Hoofdstuk 4
'Ik dacht dat je vanmiddag met Ruby mee zou gaan?' Mam kijkt me vragend aan, als ik haar eindelijk heb gevonden. Ze staat midden in de rommelige garage dat nu dient als opslagplaats voor kunstwerken die we niet in huis kunnen of willen hangen. Ze heeft een schort met rode verf spetters om haar middel geknoopt. Er zit zelfs verf in haar grijs blonde haar. Ze lijkt Ruby wel. Hoe ze dat altijd voor elkaar krijgt, is mij een raadsel.
Ik bijt op mijn lip en schud mijn hoofd. Moet ik haar de waarheid vertellen of een opgemaakte versie ervan? 'Mam, je hebt verf in je haar,' zeg ik dan maar als ik niet uit mijn dilemma kom.
'Oh,' zegt ze en ze veegt door haar haren, het enkel erger makend. Haar blauwe ogen ontmoeten de mijne opnieuw. 'Is er wat gebeurd?'
Moeders houdt je niet zo makkelijk voor de gek. Zelfs als ze je bloed niet delen.
'Ruby wordt zo waardeloos behandeld op school en ik probeerde haar te helpen. Ik dacht echt dat ik het juiste deed, maar volgens mij geeft het Revellium meer om hun status dan om zijn leerlingen. Tot overmaat van ramp kwam ook nog Dorothea, met haar moraliserende praat. "We moeten allemaal onze eigen verantwoordelijkheid nemen" geblabla,' zeg ik, een stem opzettend. 'Ik heb het allemaal erger gemaakt voor haar en nu heeft ze huisarrest.' Ik laat me op een krukje neerploffen en leun op mijn handen.
'Wat een nare situatie.' Mijn moeder veegt haar vingers af aan een vuile doek en leunt tegen de stenen muur. Ze kijkt me bezorgt aan. 'Waarom denk je dat je het erger hebt gemaakt?'
'Ik denk het niet, mam, ik weet het. Omdat door mij Ruby morgen een gesprek heeft met de decaan, die van tevoren al besloten heeft dat Cyrene het slachtoffer is, terwijl ze dat duidelijk niet is.' Ik blaas een zwarte lok haar uit mijn gezicht en sla mijn ogen neer. Nu ik het zo opsom, lijkt het allemaal nog veel minder positief.
'Scarlet, jij hebt de keuze van de decaan niet gemaakt. Dat doet die vrouw zelf,' zegt ze bijna streng. Ze zal nooit geloven dat dit mijn fout is, daarvoor houdt ze te veel van me.
'Dat weet ik wel, maar dat maakt het extra frustrerend. Als ik niks had gezegd was dit misschien niet zo gebeurd. Ik houd van Ruby en ik zou haar juist moeten steunen en helpen, in plaats van haar nog meer voor de leeuwen gooien.' Ik klem mijn kaken op elkaar. Mislukking, dat zou mijn tweede naam moeten zijn. Of gewoon "slechte vriendin".
Mijn moeder stapt naar me toe en kijkt naar haar met ruige strepen bedekte doek. Ze pakt een borstel van het met verf bedekte karton dat onder haar ezel ligt. 'Ik geloof niet dat je het met opzet hebt gedaan. We maken allemaal fouten.'
'Ik zou Ruby nooit met opzet pijn doen.' Volgens mij ben ik überhaupt niet in staat om mensen opzettelijk pijn te doen.
'Dat weet ik toch, meisjelief.' Mam glimlacht voor ze de borstel in de rode verf doopt. 'Als je wilt, kan ik Dorothea voor je bellen?'
Een huivering trekt door mijn lichaam als ik de verf zie, me terugtrekkend naar vanochtend. Ruby's gezicht toen de verf haar kruin raakte. De pijn in haar ogen. 'Ik denk niet dat het veel gaat helpen. Ze is net zo stug als mijn haar.' Ik pers er een glimlach uit, maar oprecht voelt het niet.
'Gelukkig is die Ruby van je ook een taaie. Ik weet zeker dat het wel goed komt. Ik denk niet dat die schat zich klein laat maken.' Met een tweede kwast schildert ze groene strepen op het doek. Het is een vreselijke kleuren combinatie.
'Dat is ze zeker,' mompel ik. Even laat ik het schilderij op me inwerken, maar hoe ik het ook probeer, ik kan er geen touw aan vastknopen. 'Wat maak je?' vraag ik in de hoop het gesprek van onderwerp te doen veranderen. Genoeg over mijn fouten en mislukkingen.
'Een aardbeientuin.' Mam glimlacht opnieuw en bestudeert het abstracte schilderij. 'Maar dat houden we tussen ons, anders verkoopt het nooit. Voor de klanten is het een uiting van frustratie over het onrecht in onze huidige maatschappij.'
Een lach ontsnapt me. Nogmaals kijk ik naar het doek en probeer er weer wat van te maken. Het is een bende aan strepen van rood en groen, hier en daar wat bruin en andere kleuren die als een mengelmoes door elkaar heen lopen. Kunst spreekt meestal wel tot me, maar wat mam maakt, begrijp ik nooit. Sowieso snap ik niet dat mensen abstracte kunst kopen, anders dan psychologen die het dan aan de muur kunnen hangen, zodat cliënten zich af kunnen vragen wat er nou op dat doek staat. 'Het is inderdaad... abstract,' zeg ik. Ik houd van mam, maar met haar kunst kan ik echt niks. Behalve dat ene schilderijtje dat op mijn kamer hangt. Het bestaat compleet uit aardetinten en een beetje blauw en groen. Het heeft iets rustgevends, maar dat is lang niet zo'n chaos als wat ik hier op het doek zie.
Mam lacht zacht, ze weet hoe ik erover denk. 'Als je het beter kan, er is nog wel ergens een leeg doek.' Ik weet dat ze stiekem hoopt dat ik haar passie voor kunst ooit zal delen, al zijn we er beiden van bewust dat het niet gaat gebeuren. Toch heb ik bewondering voor haar doorzettingsvermogen.
'Mam, we weten allebei dat ik dat inzicht niet heb. Dat wat ik zou willen maken, kan ik niet. Ik houd het wel bij de muziek en het aanrecht. Waar heb je zin in vanavond?' Koken is niet echt een passie, maar ik vind het wel leuk om mijn gedachten ergens anders op te richten dan school. Zolang het maar niet al te lang duurt, vind ik koken leuk.
'Mmm lekker.' Even staart mijn moeder naar het doek alsof het haar een idee zou kunnen geven. Net als Ruby heeft ze de meest vreemde inspiratiebronnen. 'Macaroni misschien?'
'Hebben we broccoli? Ik heb zin in broccoli en een kaassaus.' Mijn zelfgemaakte mac 'n cheese, maar dan niet de goedkope Amerikaanse variant. Eentje die daadwerkelijk groente bevat.
'Ik denk het wel en anders is er nog wel bloemkool. Dat kun je vast ook wel gebruiken. Het is bijna hetzelfde.'
Ik rol met mijn ogen. 'Mam, dat komt niet eens in de buurt van hetzelfde. Houd jij je maar bezig met... dat daar,' zeg ik wijzend naar het doek, 'dan zorg ik dat we tenminste iets eetbaars op tafel hebben staan.' Ik zou mam een knuffel geven, als ze niet onder de verf zat.
Ze grinnikt zacht. 'Je bent een schat.' Dan zwiept ze weer met een van de kwasten over het canvas.
Ik glimlach en vertrek naar de keuken om mijn broccoli mac 'n cheese te maken met bloemkool.
De maan schijnt door het kleine dakraam in de badkamer. Het licht weerspiegelt op mijn gezicht. Het is eigenlijk al veel te laat en als mijn moeder nog wakker was, zou ze me vragen waarom ik niet kon slapen en vervolgens warme melk voor me maken, net als vroeger.
Nu slaapt zelfs zij, maar ik weet zeker dat Ruby nog wakker is. Misschien in het donkerste uur dat haar moeder dan slaapt. Misschien is dat mijn kans om met haar te praten. Snel poets ik mijn tanden en schiet ik in mijn pyjama, voor ik me op mijn bed laat vallen. Een lampjessnoer schittert bij mijn hoofdeinde. De radio laat nog zachte nachtelijke muziek horen. De nacht is zo'n wonderlijke tijd. Het heeft iets mystieks, rustigs en toch iets dreigends. Terwijl de wereld slaapt, ben ik nog wakker en is er niemand die het weet. De nacht heeft iets machtigs en toch ook iets wat me klein doet voelen. De tijd waarin de vreemdste gedachten boven komen, je de beste ideeën kan hebben of de pijnlijkste herinneringen.
Ik ga door het adresboek mijn telefoon en vind dan Ruby met een hartje erachter. Een lachje ontsnapt me. Elke keer als ze het ziet, trekt ze de telefoon uit mijn handen en haalt het weg, zodat ik het stiekem weer terug kan zetten. Elke keer moet ik er weer om lachen.
Mijn duim gaat naar middelste knopje. Zodra ik haar naam aangeklikt heb, gaat de telefoon over.
https://youtu.be/733T-_q4WYQ
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top