorden niet uit haar eigen mond kwamen. 'Wegens het hebben en gebruiken van een ongeregistreerde gave.'
'Wat?' Hij spuwde het woord uit. 'Ik weet niet wat je van plan bent, maar jij bent niet door het CCNG gestuurd. Wat is dit voor een onzin? Hebben ze enig idee dat je hier bent?' Zijn vies grijze ogen ontmoeten de hare. Een bekende kou drong haar hoofd binnen.
Focus, dwong ze zichzelf. En dat deed ze. Ze concentreerde zich op de belofte die ze Lucile had gedaan. Op haar nachtelijke telefoongesprek in Noahs auto, de stadslichten die haar voorbij gleden en het besef van dat het goed kwam met Dominique. 'Ik raad je aan om dat niet te doen,' waarschuwde ze Van Hulzen.
'Ik mag mezelf verdedigen. Jullie weten allemaal dat dit onzin is.' Zijn ogen schoten de kantine door. 'Waarom doen jullie niks? Jacob, arresteer haar!'
Een aantal niverials kwamen overeind, maar ze maakten geen aanstalten om naar haar toe te lopen.
Jacob haalde zijn schouders op. 'We mogen niet tegen het CCNG in gaan.'
Melody zette een stap in zijn richting. 'Het is beter als je met me mee werkt. Als je onschuldig blijkt, weten we dat met een korte test.'
'Dit is onzin.' Van Hulzen greep haar pols vast. 'Ik weet wat je probeert te doen. Jij wil mij alleen hebben zodat je me kan vermoorden. Ik weet wat voor een monster jij bent.'
De kou prikte door haar hersenen. Het duwde de warmte van haar herringen weg. Schaduwen stroomden richting de huid die hij vast had. 'Dwing me niet om mijn kracht te gebruiken.'
Van Hulzen antwoordde niet. Zijn geconcentreerde ogen boorden in de hare. Hij weigerde dit te verliezen. Hij was sterker dan de warmste herinneringen, hij had haar alles afgenomen en deze niverials keken toe hoe hij ook dit brak.
Vermoord ze, fluisterde een stem in haar hoofd. De schaduw was sterker dan zij was Het schoot uit haar huid en brandde Van Hulzens hand van haar huid.
De man slaakte een kreet en sprong achteruit. 'Zie je wel!'
Direct verminderde de pijn in haar hoofd. De koud die even zo intens was geweest verdween naar de achtergrond. De schaduwen dansden zachtjes over haar huid. Melody concentreerde zich op het ziekenhuis en het lelijke schilderij. Ze ging hem niet laten winnen. 'Dit is je laatste waarschuwing.'
De man keek haar strak aan. 'Jij...'
Ze plaatste haar hand tegen zijn bovenarm. Haar schaduwen branden tegen zijn huid. Vermoord hem, sisten ze in haar hoofd. En even wilde ze luisteren. Even wilde ze toegeven aan haar verlangen om alles te breken, maar toen herinnerde ze dat Van Hulzen al verloren had. Hij wilde haar alleen met zich meesleuren. Melody was sterker dan dat.
De man viel schreeuwend op zijn knieën. De kou verliet haar hoofd abrupt. Melody dwong de schaduwen terug haar huid in en griste de handboeien van haar riem. Ze klikte ze behendig om zijn polsen. 'Het is afgelopen Douglas. Het heeft geen zin om tegen mij te vechten. Ik heb dit spel vaak genoeg gespeeld om je uit mijn hoofd te houden.'
'Dus je ziet dit als een spelletje? Dit is een serieuze overtreding! Ik zorg ervoor dat je hiervoor gestraft wordt.'
Jacob stapte hun richting uit. 'Jij zorgt helemaal nergens meer voor,' bromde hij. 'Melody, moeten we hem hier in een cel zetten totdat je collega's hier zijn?'
'Graag.' Ze schonk hem een kleine glimlach.
Jacob keek de zaal rond. 'Erika en Blake kunnen jullie meneer Van Hulzen fouilleren en in een cel zetten?'
Erika kwam overeind en wisselde een ongemakkelijke blik met haar collega, waarna de twee Van Hulzen elk bij een arm vastpakten. De man schreeuwde scheldwoorden naar hen toe, maar die negeerden ze volledig. Het verbaasde Melody hoe rustig ze waren. Het was bijna alsof hij hun leidinggevende niet was. Waarschijnlijk was ze niet de enige met een hekel aan de man.
Jacob keek de stille kantine rond. 'Jullie kunnen verder met jullie lunch. Jullie kennen de procedure bij uitval van Van Hulzen.'
Langzaam keerde het geroezemoes terug naar de ruimte. Het was bijna alsof er nooit wat was gebeurd. Maar misschien was dat hoe het hoorde te voelen als je leven veranderde.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top