12. Shay

Jil verraste me echt toen ze zei dat wij met z'n tweeën mee mochten doen in de schoolband. Zij zingt, ik speel keyboard. Ik kan het nog steeds niet geloven, wil haar een dikke knuffel geven en juichen, maar hou me in. Dan staat Petra op.
"Ik ga naar het toilet."
Ze loopt weg. Het blijft even stil.
"Moeten we misschien-" begint Jack, maar Allisja houdt hem tegen.
"Laat haar maar even. Ze heeft... Problemen thuis."
Het blijft weer even stil.
"Wat voor een problemen dan?" vraagt Menno.
Allisja antwoordt niet. Jill kijkt in gedachten verzonken naar de plek waar Petra zat voor ze wegliep.
"Alli, je kan het ons wel zeggen...." zeurt Menno.
Allisja kijkt hem kwaad aan.
"Nee! Petra heeft me in vertrouwen vertelt wat er aan de hand is thuis, en ik heb haar beloofd dat vertrouwen niet te beschamen. Als ze het zelf wil zal ze het wel vertellen, maar tot die tijd laten jullie het."
Menno wilde er iets tegenin brengen, maar de kwade blik van Allisja liet hem zwijgen. Het blijft weer stil, maar niet heel lang.
"Gaan we woensdag nog oefenen?" vraagt Jack.
Jackie kijkt hem verbaasd aan.
"We zouden vrijdag oefenen sufferd. Hoe kom je nou weer bij woensdag?"
"Ik dacht woensdag."
"Woensdag heb je training. Dan kán je niet eens."
"Oh ja."
Ik en Menno grinniken even. Bruce kijkt Jackie verbaasd aan.
"Ik dacht ook woensdag."
"Zaagselhoofden, jullie allebei." antwoordt ze hoofdschuddend.
Dat laat mij en Menno nog harder lachen, waardoor Jill opschrikt uit haar gedachten.
"Wat is er"
"We hebben twee zaagselhoofden in ons midden."
Jill lijkt het niet te snappen, maar ik en Menno rollen bijna van onze stoel van het lachen.
"Wat?"
"Lang verhaal. Jongens zijn zaagselhoofden." antwoordt Jackie.
Ik en Menno lachen nog meer en nog harder, waardoor ik zelfs buikpijn krijg van het lachen. Dan gaat de bel en moeten we weer naar de les. Op de gang maakte Bruce een opmerking die ons allemaal liet lachen.
"Gaan we nou woensdag of vrijdag oefenen?"

Na school fietsen ik en Jill naar huis.
"Wanneer gaan we eigenlijk met de schoolband oefenen?" vraag ik.
"Euh... Volgens mij zei ze donderdag, maar dat vraag ik nog wel even aan haar."
Jill glimlacht naar me. Ik moet zeggen, ze is veranderd. Eerst was ze verlegen, afzijdig en stil, maar nu is ze nog wel een beetje verleggen, maar minder afzijdig en stil. Ze is vrolijker. Ik merk dat ik naar haar zit te staren. Vlug kijk ik weer weg. Zwijgend fietsen we verder.
"Nog bedankt dat je mij noemde toen ze vroegen of je een goede keyboardspeler kende." zeg ik.
Jill wordt rood.
"Jij bent een goede keyboardspeler. Dat is een feit. Bovendien..." Ze zwijgt even.
"Bovendien voel ik me prettiger met een bekend, aardig iemand om me heen." mompelt ze erachteraan.
Ik voel mijn wangen rood worden. We blijven even zwijgend naast elkaar fietsen.
"Bedankt."
Jill glimlacht, maar haar wangen blijven rood.
"Tot morgen."
Ze slaat af, naar haar huis.
"Tot morgen."

Thuis bereid ik het stuk nog een keer voor. Het stuk dat we gaan spelen bij de talentenjacht welteverstaan. Het is niet moeilijk, maar wel met veel afwisselingen. We hebben een soort mix van allerlei liedjes gemaakt. Vandaar dat ik de afwisseling onder de knie moet krijgen. Ik ken het wel, daar niet van. Maar het moet perfect. Perfecter dan perfect.

Na het eten ga ik huiswerk maken. Morgen SO wiskunde, en ik ken helemaal niks. Terwijl ik formules in mijn hoofd probeer te stampen gaat de deur open.
"Shay?"
Het is mijn moeder. Ik kijk op van mijn wiskundeboek.
"Je weet dat de oom en tante er nu zijn vanwege de talentenjacht?"
Oh ja, toen ik aan mam vertelde dat ik meedeed belde ze de hele familie op. Ze komen allemaal kijken. Geweldig. Mijn moeder vond het een goed idee, want dan konden ze mooi meteen het nieuwe huis zien. Mijn vader was het daar mee eens. Dus, helaas voor mij, moet ik daaronder lijden. Mijn nichtje Isa komt bij mij op de kamer, mijn oom en tante gaan op de logeerkamer. Isa heeft nog een oudere broer, maar die is uit huis en kon vanwege zijn studie niet logeren. Hij komt wel kijken.
"Oké. Staat genoteerd. Ik moet even wiskunde doen en dan kom ik." zeg ik tegen mam.
Ze gaat de kamer weer uit. Ik zucht. Het is nu dinsdag. Dat betekent vier nachten met Isa op de kamer slapen. Geweldig... Ik hou van mijn nichtje, echt waar. Maar ten eerste snurkt ze echt enorm erg en hard, en ten tweede is het een flapuit. Ze zegt direct wat in haar op komt, beledigend of niet. Zuchtend begin ik weer met mijn wiskunde.

Beneden moest ik iedereen even gedag zeggen. Mijn oom is een lange man met rood haar, wat best grappig is, omdat het altijd alle kanten op staat. Mijn tante is een blondharige vrouw met naaldhakken. Ze draagt ook echt niks anders. Geen sneakers, geen laarzen, alleen naaldhakken. Zelfs als we een boswandeling gaan maken. Isa heeft het rode haar van haar vader, sproeten en vrolijke, groene ogen. Ze is zeven jaar en zoals ik al zei, een enorme flapuit en snurker.
"En, hoe is het op school?" vraagt mijn oom als hij zijn koffie op heeft gedronken.
Ik haal mijn schouders op.
"Gewoon. Het is school."
"Heb je veel vrienden?" vraagt hij verder.
Ik knik.
"Wonen ze ook in de buurt?"
Opnieuw knik ik. Dan begint mijn vader een gesprek over de economie en ben ik verlost van de vragen over school en vrienden. Isa verveelde zich en schopte de hele tijd tegen het bijzettafeltje aan. Ook al zeiden mijn oom en tante er wel eens wat van, ze wilde niet stoppen.
"Waarom gaan jullie twee anders niet even de buurt verkennen?" stelt mijn tante voor.
"Jaaaaaaa!" roept Isa, en ze sleurt me mee naar de kapstok.
"Op tijd thuis zijn Shay. Dat betekent vóór het donker." roept mijn moeder ons na.
Alsof ik ooit later thuis gekomen ben.

Buiten waait het. Isa springt de hel tijd op en neer, rende de straat over en vroeg continu dingen over mijn sociale leven.
"Heb je vrienden? Zijn ze aardig? Wat doe je zoal? Zijn er veel leuke meisjes bij je op school? Ben je verliefd? Heb je ver-ké-ring."
Verkering sprak ze op een manier uit alsof ze het woord net ontdekt had en het voor het eerst uitsprak. Ik rol met mijn ogen.
"Ja, ja, gaat je niet aan, mhoa..."
Verder kwam ik niet. Isa had besloten dat we af gingen slaan en sloeg af naar de straat waar Jill woont. Ik had niet in gedachten dat we hier nog even langs gingen, maar oké. Waarom ook niet.
"Ben je verliehiefd?" vraagt Isa.
Ik denk even na.
"Nee."
"Tuurlijk wel. Je wangen werden rood. Hoe heet ze? Is ze aardig? Hoe ziet ze eruit? Hebben jullie ver-ké-ring?"
Ik zucht.
"Als je zo snel vragen stelt kan ik ze niet beantwoorden. Ja, ik ben verliefd. Ze heet Jill, is heel aardig, kan goed zingen, heeft bruin haar en blauwe ogen en nee, we hebben geen verkering."
Isa's ogen twinkelen.
"Waarom niet? Ik heb wel verkering. Met Joan, en hij is heel aardig. We spelen vaak tikkertje, en dat laat hij mij nooit de tikker zijn."
Isa, je bent zeven. Verkering is niet dat je elkaar geen tikker laat zijn. Toch zeg ik deze woorden niet hardop, want Isa is doorgelopen en sleurde mij mee.
"Zullen we belletje lellen?"
Voor ik antwoorden kon belde ze al aan en rende ze er giechelend vandoor. Ik herken het huis. Het is het huis van Jill. Jill doet open.
"O. Hoi Shay."
Ik voel mijn wangen rood worden. Tsja, daar sta je dan.
"Euh.. Hoi Jill. Sorry dat er aangebeld werd. Dat was mijn nichtje, Isa."
"Aha."
Het blijft even stil. Isa komt aangelopen vanuit de hoek.
"Sukkel! Als ik belletje lel moet je wegrennen! Nu heb je het verpest."
Jill glimlacht naar haar.
"Hoi, jij bent vast Isa."
Isa schrok dat Jill haar naam wist.
"Hoe weet jij mijn naam?"
"Dat vertelde Shay me net."
Isa kijkt me met grote ogen aan.
"Verrader! Wie is dat dan? Moet ik haar kennen?"
"Dat is Jill, Jill uit mijn klas."
Ik dacht niet na bij wat ik zei, en wist meteen dat ik daar spijt van zou gaan krijgen.
"Die Jill die jij leuk vond? Die Jill waarmee je nog geen verkering hebt?"
Voor ik iets kon doen flapte Isa het al uit. Jill werd rood.
"Euh.. We moeten maar weer eens gaan. Tor morgen Jill!"
Ik trek Isa mee, weg van de open deur met Jill erin. Isa snapte blijkbaar niet dat ze iets fout gedaan had.
"Het is toch nog niet donker?"
"Als je niet uitkijkt straks voor jou wel." mompel ik.
Ik keek even om of Jill nog in de deuropening stond. En ja hoor, ze stond er nog, met een knalrood hoofd. Toen ze zag dat ik omkeek werd ze nog roder en deed de deur vlug dicht.
"Je bent heel erg rood Shay. Ben je ziek?"
Ziek van schaamte ja.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top