Hoofdstuk 16 - Papierwerk
Als er niet een grote doos met papier en resten glitter op Melody's bureau had gestaan, zou ze hebben geloofd dat hun plan niet echt was. Hun poging was kinderlijk en zinloos geweest. Het had weinig veranderd. Ze zat nog steeds in hetzelfde kantoor, met hetzelfde probleem en zonder bewijs.
Ze pakte een van de rode mapjes die in de doos zat en bladerde er doorheen. Het was een kort rapport over een niverial die met pensioen was gegaan. Er stond niks in over onvrede en Van Hulzens naam werd niet eens genoemd. Het was simpelweg een oude man die na een lange en succesvolle carrière rust wilde.
Melody probeerde te glimlachen. Het zou fijn moeten voelen om te weten dat de niverials niet volledig verrot waren, maar dat deed het niet. Haar ogen dwaalden naar de doos. Hoeveel rapporten waren soortgelijk? Ze pakte de volgende en scande door de tekst. Het ging over iemand die een goede baan kon krijgen en daarom weg ging. Opnieuw niks schandaligs. Zouden ze het eigenlijk wel opschrijven als er wel iets aan de hand was? Ze legde het rapport op het vorige en reikte weer naar de volle doos. Dit ging nog een lange dag worden.
Het duurde ongeveer een uur voordat Melody haar aandacht verloor. Ze las nog steeds door de teksten, maar de woorden drongen amper meer tot haar door. Alles leek op elkaar. De namen, de verhalen en het gebrek aan drama. Verveeld legde ze het zoveelste rapport op de stapel.
Een zacht gerinkel verloste haar uit haar lijden. Met een opgeluchte glimlach pakte ze haar telefoon. Dominique, stond er op het scherm. Waarom belde ze? Had ze iets gevonden?
Snel drukte Melody op het groene hoorntje. 'Hallo Dominique, waarom bel je?'
'Waarom denk je dat ik bel?'
'Heb je wat gevonden?'
'Iets in die richting. Het is niet veel, maar ik denk dat je het heel interessant vindt.'
Melody hield haar adem in. Was het hen toch gelukt? 'Wat heb je?'
'Ik vertel het liever niet via de telefoon, maar ik zorg ervoor dat je het vanavond hebt.'
'Oh oké,' zei ze zacht. Het idee dat iemand mee kon luisteren voelde vreemd, maar na alles niet onwaarschijnlijk. 'Mag ik wel vragen hoe het met de anderen is?'
'Corvee,' zei Dominique met een zachte lach. 'Maar ik had die prank willen zien. Ik zou graag corvee willen krijgen, als ik jullie onder de glitters zou mogen zien.'
Melody glimlachte. 'Ja, het was een behoorlijk gezicht. Ik heb nog steeds glitter in mijn haar. Heb je tips?'
'Ik heb nog wel een blauw glitterpak liggen. Als je dat draagt, lijkt het alsof je het met opzet hebt gedaan.'
Een proest ontsnapte uit haar mond. 'Zo kan ik niet op mijn werk verschijnen!'
'Alles kan.' Er klonk wat geroezemoes aan de andere kant. 'Ik moet ophangen. Ik heb zo een afspraak met een concurrent van mijn vader.'
'Sterkte. Ik moet eigenlijk ook verder met mijn werk.'
'Wat doe je?'
'Rapporten doorlezen.'
'Ook sterkte toegewenst. We praten nog wel.'
'Tot later.' Melody wachtte tot een zachte piep vertelde dat Dominique had opgehangen. Hun poging was dus toch niet helemaal hopeloos geweest. Ze kon niet wachten tot ze zag wat Dominique gevonden had. Met nieuwe energie pakte ze het volgende rapport uit de doos. Toen viel haar blik op de weg leg stapel. Richard, stond er op het mapje wat ze voor haar telefoongesprek aan de kant had gelegd. De naam kwam haar bekend voor.
Ze legde het rapport wat ze vast had terug en schoof het mapje naar haar toe. Was dit niet de niverial van de anti-begaafdenvereniging? Ze las de eerste pagina nogmaals, ditmaal aandachtiger. Het was niet anders dan alle andere teksten die ze had gelezen. De niverial was al oud geweest en had niet lang na de reorganisatie besloten dat hij rust wilde. Het voelde als een oude man die niet tegen verandering kon. Melody sloeg het blad om en keek naar de achterkant tot ze bij Richards eigen verklaring.
Reden voor vertrek:
Een stelletje egoïstische lafaards dat alleen aan zichzelf denkt en vergeet wat het betekent om niverials te zijn. (En Colette's ontslag)
Melody las het nogmaals. Hij klonk behoorlijk boos, maar hij voelde niet als het soort persoon dat zoiets over een reorganisatie zou zeggen. Dit moest om meer gaan. Waarom was Colette eigenlijk ontslagen?
Melody keek met open mond naar het papier. Hoe had ze hier de eerste keer over heen kunnen lezen? Dit kon de doorbraak zijn die ze nodig hadden. Snel legde ze het rapport aan de kant en kieperde de doos op zijn kop. Als Colette ontslagen was, dan zou er een map moeten zijn met haar naam erop. Haar vingers gleden tussen de plastic mapjes door. Snel legde ze degenen met andere namen terug in de doos tot ze de juiste had gevonden.
Met een tevreden glimlach liet ze haar ogen over de regels glijden. Er stond niks in over een incident en het vakje "reden voor vertrek," was leeg gelaten. Langzaam zakten Melody's mondhoeken naar beneden. Een geconcentreerde frons verscheen op haar gezicht. Hier klopte iets niet. Was dit wel de juiste Colette?
Ze bladerde terug naar de eerste pagina. "Colette Eisenberg," las de naam. Het vakje "heeft ontslag genomen," was aangekruist. Er was opnieuw geen reden aangegeven. Sommige hokjes waren zelfs leeg gelaten.
Melody pakte Richards rapport en las de tekst nogmaals. Hoe kon hij weg gaan wegens Colette's ontslag, als ze zelf was weggegaan? Er miste een onderdeel van het verhaal. Een dat de persoon die dit rapport had ingevuld zorgvuldig had weggelaten. Wie was dat eigenlijk?
Melody bladerde naar de laatste pagina. Onderaan stond Colette's naam en handtekening. In het vakje ernaast stond geen naam. Er was alleen een slordige handtekening neergezet. Ze pakte het papier op en keek aandachtig naar de blauwe pen lijntjes. De eerste letter was een soort boogje, snel gevolgd door een driehoek en toen een boogje de andere kant uit.
'J... a... c...' Het voelde alsof haar hart in haar lichaam wegzonk, toen Melody realiseerde wat er stond.
Jacob.
Ze sprong overeind en griste de rapporten van haar bureau. Dit moest ze aan Raul vertellen. Melody had geen idee wat dit betekende, maar ze wist wel dat het niet goed was. Ze haastte zich de gang op. Het lukte haar nog net om de vrouw die met een kop koffie voorbij liep te ontwijken.
'Sorry,' zei ze snel. Melody wilde verder lopen toen ze de vrouw nog eens goed bekeek. Ze had lang zwart haar dat hier en daar grijs werd. Haar vriendelijke ogen vormden een vreemd contrast met haar scherpe gezicht. Het was Alana Vivier, haar baas.
'Kan gebeuren. Het is nooit verkeerd om je te haasten voor koffie,' lachtte de vrouw.
'Ja,' zei ze zacht. Ze klemde de rapporten wat dichter tegen zich aan.
'Is er wat?'
'Nee, nou ja, ik had iets gevonden in de papieren die we van het Niverium hebben gekregen. Ik wilde het met Raul overleggen en was iets te enthousiast.'
'Oh, dat is interessant. Ik zal je niet ophouden, maar vergeet niet om zo wel even pauze te nemen, hè?'
'Ja, ik zal er om denken.' Melody haastte zich verder. In de reflectie van de glazen deur zag ze de vrouw glimlachen. Melody kon een grinnik niet onderdrukken. Waarschijnlijk zag ze er kinderlijk uit met haar enthousiasme. Gelukkig begreep Alana hoe belangrijk dit voor haar was.
Snel liep ze naar Rauls kantoor. De deur stond open en twee van de drie bureaus waren leeg. Tenminste in de zin dat er geen personen achter zaten. De hoeveelheid papieren die er op lagen, maakten de plek allesbehalve leeg. Achter het derde zat Raul. De man keek geconcentreerd naar een A4 papier.
'Raul.' Ze liep de ruimte in en plaatste de twee mappen op zijn chaotische bureau.
'Melody.' Hij legde het papier aan de kant en keek haar aan. 'Waarom kijk je zo geconcentreerd?'
'Ik heb wat gevonden.' Ze wees naar de rapporten. 'Er i-'
'Vertel me niks. Ik wil het zelf lezen en kijken of ik het ook zie.'
'Oké.' Melody plofte op een van de lege stoelen. 'Waarom eigenlijk?'
'Omdat je meer ziet als je niet weet waarop je moet letten,' legde hij uit. 'Daarnaast ga je als je een paar weken naar papieren staart dingen zien die er niet zijn. Als iemand onafhankelijk van jou tot dezelfde conclusie komt, weet je zeker dat je het goed hebt gezien.'
'Ik weet zeker dat ik het goed heb gezien.'
'Is het zo duidelijk?' Hij opende Colettes map en zette zijn vinger tegen het papier. Langzaam gleden zijn ogen over de regels.
'Als je het goed leest wel.'
Hij knikte en las verder. Na wat een eeuwigheid leek te duren pakte hij de map van Richard. Opnieuw las hij de tekst in een akelig traag tempo. Het liefst wilde Melody overeind springen en hem aanwijzen waar het stond, maar hij wist in tegenstelling tot haar wel wat hij deed. Dus hield ze zich in.
'En?' vroeg ze toen hij het mapje dichtsloeg.
'Het is interessant, maar ik heb ook al een vermoeden waarom.'
'Hoe?'
'Ik ken Jacob langer dan vandaag. Waarom bellen we hem niet even?'
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top