Hoofdstuk 36

'Dat dacht ik al,' zegt Ruby als we stil blijven. 'Dan doe ik het wel.' Ze loopt een paar passen bij ons vandaan en brengt de telefoon naar haar oor. Wat ze gaat zeggen weet ik niet, maar ergens heb ik spijt dat ik zelf niet opgenomen heb. Ik weet niet of ze te vertrouwen is. Het is die gedachten die me zowel misselijk als doodsbang maakt.

https://youtu.be/q-GcvWo4yAk

'Ruby! Wat heb je ze vertelt?' Mijn stem klinkt hard, zelfs met een scherp randje dat ik niet van mezelf gewend ben.

Haar blik glijdt van de kapotgetrapte telefoon mijn richting uit. Ze lijkt boos met haar naar beneden gezakte wenkbrauwen die haar ogen framen. 'Dat jij hier het monster bent. Wat, geloof ik, de waarheid is.'

Mijn hart lijkt stil te staan. Mijn hoofd lijkt te tollen. Vol ongeloof kijk ik haar aan. 'Je hebt... wat?' fluister ik, terwijl ik voel hoe mijn hart met elke slag mijn hele lichaam doet opschudden.

'Ik heb verteld wie hier het echte monster is.' Haar gezicht is zo serieus, dat ik me bijna schuldig zou voelen, terwijl we allebei weten wat er in dit gebouw is gebeurd. Ze heeft me bedrogen.

'Hoe kan je dat doen?' gil ik uit. 'Ruby! Ik ben niet degene geweest die met een wapen heeft lopen zwaaien. Ik heb überhaupt het wapen nooit in de school gebracht.' Hoe kan ze denken dat ik het monster hier ben? 'Als er iemand hier een monster is, ben jij dat!' De woorden ontglippen me voordat ik het echt door heb. Ik had het nooit zo willen zeggen, ook al voelt het wel zo.

'Je hebt misschien niet tegen agent Parcel gelogen en meneer Lacaze vermoord, maar het is wel wat je wilde doen. Anders zouden we hier nu niet staan. Je hebt me niet tegengehouden en er zit net zoveel bloed aan jouw handen als de mijne. Want in tegenstelling tot mij had jij wel een keuze.'

Mijn hoofd tolt meer en meer, als ze spreekt. Hoe kan ze denken dat ik dit heb gedaan? 'Ik ken je niet meer,' zeg ik langzaam. Ik weet niet meer wat ik moet zeggen, nauwelijks gelovend dat ze me zo verraden heeft. 'Waarom?' vraag ik dan. 'Waarom doe je dit? Voor geld? Macht? Mij te zien lijden? Vertel het me, Ruby! Verdorie, waarom?' Ik schreeuw het zo luid dat mijn stem na-echoot.

'Ik doe het omdat het monster het wil. Begrijp je het dan nog steeds niet?' Haar stem galmt door de gang. 'Als je me echt zou kennen, had je geweten dat ik dit nooit zou doen.' Ze gooit het mes op de grond. Kletterend landt het voor mijn voeten.

'Hetzelfde geldt voor jou!' gil ik. 'Ik ben zo niet. Ik heb jou gevolgd. Omdat jij dit wilde. Ik sta hier, omdat ik van jou hield.' Een schok gaat door me heen als het laatste woord mijn lippen verlaat. 'Omdat ik wilde dat jij oké was na dat rotgesprek met Decaan Doom en nu staan we hier.'

'Tegen wie heb je het?' Haar ogen ontmoeten de mijne. Ze zijn niet warm zoals ze hoorden te zijn.

'Jou, Ruby. Ik heb het tegen jou.'

'Pak het mes dan. Als ik hier het monster ben, maak er maar een einde aan.' Ze steekt haar handen omhoog en stapt achteruit.

Ik grijp het mes dat voor mijn voeten ligt en klem mijn handen om het handvat. Ik bijt hard op mijn lip en laat mijn blik van het mes naar haar glijden, twijfelend aan wat ik wil. Ze was de liefde van mijn leven. Ze was de mijne. Maar dit? Deze actie verandert alles en tegelijkertijd helemaal niets, of wel? 

A. Laat Ruby gaan
Ga naar HOOFDSTUK 37

B. Vermoord Ruby
Ga naar HOOFDSTUK 38

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top