Hoofdstuk 38
Mijn hand is klam. Mijn lichaam lijkt te zijn gevuld met vuur dan nu zijn weg naar buiten zoekt. Mijn lippen zijn op elkaar geperst, bang dat er iets uitkomt wat ik niet wil zeggen. 'Wat verwacht je van me?' sis ik dan. Het klinkt niet als mijn stem. Ik kan dan ook nauwelijks geloven dat ik het heb gezegd. Heb je door wat je met me doet?
'Dat je er een einde aan maakt, wat dat ook maar betekent,' is haar antwoord. Ze lijkt niet bang voor me. Haar schouders zijn recht en haar ogen zoeken naar de mijne.
'Waarom?' De vraag komt er half piepend uit, half verbaasd.
'Omdat ik niet wil leven in een horrorboek. Wij horen hier niet thuis. Ons verhaal had romantisch moeten zijn. Aardbeiensmoothies, muziek en taart, weet je nog?' Ze schudt haar hoofd heen en weer, waardoor lokken donker haar voor haar ogen vallen. 'Ik denk niet dat we ons verhaal nog kunnen redden, dus dan kunnen we het beter eindigen.'
Ik slik. Wat gaat het betekenen als ik het wel weet te beëindigen? Waarom moet ik achterblijven? Het vuur lijkt te doven, al vlamt het nog hard genoeg om iets te doen. 'Weet je zeker dat je het niet zelf wil doen? Vertrouw je me nog wel?'
'Waarom zou ik dan bang voor je zijn? Ik ken alle eindes. Steeds opnieuw is het hetzelfde.' Ze glimlacht triest. 'Het ergste wat je me aan kunt doen is me vermoorden. Daar eindigt jouw kracht.
Het doet me pijn dat zelfs de dood niet het ergste is wat haar kan overkomen en dat jij de oorzaak bent. 'Wat als ik weiger?' vraag ik met een kille stem. De emoties die zo door me heen woedden, zwakken af. Nu voel ik niks meer.
'Dan loop ik naar buiten en blijf jij achter.' Ruby's ogen kijken dwars door het gordijn van haar mijn ziel binnen. 'Maar dat doe je niet, want je hebt de keuze al gemaakt.'
Ik kan dat haar niet toelaten. We eindigen samen en als dat betekent dat ik dat moet doen, heb ik weinig keus. 'Je kent me te goed,' zeg ik zacht met een kleine glimlacht. 'Waarom vraag je me dit?' vraag ik, wetend wat het antwoord is. 'Het is niet eerlijk.'
Ze bijt zacht op haar lip en even lijkt er iets van emotie in haar ogen terug te keren. 'Omdat ik niet weet wat ik anders moet doen. Als dit verhaal moet eindigen, dan heb ik liever dat ik door jouw handen sterf, dan die van een monster. Het is misschien egoïstisch, maar dichter bij een vrolijk einde komen we niet.'
Ik knik. Misschien is dat wel wat ze verdient, na alles wat ze heeft moeten doorstaan. Misschien is sterven in de armen van degene van wie je houdt het beste wat ik haar kan geven. Ik kijk haar aan. 'Ruby? Er is een ding dat ik nog wil weten. Alsjeblieft, antwoord eerlijk.' Mijn lip trilt, al laat ik het me niet tegenhouden.
Ze knikt zacht. 'Tegen jou kan ik niet liegen. Dat zou alleen een monster kunnen.'
'Houd je nog van me?' fluister ik.
'In dit verhaal kan ik dat niet doen.' Ze loopt naar me toe en legt haar hand op mijn schouder. Haar vingers voelen koud aan. 'Maar in een andere werkelijkheid zal ik voor altijd van je houden. Je hoeft dat verhaal enkel te vinden.'
Daar moet ik het mee doen, besef ik. Mijn liefde voor haar is nu gedoofd en toch weet ik dat haar nooit zal vergeten. Ze zal altijd bij me blijven, diep in mijn hart, waar jouw klauwen haar niet zullen bereiken. 'Ik zal je vinden,' zeg ik zacht, voordat ik het mes perfect tussen haar ribben door schuif. 'Wacht op mij.'
Ze zakt naar de grond. Bloed doordrenkt haar geleende blouse. 'Tuurlijk,' weet ze uit te brengen met een schorre stem. Tranen glanzen in haar ooghoeken. 'Denk je echt dat ik je zou kunnen achterlaten?'
Haar ogen zakken langzaam dicht. 'Misschien in een ander verhaal,' fluister ik zo zacht dat het nauwelijks verstaanbaar is. Momenten lang blijf ik bij haar zitten, houd ik haar hand vast en prevel ik nog laatste woorden in haar oor.
Langzaam kruipen haar mondhoeken omhoog, ik weet niet of het door mijn woorden komt, of doordat ze eindelijk vrij is uit jouw ketenen. Misschien is ze al in het hoofdstuk waar ik het bestaan nog niet van ken.
Ik wil haar niet achterlaten zo dicht bij jouw duisternis, maar ik weet dat ik haar hier niet meer ga vinden. Ik heb haar beloofd haar te vinden en ik ben van plan me aan die belofte te houden. 'Tot ziens, Ruby,' fluister ik en druk een kus op haar voorhoofd. Voorzichtig leg ik haar neer op de vloer en sta dan op. Het is tijd voor mij om te gaan.
Mijn voetstappen galmen door de verlaten gang. Mijn lichaam voelt zwaar en ik ben klaar met vechten. Ik weet dat ik je niet kan vermoorden, ik ben niet sterk genoeg om ons verhaal terug te krijgen. Maar ik hoef je niet te doden, om je te verslaan. Alles wat ik hoef te doen is dit verhaal eindigen tot je eindelijk besluit op te geven of ons naar ons vrolijke einde brengt.
Einde verhaal
Ga terug naar HOOFDSTUK 36
Of begin helemaal opnieuw in HOOFDSTUK 6
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top