Richmond

Riiinnnnngggggg. Shit, het brandalarm. Ik ren. Ren zo hard als ik kan, ik voel de hitte achter me. De vlammen gaan me in halen. Alle uitgangen zijn onmogelijk om bij te komen. Ik ben in het weeshuis waarin ik ben opgegroeid op de eerste etage. Niemand anders was er. Iedereen is op kamp, dat doen ze elk jaar. Ik ben nu 15 en daarom veruit de oudste hier. Ik had huisarrest en ze dachten zij redt het wel, 1 weekje in haar eentje. Ze zijn nu net 2 dagen weg en ik hoorde een ontploffing. En toen stond het hele gebouw in de fik. En daarom ren ik nu zo hard als ik kan naar laatst mogelijke uitgang. Het raam. Het is niet zo maar een raam. Het is het duurste raam uit het hele gebouw, vol glas in lood met Jezus en Maria afgebeeld. Maar wat kan het schelen, als ze terug zijn is toch het hele gebouw afgefikt en dan ben ik allang weg. Ik zie het raam en ren harder. Het is bijna onmogelijk om nog te ademen. Ik voel het vuur mijn hielen likken. Ik heb de neiging om te gillen maar ik hou me in. Als ik nu gil haal ik het niet met de zuurstof die ik nog over heb. Ik breng mijn armen boven mijn hoofd en beuk zo hard mogelijk tegen het raam. Ik schiet er doorheen, maak een salto en beland precies op mijn voeten neer. Ik ren verder zo hard als ik kan. Iedereen zou nu vast denken, "wat?! dat kan niet. Je kan niet uit het raam springend zo perfect een salto maken." Maar dat krijg je nou eenmaal als je 10 jaar op judo, ballet en turnen zit.

Ik ren nu al uren te minste zo voelt het. Ik ben de stad verlaten en ren nu door het bos. Ik heb een aardig goede conditie, maar ik raak ook uitgeput. Ik ga tegen een boom zitten en kijk omhoog. Even zag ik de blauwe lucht maar al snel word alles zwart.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top