Deel 1

Het giechelen van kleine meisjes snijdt door de zware avondlucht. Het giechelen gaat gepaard aan het schrieken van ijzer. Beide geluiden worden veroorzaakt door de twee meisjes, die zich vermaken op de schommel van een verlaten speeltuin. Om de beurt zwaait de een omhoog en de ander naar beneden. Ze gillen van plezier als ze de hoogte in gaan en hun beentjes boven ze uitslingeren. Vervolgens worden ze weer terug naar de aarde getrokken en glijden met hun blote voetjes langs het vochtige gras, waarna ze weer omhoog zwaaien.

De nacht is donker en kil. Op enkele meters afstand staat een lantaarnpaal, die zijn licht schijnt over de schommel met de twee meisjes. Het flikkert. Alhoewel de meesten een naar gevoel zouden krijgen van de dreigende sfeer die de lantaarnpaal creëert, ervaren de kinderen weinig ongemak. Ze voelen zich op hun gerustgesteld, want ze hebben elkaar. Door het vertrouwen tussen de twee hoeven ze zich geen zorgen te maken over de wereld om hen heen. Het is niet van belang. Hun band overheerst. De band van twee tweelingzussen. De band van levenslange vriendschap.

De snelheid waarmee ze heen en weer bewegen vermindert langzaamaan. En een van de zussen, de oudste van de twee, richt zich op de andere alvorens het gesprek te starten;

"Lies. Papa en mama zeggen dat je nog steeds niet beter bent. Kun je morgen alweer niet naar school toe komen? "

"Nee, ik ben nog ziek. Ik moet thuis blijven, dus ik kan niet met je meegaan."

"Het is zo saai, als jij er niet bent. Ik voel me zo alleen zonder jou. Je moet me beloven dat je snel beter wordt."

"Natuurlijk, doe ik dat. Overmorgen ben ik niet meer ziek en dan gaan we weer samen naar school toe"

"Belooft?"

"Belooft."

Tevreden met het antwoord van haar zusje springt de eerste van de nog zwaaiende schommel af en de ander volgt al snel het voorbeeld. En springt tijdens de weg omhoog ook van de schommel af. Het eerste zusje lacht naar haar jongere zusje. De lach is bedoeld om de ander te troosten. Die ander lacht ook terug. Ze zijn beiden gerust gesteld. De twee omhelzen elkander, zoals ze vaker deden. Een omhelzing is iets dat ze deden als ze uit elkaar gingen, omdat ze zonder iets te hoeven zeggen hun waardering voor de ander konden uiten. Het is hun manier van afscheid nemen voor de enkele keren dat ze gedwongen waren afscheid te nemen. Ze waren nou eenmaal haast onafscheidelijk.

Als ze loslaten zegt de oudste van de twee: "Nooit vergeten, jij bent mijn beste vriendin."

"Ik weet het allang. Wij blijven vrienden tot het einde. Ik beloof het, Lot."

"We worden samen oud."

De twee stappen uit elkaar. De oudste draait zich langzaam weg van de jongste en verzekert zichzelf dat ze morgen weer samen zullen zijn door te vragen: "Tot morgen dan maar?"

"Tot morgen. Ik zal op je wachten bij de schommel."

Ze draait zichzelf helemaal om en loopt het speelplein af om de weg naar hun huis te volgen. Op het plein blijft een schommel achter in het flikkerende licht van de lantaarnpaal. Twee zitjes hangen in het licht. Een piepend geluid toont aan dat er nog beweging in de schommel zit. Een van de zitjes schommelt nog langzaam voor een tijdje door. Het vermindert al gauw vaart en komt tot stilstand. Het andere zitje hing al die tijd nog stil.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top