Deel 2
Het gras knispert. Het wordt plat gedrukt door twee voetjes. De voetjes roffelen over de aarde in een snel tempo. Het wordt veroorzaakt door een meisje dat over het grasveld holt. Ze is op weg naar het speelpleintje. Recht op de schommel af, waar een ander meisje zich bevindt. Het meisje bij de schommel kijkt op en toont een kleine lach. De ander lacht met een brede grijns terug. Tijdens het rennen deint het rugzakje op haar rug op en neer. En in de tas rammelen enkele spullen door het schudden van de tas.
Ze komt tot stilstand bij de schommel en het rammelen stopt abrupt. Ze kijken elkaar een paar tellen in stilte aan voor de een opgewekt begint met praten:
"Lies, ik ben terug. Ik kan je eindelijk weer zien. Ik heb de hele dag gewacht tot school voorbij was."
"Ik ben ook blij jou weer te zien, Lot."
Het meisje met het rugzakje grijpt de ander bij de arm en trekt haar met zich mee naar beneden. Ze laten zich met een plof in het gras vallen. Vlak bij een van de palen van de schommel, die uit de grond steekt. Terwijl de een met de rug tegen de paal aanleunt, haalt de ander de tas van haar rug en begint er in te graaien.
"Ik heb wat voor je meegenomen. Ik weet zeker dat als je dit eet je weer heel snel beter zal worden."
Uit de tas komt een groot stuk koek tevoorschijn. Het zit in een plastic verpakking dat al snel door een paar handen open wordt getrokken. Het oudste meisje breekt de koek in tweeën en biedt een van de helften aan haar zusje aan. De jongste kijkt naar de hand die de koek aanbiedt, maar heeft een twijfelachtige uitdrukking op haar gezicht.
"Het is je favoriete koekje. Ik heb het speciaal voor jou meegenomen. Neem maar een stukje, Lies."
"Ik heb geen honger."
"Kom op, het is je favoriet! Hier heb je toch wel zin in?"
"Ik heb geen zin meer in eten, Lot. Ik kan niet meer eten."
"Hoezo niet?"
Ze kijkt met een vragende blik naar haar zusje, terwijl ze nog steeds het stuk koek naar haar uitsteekt. In haar ogen lijkt de verwarring te spreken, maar bij de ander is er pijn te vinden in de ogen. Haar mondhoeken wijzen een beetje naar beneden en haar onderlip begint te trillen. Als er tranen in haar ogen beginnen te vormen, verandert de vragende blik van de ander in een blik van bezorgdheid. Snel schuift ze dichterbij en omhelst haar zusje. Haar handen wrijven op een troostende manier over de rug van de ander. Die ander begint daardoor alleen maar met grote halen te snikken. Toch krijgt ze het voor elkaar om tussen de halen door een paar zinnen uit te stamelen.
"Ik kom niet meer naar school toe. En ik ga ook niet meer naar huis toe. Het kan niet meer! Ik kan die dingen niet meer doen. Ik wil je niet dat je alleen bent. Ik kan je niet achterlaten. Maar ik kan er niks aan doen. Ik kan niet meer bij je blijven, Lot."
"Hoezo niet meer? Waarom niet?"
"We kunnen gewoon niet voor altijd samen zijn. We kunnen niet voor altijd bij elkaar blijven. Ik moet gaan! Ik moet je alleen laten."
"Onzin! Zeg dat niet. Wij blijven vrienden voor altijd. Wij blijven samen!"
De stilte valt en blijft hangen voor een lange tijd. Al die tijd blijven de twee op hun plaats zitten. Tot de een op staat en de ander bij de hand pakt en zegt:
"Kom laten we gaan schommelen. Zoals altijd."
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top