Hoofdstuk 1: Een saaie dag
Koeskoek koekoek!
Deed de koekoeksklok.
"Scarlett opstaan. Je moet naar de fabriek." hoorde ik mijn moeder zeggen. Ik zuchtte en draaide me om met mijn gezicht tegen de muur. "Scarlett." "Ik wil niet opstaan... "
"Tuurlijk niet." zei mijn moeder en ze trok de dekens van me af. Soms kan ze toch echt zagen. Ik zuchtte nogmaals en hees me overeind. In het schemerdonker wierp ik even een blik op de klok. Kwart na vijf. Ik heb nog tijd.
Langzaam slofte ik naar de badkamer. Nou ja, zo noemden wij dat. Eigenlijk is het een klein kamertje waar nauwelijks genoeg plaats is voor één persoon. Er hangt een kleine ijzeren pompenbakje en een pomp. Daar mee moeten we het doen. We mogen al blij zijn dat we vloeibaar water hebben. Wij wonen in het arme deel van de stad. Hier wonen de mijnwerkers, arbeiders van de fabrieken en alle anderen die zich kapot moeten werken om hun kost te verdienen.
Ik ben Scarlett Griner. Ik ben zeventien jaar oud. Bijna oud genoeg om van de fabriek weg te gaan.
Ik behoor tot de fabriek arbeiders.
Dat betekent dat ik elke dag van zes uur 's ochtends tot vijf uur 's avonds werk. Hiermee verdien ik vijftig mora's * per dag. Dat is erg weinig voor een gezin met vijf kinderen.
Mijn oudere broer, Nyan, werkt op een andere fabriek. In onze stad zijn er drie fabrieken. Ééntje voor zeppelins, want onze stad maakt de beste zeppelins van het land. Ééntje voor de kleding, dat is waar ik werk. En één voor afval. Van dat afval wordt brandstof gemaakt voor de auto's en de zeppelins.
"Scarlett, sta daar niet zo te staren naar de spiegel en doe door. Ik wil niet dat je te laat komt, anders gaat Rolf je weer minder betalen." Rolf is de fabrieksbaas. Een dikke nek.
Hij moet slechts in zijn favorite rode zetel zitten en de winst natellen. Zijn leven loopt op rolletjes. Dat kan ik van de mijne niet zeggen. "Scarlett! " het was vader deze keer. "Ja, ik kom! " roep ik. Ik pak mijn kam en haal deze ruw door mijn lange rode haren. Ik haastte me naar beneden. In de keuken aan de grote tafel zat mijn hele gezin te ontbijten. Mama stond aan het fornuis eieren te koken. Vader zat zijn krant te lezen. Mijn oudste broer, Nyan, was een discussie aan het voeren met mijn jongere zus, Loenia. Ze is net zestien geworden en denkt dat ze volwassen is: Ze mengt zich in ieder gesprek die papa en mama voeren met ons, de ouderen van het huis. Het resultaat: zij mag de afwas doen.
Mijn kleine broertje Michael is een verhaaltje aan het vertellen aan mijn baby zusje die hem met grote ogen aankijkt.
Ik ging aan tafel zitten. "Scarlett, wil je vandaag in de winkel nieuwe eiren en een zak aardappelen gaan halen, nadat je gewerkt hebt? " vroeg Vader zonder van zijn krant op te kijken. "Ja." antwoordde ik. Het is beter dan thuis te zitten, alleszins.
Mama geeft mij een warme ei en een lepel. Ik eet zo snel mogelijk mijn ei op en verlies daarbij de koekoeksklok niet uit het oog. Nog maar een halfuur. Als ik klaar ben, ren ik snel de krakkemikkige trap terug op naar de slaapkamer. De meisjes slapen appart met mama en de jongens appart met papa.
Ik ren naar mijn bed en haal er een grote kist onderuit. Uit die kist haal ik mijn uniform: een grijze broekpak en een riem. Ik schiet in mijn kleren en doe mijn laarzen aan. We zijn verplicht om hoog schoeisel te dragen.
Nog een kwartier. Ik grijp mijn schoudertas, mijn geld dat ik een beetje probeer te sparen en haast mezelf naar buiten. Nog maar tien minuten en dan wordt iedereen aan de poort verwacht. Als ik te laat kom, zal Rolf pissig worden en mijn loon kunnen beperken. En dat wil ik absoluut vermijden. We komen nauwelijks rond met de bijdrage die ik nu lever. Ik durf al niet te denken wat er zal gebeuren als ik nog minder ga verdienen...
Ik woon op een kwartier van de fabriek af. Voor mij is het kortbij maar Nyan moet naar helemaal de andere kant van de stad, naar het luxe deel van de stad.
Ik begin te rennen. Sneller en sneller ren ik door de straten. Nog vijf minuten. Ik begin me stilletjes zorgen te maken. Daar! De poorten. Ik zie nog een rij van ongeveer tien mensen staan. Oef. Ik ben nog op tijd. Snel sluit ik aan in de rij en grabbel in mijn zakken. Ik haal er een klein rood boekje met een slang in een vorm van een tandwiel er uit. Marcus, één van de opzichters, neemt dat aan en zet een stempel bij de datum van vandaag. "Volgende." zegt hij nors. Blijkbaar was ik toch niet de laatste. Snel loop ik de fabriek binnen. Mijn saaie werkdag kan beginnen.
-----------------------------------------------------------
*mora's: De munteenheid die men in Scarletts land gebruikt. Één mora komt ongeveer overeen met vijftig eurocent.
-----------------------------------------------------------
Hya lezertjes, ik heb besloten om dit boek toch paralel te schrijven met T.T.N.D.1 te schrijven omdat ik steeds meer ideeën krijg voor Scarletts verhaal. Geniet van dit eerste hoofdstuk.
~Anastasia❤
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top